Troost ontvangen
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 17-07-2012| 09:03
Vraag
Door de jaren heen heeft de Heere en Zijn dienst me nooit losgelaten. Toch kan ik niet zeggen dat de Heere Jezus ook voor mijn zonden heeft betaald. Vanuit mijzelf zal ik nooit kunnen buigen, toch is er aan de andere kant altijd een verlangen geweest. Het laatste jaar is er enorm veel gebeurd in ons familieleven, voornamelijk verdrietige dingen. Scheidingen, het overlijden van mijn beide ouders en ook mijn pleegkindje is overleden. Het klinkt zakelijk en koud, zoals ik dit nu opschrijf, maar de pijn is bij tijden onmetelijk. Tijdens de preken op zondag of door de week voel ik me vaak wel vertroost of juist aangesproken, aan de andere kant is daar dan steeds een stemmetje wat alles bagatelliseert of weghaalt. Hoe kun je als onbekeerd iemand troost van God ontvangen? Hoe vaak ben ik het niet eens met deze wegen! En wie vader, moeder, man, vrouw liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig... Hierdoor ervaar ik soms ook mijn verdriet als verkeerd. Mede ook omdat er vaak gezegd wordt dat je bij de oorzaak van dit verdriet stil moet staan. Soms kan ik dit zien, ook door mijn schuld, maar het niet eens zijn overheerst. Toch, als je dan een preek hoort over hoe machtig de Heere is en hoe onwillig ik ook ben, Hij is sterker. Dat geeft me moed. Kan de Heere aan zo iemand toch troost geven of is het inderdaad allemaal alleen maar gevoel?
Antwoord
Het leven bergt veel verdriet, zorgen en moeiten in zich. Het kan tijden goed gaan en ineens zit je midden in de problemen. Zo ervaar je aan den lijve dat we leven in een gebroken wereld. Een wereld vol leed en ellende. Wij die leven bij de Schrift weten waar dat vandaan komt. De bijbelse wijsheid spreekt ons van de erfzonde. En door de zonde is de dood in de wereld gekomen. Deze wereld ligt in de greep van de zonde en de dood. Vandaar al dat leed. Het leed dat ons persoonlijk treft behoeft niet direct ervaren te worden als directe straf op een persoonlijke zonde. Veel meer mag u het beleven in het licht van een kastijding tot uw nut, als een loutering of heiliging. Opdat we met al ons leed de toevlucht nemen tot en schuilen bij de Heere. Zien op de Heere Jezus. Van Hem heeft de profeet Jesaja geprofeteerd: Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen en onze smarten heeft Hij gedragen (Jes.53:4).
In de korte periode van een jaar hebt u in de familie veel meegemaakt. Scheidingen trekken diepe sporen. U verloor uw beide ouders, vader en moeder. Twee keer stond u bij hun graf. En dan het overlijden van uw pleegkindje. U zult, denk ik, dit kindje in uw hart gesloten hebben. Ik weet uiteraard niet of zowel uw ouders als dit kindje een ziekbed hebben gehad of dat hun overlijden plotseling was. Maar uw dierbaren te zien lijden en dan te verliezen snijdt diep in. Al met al te veel voor een jaar, zou je als mens zeggen. Er zullen dagen zijn dat u het kunt dragen en dan ineens is er de snijdende en intense pijn in het hart, niet te dragen, u zou er onder bezwijken. U kunt uw ouders niet missen want u had ze lief en hebt ze nog lief. Terecht. U kunt uw pleegkindje niet missen, u hield er zoveel van en zou er graag nog een poos voor hebben willen zorgen. Maar ze zijn er niet meer.
We mogen onder deze omstandigheden toch wel tegen elkaar zeggen dat we als christenen een zeer groot voorrecht hebben. Namelijk het bezit van Gods Woord. We hebben dat Woord in onze huizen en gezinnen en lezen dat. We gaan naar de kerk. We zetten ons neer met al ons leed. Je laat dat leed niet achter bij de kerkdeuren. Maar zie, we horen Gods Woord verkondigen, Wie de HEERE is en wil zijn in Jezus Christus, de rijkdom van Gods beloften. Wat gaat daar een troost en kracht van uit. Als het ware wordt er balsem over de wonden gegoten. U mag uw leed even bij de HEERE kwijtraken. U gaat gesterkt naar huis.
Zachtjes zingt het hart:
Uw woord kan mij, ofschoon ik alles mis
Door zijne smaak en hart en zinnen strelen.
Of:
God is een toevlucht voor de Zijnen
Hun sterkte als zij door droefheid kwijnen
Zij werden steeds zijn hulp gewaar
In zielsbenauwdheid in gevaar.
