Geestelijk leven van Brakel

Dr. C. A. van der Sluijs | Geen reacties | 10-11-2011| 16:01

Vraag

Graag wil ik een vraag stellen aan dominee C.A. van der Sluijs: Ik ben het boek "De trappen van het geestelijke leven" van Th. a Brakel aan het lezen. Een mooi boek, maar vraag me af of hier een realistisch beeld geschetst wordt van het geestelijk leven. Brakel was dagelijks urenlang bezig met zijn 'oefeningen'. Als hij bijvoorbeeld op blz. 144 bidt dat hij niet meer met een bewogen hart "tot U kunt schreien", vraagt hij zich af op blz. 145: "Het scheen mij alsof alles van boven mijn hart kwam." Soms lijkt het alsof de gemeenschap met God die hij beschrijft een gevoel is dat wordt opgewekt na urenlange oefeningen. Zelf ben ik iemand die sowieso niet zo veel voelt, dus ik weet hier niet zo goed raad mee. Zijn er tegenwoordig ook nog wel christenen met een dergelijk geestelijk leven? Graag uw reactie.

 


Antwoord

Nee, in de Trappen van Th. á Brakel krijg je geen realistisch beeld van het geestelijke leven van vandaag. Althans ten aanzien van de vorm en de dagelijkse omvang van zijn ‘oefeningen’. Geen dominee die dat vandaag kan laten sporen met zijn omvangrijke agenda. Idem dito geldt dit voor ieder christen vandaag, tenzij je in een bejaardenhuis woont. Maar ook dan zou het niet bevorderlijk zijn voor je gezondheid. En ongetwijfeld door slaap overmand ook geestelijk inslapen.

Brakels ‘trappen’hebben trouwens veel gemeen met de "getijden" en "metten" in een rooms klooster. De Reformatie had daar korte metten meegemaakt. Blijkbaar was dit niet tot Brakel doorgedrongen of had hij er gewoon te veel tijd voor in zijn kleine gemeente. Bij zijn zoon Wilhelmus, predikant in de Laurenskerk te Rotterdam, kwamen deze roomse ontsporingen niet voor. In ieder geval zou hij daarvoor geen tijd hebben gehad.

Ik heb ondertussen buitengemeen veel respect voor het leven van deze oudvader Theodorus á Brakel. Dat neemt ondertussen niet weg dat ik soms de indruk krijg dat hij methodisch het gevoelsmatig aspect van de omgang met God wil opwekken of bewerken. Men kan met minder bezig zijn! Maar reformatorisch is dat niet, en ook niet bijbels omdat dit strijdt met de vrije en soevereine genade van God. Dat had de Reformatie begrepen en dat had Brakel ook kunnen weten. Anderzijds werd hij gedreven door zijn tere omgang met God. En daarvan kunnen we vandaag best wat leren. In ieder geval dit dat de blikkerig klinkende lawaaierigheid van vele robots onder ons ook niet alles is. Zelfs eigenlijk helemaal niks. Het lijkt vaak allemaal heel wat, maar bij nader inzicht komt het in feite niet veel verder dan luid klinkend metaal. De liefde ontbreekt vaak bij rechts en links. De liefde van God en de liefde tot God. Dat wou ik maar zeggen. Daarmee wil dan ook gezegd zijn dat de omgang met God uiteraard met gevoel te maken heeft. Je kunt je toch geen goed huwelijk voor stellen zonder liefde? En je wilt toch ook niet voor waar hebben dat liefde geen gevoel kent? En als die liefde kwijnt of even verdwijnt, dan heeft dat toch ook met gevoel te maken? Een onbehagelijk gevoel namelijk. En anders is je eventuele al dan niet toekomstige echtvriend(in) te beklagen.

Zou het anders zijn tussen de hemelse Bruidegom Christus en Zijn bruid? De vraag is een antwoord. Bij een verstandshuwelijk speelt een en ander niet, als je begrijpt wat ik bedoel. In ieder geval hebben we er daarvan meer dan genoeg momenteel in de kerk, althans als ik afga op al dat blikkerig lawaai op de kansel en onder de kansel.

Je vraagt of er nog christenen zijn met een dergelijk geestelijk leven als Theodorus á Brakel. Daar ga ik uiteraard niet over. Maar ik vrees dat de tere omgang met God in de verzoening door voldoening in ons land momenteel met een lampje te zoeken is. Er is wel veel wettisch geschreeuw zowel links als rechts, maar de tere omgang "met Hem die mijn ziel liefheeft" (Hooglied 1:7) is bijna zoek. Omdat al die zoekers vandaag nooit gevonden zijn. Dat is het hele punt als ik eerlijk de puntjes op de i wil zetten. Van dat gevonden zijn had Th. á Brakel weet, en daarom kon hij er maar geen genoeg van krijgen. Het is een publiek geheim dat we daar langzamerhand schoon genoeg van hebben. Maar dan moeten we er niet vreemd van opkijken als we niet meer weten wie God is. Al zeggen we van wél, omdat we daarop het een en ander gevonden hebben, met eindeloos veel gevoel voor understatement. Voel je?!

Met vriendelijke groet,

Ds. C. A. van der Sluijs

Lees meer artikelen over:

boekenBrakel
Dit artikel is beantwoord door

Dr. C. A. van der Sluijs

  • Geboortedatum:
    14-09-1942
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Veenendaal
  • Status:
    Inactief
174 artikelen
Dr. C. A. van der Sluijs

Bijzonderheden:

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Bijbal

Ik heb laatst gemerkt dat aan mijn rechter zaadbal een klein balletje zit. Is dit de zogenaamde bijbal? Maar hij zit niet aan mijn andere zaadbal. Ik maak me ongerust, en weet eigenlijk niet of ik erm...
Geen reacties
10-11-2006

Geloofszekerheid en de doop

Moet je zelf vergeving van zonden hebben ontvangen en dus een levende relatie met Christus hebben, voordat je je kinderen kunt laten dopen? En hoe zit dat met de kinderen die gedoopt zijn? Moet je ze ...
2 reacties
10-11-2012

Mijn geestelijke omgang met God - Bobby Moore

Graag zou ik verdieping in mijn stille tijd willen. Het leek me goed om daar eens een boek over te lezen met praktische handreikingen en tips. Ik kwam op internet het boek “Mijn geestelijke omgang met...
1 reactie
10-11-2021
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering