Lofprijzing
Ds. W. Pieters | 1 reactie | 05-10-2011| 08:41
Vraag
In Nehemia 9:5 staat het volgende: "De Levieten Jesua, Kadmiël, Bani, Hasabneja, Serebja, Hodia, Sebanja en Petahja zeiden: Sta op, loof de HEERE, uw God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, en laat men Uw heerlijke Naam loven, die boven alle lof en prijs verheven is." Matthew Henry in zijn bijbelcommentaar verbindt deze tekst met Psalm 16:2: "O mijn ziel! gij hebt tot den HEERE gezegd: Gij zijt de Heere, mijn goedheid raakt niet tot U." Matthew Henry zegt oa het volgende: "The host of heaven, the world of holy angels, worshippeth thee, Nehemiah 9:6. But thy name is exalted above all blessing and praise; it needs not the praises of the creatures, nor is any addition made to its glory by those praises." The best performances in the praising of God's name, even those of the angels themselves, fall infinitely short of what it deserves. It is not only exalted above our blessing, but above all blessing. Put all the praises of heaven and earth together, and the thousandth part is not said of what might and should be said of the glory of God.Our goodness extendeth not to him. (=Psalm 16:2, Engelse vertaling i.v.m. commentaar van internet). De kanttekening zegt het volgende over het gedeelte "die boven alle lof en prijs is verheven": Hebreeuws, zegening; dat is, die zo hoog en heerlijk is, dat men die niet genoeg kan loven en prijzen. Nu zijn mijn vragen als volgt: 1. Klopt het dat God's glorie/eer niet toeneemt door onze lofprijzing, ook al vraagt God wel in de Bijbel om onze lofprijzing? 2. Klopt het dat Gods aseity/zelfgenoegzaamheid hier in Nehemia wordt gebruikt als reden waarom God niets kan ontvangen van Zijn schepselen, zelfs geen lofprijzing? 3. Volgens Lewis is lofprijzing de uiting van de vreugde die je vindt in God, en doordat je je vreugde uit, verhoog je zelfs nog je vreugde (reflections on the psalms: "It is not out of compliment that lovers keep on telling one another how beautiful they are, the delight is incomplete till it is expressed"). Kun je dus zeggen dat binnen de Drie-eenheid de Goddelijke Personen elkaar prijzen (uiting van de vreugde die de Personen in elkaar vinden) en dat we dus net als God onze vreugde mogen vinden in het prijzen van God?
Antwoord
1. Dat Gods lof niet wordt vergroot in Zichzelf door de lofprijzing van mensen schijnt de enig mogelijke gevolgtrekking te zijn uit het gegeven dat God volmaakt is. Wij kunnen Hem wel iets toezingen, maar Hem niets toebrengen. Dat God ondanks dat wel recht heeft op onze lofprijzing, is buiten kijf.
2. Hoe het tussen de drie Personen in God is, weten wij niet.
3. Laten wij –bij alles wat we hierin niet begrijpen– de oproep van de Schrift volgen (die constant is in het Oude zowel als het Nieuwe testament), en die we kunnen samenvatten in de woorden van Psalm 150 vers 6: “Laat alles wat adem heeft, de HEERE loven. Hallelujah!”
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ook ds. Pieters kijkt blijkbaar verder dan 1 vertaling. Hulde!