U weet van die troost en kracht. Door de jaren heen heeft de Heere en Zijn dienst me nooit losgelaten, schrijft u. Maar ja, voor je thuis bent uit de kerk ligt alles overhoop. De binnenpraters bestoken de troost en ontnemen u deze. Wat denk je wel, je bent onbekeerd, voor jou is die troost niet. Je haalt die belofte zo maar naar je toe. Je kent de Heere niet eens. Hij weet heus wel wie je bent. Een zondaar. Een onwaardige. Een opstandeling, want je bent het met al die moeilijk wegen niet eens. Je kunt toch niet onder de Heere buigen. Je wilt het ook niet. Denk je dat het Woord voor jou is? Je hebt je ouders meer lief dan de Heere. Het is bij jou gevoel, meer niet. Je gaat te veel in je verdriet op. Je weet de oorzaak toch wel? Je eigen schuld. Daar loop je zo maar overheen.
Welnu, we kunnen nog wel even doorgaan met het opsommen van al die tegenwerpingen. Mij zijn die tegenstemmen niet onbekend. Ze brengen je danig in de war. Heel veel kerkmensen hebben er last van. In mijn lange pastorale praktijk kwam ik dit verschijnsel vaak tegen. Op huisbezoeken. We gingen dan samen maar eens aan de tafel zitten. Vertel eens, waar zouden die tegenstemmen vandaan komen? Komen ze van de HEERE? Zou de Heere ons van de troost van Zijn Woord en de kracht van Zijn genade en de zekerheid van Zijn belofte af willen houden? Nee toch. Het is Hem aangenaam als we tot Hem de toevlucht nemen, op Hem vertrouwen en rusten in Zijn Woord.
Waar komen dan al die binnenpraters vandaan? Ik denk in de eerste plaats aan de prediking. Laten we wel zijn, de prediking waaronder we mogen verkeren heeft een grote invloed in je leven. In de prediking klinkt een waarschuwende stem tot de gemeente. Soms is de waarschuwende stem te overheersend. U wordt gewaarschuwd tegen zelfbedrog, tegen eigenwerk, tegen vergissingen en zo meer. Deze waarschuwingen blijven haken en leven stil door in je bewustzijn en spelen elke keer weer op. Versta mij goed, de waarschuwende stem mag niet ontbreken en is onmisbaar om ons wakker te schudden en te brengen tot zelfonderzoek. Maar meestal landen al die waarschuwingen op het verkeerde adres.
Maar er is meer. Waar komen die binnenpraters vandaan? Ze leven in eigen hart en worden gevoed door mijn ongeloof, verzet tegen de Heere en mijn twijfel aan de waarheid van Gods Woord. Gevoed door mijn zondig bestaan. Tenslotte. Niet vergeten. Er zijn de pijlen van de vorst der duisternis die ons altijd van de Heere en Zijn woord wil afhouden .
Nee, die tegenstemmen van binnen zijn niet bepaald geestelijk, opbouwend, vertroostend. De Heere ziet ons leed, weet van ons verdriet, van onze zwakheden en zonden. Job sprak in zijn leed: De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen, de Naam des HEEREN zij geloofd. Hij mocht schuilen in de naam des HEEREN. De Naam des HEEREN is immers een sterke toren (Spr.18:10). Zijn naam is barmhartig en genadig.
De Heere komt tot ons in Zijn woord met Zijn beloften. Hij houdt ons er niet van af om tot Hem de toevlucht te nemen. Laten we daarom niet luisteren naar de stem van die binnenpraters, maar naar de stem van de Heere. Laten we tegen die binnenpraters in onze Psalmen zingen.
Ik roem in God, ik prijs ‘t onfeilbaar woord
Ik heb het zelf uit Zijne mond gehoord,
‘k vertrouw op God, door gene vrees gestoord,
Wat sterv’ling zou mij schenden?
We mogen ons leed voor de HEERE neerleggen en Hem ons verdriet klagen. De HEERE legt er zijn heerlijke beloften naast. Gij verdrukte, door onweder voortgedreven, ongetrooste, zie ik zal uw stenen gans sierlijk leggen en Ik zal u op saffieren grondvesten (Jes.54:11). O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hoge berg, o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zegt de steden vans Juda: Zie, hier is Uw God. (Jes.40:9). Moet ik meer noemen? Laat ik nog wijzen op een bekende Psalm: Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten die zal vernachten in de schaduw van de Almachtige (Psalm 91:1). Vernachten, de nacht doorbrengen, de nacht van uw verdriet en vragen en twijfels. Kan de Heere aan zo iemand toch troost geven of is het inderdaad allemaal alleen maar gevoel? Juist aan zo iemand. De Heere stelt geen voorwaarde. We mogen tot Hem komen zoals we zijn. Velen verlieten de Heere Jezus. Willen jullie ook niet weggaan? Dat is onmogelijk. Heere, tot wie zullen we heengaan? Gij hebt de woorden van het eeuwige leven. De Heere komt tot u en mij omkleed met Zijn beloften.
U kunt niet zeggen dat de Heere Jezus ook voor uw zonden heeft betaald. Weet dat al Gods beloften vast liggen in de Heere Jezus. Hij komt tot ons in het gewaad van de Schrift, in de beloften. Van harte hoop en bid ik dat u mag buigen aan de voeten van de gekruiste Heere Jezus. Buigen als een verloren zondaar en opzien naar Zijn kruis en zoenverdiensten. Hoort u zijn stem? Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven (Matth. 11:28).
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl