Mond vol tanden
Ds. M. Baan | 2 reacties | 18-04-2012| 14:01
Vraag
"Wie niet in de hel gelooft kan er ook niet in komen", lijkt een waarheid als een koe. Wat kan ik daar tegenin brengen? ...Dan kom je ook niet in de hemel!? Want wie niet in de hel gelooft, gelooft ook niet in de hemel. "Nou, dat bepaal ik zelf wel. Daar geloof ik toevallig wel in. Ik doe toch niemand kwaad. Ik help anderen, ik ben trouw, ik steel niet, ik heb respect voor mijn ouders... Vertel mij maar waarom ik niet in de hemel kom en jij wel." Dit was de strekking van het gesprek. Dan sta ik met de mond vol tanden. Is de hemel voorbehouden aan gelovigen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Ik heb de uitspraak "wie niet in de hel gelooft, kan er ook niet in komen" nog nooit gehoord. Wat belangrijker is: er is van alles tegenin te brengen. Wat dan? De Bijbel spreekt andere taal! Een voorbeeld? De rijke man uit de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus zal nooit geloofd hebben dat de hel voor hem bestond. Maar hij kwam er wel in! Het is allemaal na te lezen in Lukas 16:23.
De stelling "wie niet in de hel gelooft, gelooft ook niet in de hemel" heeft –naar ik meen– betere papieren. Veel mensen zeggen tegenwoordig wel in de hemel te geloven, maar het bestaan van de hel ontkennen ze. Dat is net zoiets als: er bestaat wel zonlicht, maar geen schaduw!
Helaas bepalen veel mensen zelf wel wat ze wel en wat ze niet geloven. Daarbij grenst "geloven" wel akelig dicht tegen fantaseren aan. Immers: hoe komt de (moderne) mens aan zijn geloof? Waarop is dat geloof gebaseerd? Ik weet, dat zijn vragen die je tegenwoordig zo niet meer schijnt te mogen stellen, maar daar trek ik me weinig van aan. Als ik tegen de moderne mens namelijk zeg dat er straks een eeuwig oordeel komt voor alle mensen, dan vraagt die moderne mens mij óók hoe ik daar eigenlijk bij kom, dus...!
Veelvuldig gaan mensen, die weinig van de inhoud van de Bijbel weten, uit van de gedachte dat het komen in de hemel een beloning van God aan ons zou zijn vanwege ons goede gedrag. De Bijbel zelf spreekt echter heel andere taal: van nature zal niet één mens in de hemel komen. Waarom niet? Omdat wij allemaal gezondigd hebben tegen God. Niemand heeft dus recht op de hemel. En hij krijgt ook geen recht vanwege zijn goede daden.
Waarom komen sommige mensen dan wel in de hemel? Omdat zij door God in genade zijn aangezien. Vanwege het werk van Christus zijn al hun zonden door God vergeven.
Hoe komt een mens aan die genade? Door goede dingen te doen? Nee! Vanwege de prestatie van zijn geloof? Ook niet! Maar alleen door zijn zonden te belijden en vergeving van zijn zonden te zoeken bij de Heere Jezus Christus. En dan mag het vaste geloof dat de Heilige Geest in je hart werkt dit weten: wie in de Zoon van God gelooft, die heeft het eeuwige leven!
Met een hartelijke groet,
Ds. M. Baan, Veenendaal
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Baan
- Geboortedatum:16-02-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het lijkt mij niet helemaal de goede vergelijking: zonder hel geen hemel, zoals er geen schaduw is zonder de zon. Ik denk dat er in het paradijs ook al de schaduw van de zon was, maar van een hel was geen sprake. We geloven toch dat er voor de zondeval wél sprake was van alleen maar volmaaktheid zonder onvolmaaktheid? Dit is dus voor een ongelovige geen logica.
Het ís voor hen niet logisch dat een volmaakte God ook een hel kan toelaten. Ik weet inmiddels uit ervaring dat dit je van kinds af aan moet zijn geleerd om het echt te geloven.
Hoe het allemaal dan echt haarfijn zal zijn zullen we dit maar aan de grote wijze God overlaten?
Misschien ben ik een uitzondering, ik heb een toestand van genade ervaren, zonder eerst mijn grote schuldenlast voor God neer te hoeven doorleven. Ik kreeg genade, zonder die voorgeschiedenis. Het spijt me, de meesten volgen mij niet, maar ik ervaar Gods liefde als onvoorwaardelijk.
