Aanvallen van de duivel
Ds. W. Arkeraats | 2 reacties | 06-02-2012| 07:55
Vraag
Weet de duivel wie Gods kinderen zijn? Met andere woorden: waarom blijft hij deze dan 'lastig vallen'? Er is geen afval van gelovigen, dus dan heeft het toch ook geen zin om deze gelovigen op de proef te stellen en te bestrijden met ongeloof, zondeschuld, onmogelijkheid, etc.?
Antwoord
Beste vragensteller,
Op je eerste vraag kan ik een duidelijk antwoord geven. In de Bijbel komen we verschillende gebeurtenissen tegen, waaruit blijkt, dat de duivel weet wie Gods kinderen zijn. Ik noem er enkele: Als de Heere de satan opmerkzaam maakt op Zijn knecht Job, blijkt deze hem ook al gezien te hebben. Verder heeft de satan een grote begeerte om Petrus te ziften als de tarwe. En hij gaat rond als een briesende leeuw, om na te gaan wie hij kan verslinden. Verder stuurt de satan één van zijn engelen naar Paulus om hem met vuisten te slaan. Daar zijn nog verschillende voorbeelden aan toe te voegen.
En dan je tweede vraag: waarom blijft hij de gelovigen dan "lastig vallen"? Ik zou bijna zeggen: omdat hij niet anders kan. Daar is hij de duivel voor. Bij deze tegenstander loopt alles op een chaotische manier door elkaar. Hij is ongekend slim en nameloos dom tegelijk. De duivel weet precies, waar en wanneer hij je kan treffen. Als je niet dicht bij de Heere leeft, kiest hij exact die tijd uit om je te bestrijden. Als je last hebt van ‘ongeloof’, maakt hij daar direct misbruik van om dat nog eens aan te scherpen. Als je alleen de onmogelijkheid ziet om zalig te worden, dan gaat hij dat nog eens onderstrepen, desnoods met vrome woorden.
Maar tegelijk is hij ongekend ‘dom’. Zou de duivel nu echt denken dat hij Gods werk in een gelovige te niet kan doen? Misschien wel. We weten niet welke dwaze voorstellingen hij heeft. Er is tenslotte veel voor ons verborgen.
Ik zei al: alles loopt op een chaotische manier door elkaar heen. Dat kan ik nog met een ander voorbeeld duidelijk maken. De duivel is geweldig brutaal en tegelijk doodsbang. Hij spreekt de Heere Jezus tijdens de verzoekingen in de woestijn op een grove manier aan en tegelijk siddert hij voor de Heere. En de vele demonen die bezit genomen hadden van de bezetene in Gadara, moeten zelfs nog vragen om naar die varkens te mogen verhuizen. De duivel weet nog meer. Hij weet dat zijn tijd kort is en daarom gaat hij als een wanhopige te keer. Het is de woede van de verliezer.
Verder voelt de duivel zich thuis bij alle vormen van zinloosheid. Dat is ook wel terug te vinden bij zijn volgelingen. Denk maar aan Hitler, die miljoenen mensen overgaf aan de zinloze vernietiging toen het Duitse Rijk instortte, inclusief zichzelf! Maar ik besef ook: in die geweldige strijd tussen God en duivel zijn ook veel verborgenheden. We weten niet tot in detail wat zich afspeelt in die krachtmeting. Dat laten we in ’s Heeren hand.
Nu de persoonlijke kant: de duivel weet stellig, wie Gods kinderen zijn. Dat betekent voor hen dikwijls een bange strijd. We kunnen met recht huiveren als we denken aan zijn haat tegen God en Zijn Kerk. Hij kan vreselijke dingen teweeg brengen: van brute vervolging tot hevige aanvechtingen in het hart. Maar daar zet ik tegenover: "De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn!" Hij weet het ook! En de Heere zal nooit toelaten, dat de duivel definitief de overmacht krijgt over maar één van Zijn kinderen. "Niemand zal ze uit Zijn hand rukken."
Al die aanvechtingen en bestrijdingen zijn dus niet anders dan een wanhopige poging, om een bij voorbaat verloren strijd te winnen. Daarbij verliest de duivel misschien wel alle verhoudingen uit het oog. De zinloze vernietiging is zijn eigenlijke doel. Daar staat Gods heilsplan tegenover. In het paradijs wordt het al genoemd, op Golgotha wordt het nog eens onderstreept. Het is ons tot een geweldige troost, dat de Heere de satan eens geheel zal overwinnen. Dankzij het verzoenend werk van de biddende en dankende Hogepriester. Het is tegelijk een ernstige oproep, onze toevlucht tot de Heere Jezus te nemen. Hij heeft niet voor niets leren bidden: "Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de Boze!"
Mijn laatste opmerking is: als er een bange tijd is van zielsverzoeking en van strijd, weet de Heere Jezus er ook van. Want hij is -zo lees ik in Hebr. 2- in alle dingen verzocht geweest, maar zonder zonde. Zo kan Hij degenen, die verzocht worden, te hulp komen.
Dat doet ons belijden:
Gij weet, o God, hoe 'k zwerven moet op aard';
mijn tranen hebt G' in Uwe fles vergaard;
is hun getal niet in Uw boek bewaard?
Niet op Uw rol geschreven?
Gewis, dan zal mijn wreev'le vijand beven,
en, als ik roep, straks rugwaarts zijn gedreven.
Dit weet ik vast: "God zal mij nooit begeven;
niets maakt mijn ziel vervaard".
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Want op die manier ben je constant met jezelf bezig en straal je niet of nauwelijks iets van Jezus uit.
Gelovigen zijn geroepen om hun licht te laten schijnen voor de mensen Mat.5:16
Het is de bedoeling dat de mensen om je heen zien dat Jezus in je leeft Gal.2:20
In de eerste plaats omdat God daardoor verheerlijkt wordt maar ook om de naaste voor Hem te winnen.
Als het de duivel lukt om je bezig te houden met zonde en ongeloof dan gaat er iets negatiefs van je uit ipv iets positiefs.
Als je je ellendig voelt dan straal je dat ook meestal wel uit, en wereldse mensen zullen dan denken: als dat het geloof is dan hoeft het voor mij niet.
Als je liefde, blijdschap, vrede, vertrouwen e.d. uitstraalt worden mensen daardoor aangetrokken.
Fil.4:4 Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u. 5 Uw welwillendheid zij alle mensen bekend.
Dus behalve dat twijfel (is ongeloof) God onteerd, is geloofszekerheid is niet alleen voor jezelf belangrijk, maar ook voor de wereld om je heen.
Zijn doel in het leven van gelovigen is dat ze aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig worden.