Eetprobleem en onmatigheid
Ds. M.W. Muilwijk | Geen reacties | 13-12-2011| 14:24
Vraag
In zonde vallen of in zonde leven? Ik worstel al jaren met eten. Ben vanaf mijn 17e regelmatig aan het lijnen geweest, meestal met succes. Zodra ik stop met lijnen, kom ik aan. Er is geen evenwicht, eigenlijk nooit geweest (ik ben nu bijna 40). Ik ben nu ongeveer 20 kg te zwaar. Ik geloof niet dat ik echt een eetstoornis heb, maar wel een probleem. Ik heb het idee dat ik geen grip heb op mijn eetgedrag. Elke dag probeer ik om matig te zijn, vraag ik God mij hierin te helpen. Maar even zovele keren eet ik meer dan ik wil. Het geeft me een groot schuldgevoel tegenover de Heere. Ik weet en heb mogen ervaren dat er bij de Heere vergeving is, ook tegen deze zonde van onmatigheid. Er zijn tijden dat het beter gaat. Toch brengt het me steeds in grote twijfel. In de Bijbel staat duidelijk dat wie naar het vlees leeft, zal sterven (Rom 8). In Romeinen staat ook dat in Gods kind de zonde niet meer heerst. Ik ervaar dit niet zo, de zonde heerst nog wel over mij. Kan ik dan wel een kind van God zijn?
Antwoord
Beste vragensteller/-ster
Je stelt een lastige vraag die mij een heel aantal dagen heeft beziggehouden. Maar je wilt ook een antwoord en dat zal ik proberen te geven. Ik vind je vraag daarom alleen al lastig, omdat ik zelf het probleem helemaal niet heb en daarom me ook moeilijk in je kan verplaatsen.
De kern van je probleem is dat je van jezelf vindt dat je een eetprobleem hebt. Je voelt jezelf onmatig en daarom schuldig tegenover de Heere, want onmatigheid = zonde = leven naar het vlees.
In de eerste plaats wil ik twee kanttekeningen maken bij de manier waarop je de teksten uit Romeinen op jezelf toepast. Ik vraag me namelijk af of de gelijkstelling "leven naar het vlees" = "mijn gevoel onmatig te zijn", wel klopt. Ten tweede zegt Romeinen nergens (voor zover ik dat heb kunnen vinden) dat in Gods kind de zonde niet meer heerst. Er staat dat een kind van God der zonde dood is en daarom "laat de zonde niet meer heersen" (oproep) en een belofte van God "dat de zonde niet meer zal heersen." Maar dat wordt vervolgens wel geplaatst in het licht van de strijd tegen de zonde, waarin Paulus uitroept: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods…" De oproep klinkt om te strijden tegen de zonde en vervolgens dat dit een zware strijd is (Rom. 7:13 e.v.). En dan besluit Rom. 8:1 de strijd tegen de zonde met te zeggen: "zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees, maar naar de geest wandelen…" Wandelen wijst op een levenshouding, wijst op je levensrichting. Is jouw leven vol van vleselijke begeerten of van de begeerte om Gods wil te doen? Ik kan niet in jouw hart kijken, maar uit je vraag krijg ik de indruk dat jouw hart is overgebogen om toch Gods wil te willen doen ("Het goede dat ik wil, dat doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik…")
Het komt erop aan dat een kind van God die overbogen is om Gods wil te doen, ook strijdt om deze wil te doen: laat niet langer de zonde heersen, stem de zonde niet toe om die te doen, maar stem de goede wil van God toe om die te doen. En dat kunnen we niet volmaakt. Er blijft lichaam dezes doods dat ons steeds weer de verkeerde dingen wil intrekken. Zelfs als je gelijk hebt dat voor God geldt jouw onmatige eetgedrag = zonde, dan verschilt dit niet van iemand die opvliegend is en soms daarin struikelt; een ander die jaloers is en soms struikelt; een derde die rap van tong is en soms struikelt en zo kan ik doorgaan. En jij struikelt, hoewel je strijdt, in eetgedrag.
Vlees en geest strijden samen tegen elkaar, totdat God Zijn kinderen thuishaalt. Voor jou is dat vlees misschien je eetgedrag en voor een ander iets anders. Maar voor ieder die leeft uit het reddende bloed van Christus en die strijdt tegen al zijn overgebleven zonden om die eronder te krijgen- iets dat hier op aarde nooit lukt- heeft toch de belofte dat God hem of haar eenmaal verlost van het lichaam dezes doods.
Zie daarom niet op je eigen onmacht, die zonde is voor God, omdat wij zondaar zijn; zie op het reddende bloed van Christus en strijdt de strijd tegen de zonde om te overwinnen in Christus’ kracht. En soms geeft God de kracht niet om een bepaalde zonde definitief te overwinnen (de zonde zelf zullen we hier op aarde nooit overwinnen), opdat wij altijd afhankelijk blijven van Zijn genade en vergeving. Maar wanhoop niet dat jouw onmatigheid in eten de reden is dat jij geen kind van God bent. Er niet tegen strijden (maar dat doe je volgens mij wel) is een vrucht van onheiligheid; er wel tegen strijden en God blijvend om vergeving vragen is een vrucht van heiligmaking.
Ik hoop dat ik je zo wat geholpen heb.
Hartelijke groet,
M. W. Muilwijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.W. Muilwijk
- Geboortedatum:23-12-1980
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Aalst
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: