De Trinitate van Augustinus
drs. J. Hoekman | 1 reactie | 25-11-2011| 13:20
Vraag
Over het boek De Trinitate van Augustinus. Hij schrijft in een voorwoord op de herziening van zijn werken: "Wanneer ik in het elfde boek handelde over het zichtbare voorwerp, heb ik gezegd: Dat beminnen is vervreemd worden (XI,5,9). Dit is gezegd overeenkomstig die liefde waarmee men iets zo liefheeft dat door daarvan te genieten hij die dit liefheeft, zich gelukkig acht. Want het betekent geen vervreemding een materiële gestalte te beminnen tot lof van de Schepper, zodat iemand werkelijk gelukkig is die geniet van de Schepper zelf." Wat bedoelt Augustinus hiermee? Het is een passage die voor mij onbegrijpelijk is. Ook na het lezen van XI,5,9. Is er iemand die uit kan leggen wat Augustinus hier duidelijk wil maken? Alvast hartelijk bedankt voor uw moeite.
Antwoord
Deze tekst staat niet in boek 11,5,9, dus kan ik geen antwoord geven. Misschien dat de vragensteller mij kan vertellen waar de tekst staat in het boek "over de Drie-Eenheid".
Dat beminnen is vervreemd worden (XI,5,9). Dit is gezegd, overeenkomstig die liefde waarmee men iets zo liefheeft dat door daarvan te genieten hij die dit liefheeft, zich gelukkig acht. Want het betekent geen vervreemding een materiële gestalte te beminnen tot lof van de Schepper, zodat iemand werkelijk gelukkig is die geniet van de Schepper zelf.
Ds. J. Hoekman
Dit artikel is beantwoord door
drs. J. Hoekman
- Geboortedatum:27-01-1962
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief