Standpunt m.b.t. media
Dr. J. P. Zwemer | 1 reactie | 14-09-2011| 08:50
Vraag
Televisie is in reformatorische kringen veelal 'verboden'. Is dat standpunt ingenomen ten tijde van de eerste tv in Nederland of veel later? Hoe was dit dan met de eerste radio en de eerste internetverbinding? Daar lijkt het reformatorische 'standpunt' veelal liberaler; vanwaar dit verschil?
Antwoord
Het negatieve standpunt ten aanzien van televisie in bevindelijk gereformeerde kringen (en met name GG, GGN en OGG) dateert inderdaad uit de tijd dat dit medium in opkomst was, de jaren 1950 en vroege jaren 1960. Wanneer u zou willen beweren dat niet alleen het onderwerp zelf, maar ook de tijd waarin het aan de orde kwam hierbij een rol speelden, hebt u ten dele gelijk. Het waren, zeker vanaf eind jaren vijftig, in Nederland jaren van toenemende welvaart en vandaar ook toenemend materialisme en consumentisme. De bevindelijk-gereformeerde leidslieden neigden ertoe, ook in reactie op het snel toenemende contact tussen de Nederlanders onderling (en dus de regio’s en subculturen onderling) door de algemene introductie van het autobezit, een verdedigende houding aan te nemen ten opzichte van "de nieuwerwetse genotscultuur" zoals een belangrijk opinievormer als P. Kuijt het in 1958 uitdrukte. Televisie was heel duidelijk een onderdeel van, zo niet een brandpunt in de strijd tegen deze genotscultuur.
Toch is daarmee niet alles gezegd. Integendeel, er zijn redenen te bedenken waarom de houding ten opzichte van televisie niet dezelfde kon zijn als die ten opzichte van radio (die opkwam vanaf de jaren 1930, een veel langzamer opmars) en waarom later de houding ten opzichte van internet ook weer niet dezelfde kon zijn als die ten opzichte van televisie.
De radio is een ander type medium dan de televisie, is minder indringend, minder verlokkend op moreel gebied en slokt degene die ernaar luistert minder volledig op dan de televisie dat doet met de kijker. De associatie met "film" die de televisie waarschijnlijk aanvankelijk vooral wekte –niet helemaal terecht, want een film die je gaat zien kun je uitkiezen en op een televisie kan alles je huis binnen komen– was er niét ten opzichte van de radio. Getuigenissen van moreel bederf specifiek door radiogebruik zijn mij persoonlijk niet bekend, wat betreft televisie is het negatieve effect (verslaving, lethargie, ruzie over de zenderkeuze) overduidelijk.
Bovendien leent televisie zich veel meer dan radio voor manipulatie door de makers van de programma’s. Ik heb het zelf meegemaakt dat ik een half uur lang voor de camera werd geïnterviewd en daar een genuanceerd verhaal vertelde over bevindelijk-gereformeerd geloven in Zeeland en Nederland. Tot mijn verbazing en schrik merkte ik bij de uitzending (van Omroep Zeeland) dat de filmmaakster daarvan een voornamelijk negatief getoonzet verhaal had gemaakt door selectief te knippen in mijn verhaal (alle nuances eruit) en het overblijvende op een bepaalde manier achter elkaar te zetten, zodat nog enkele minuten uitzending resteerden die een geheel verkeerde indruk achterlieten. Bij radio gebeurt dit veel minder, zo is mijn ervaring (ik heb zelf radioprogramma’s gemaakt) en het verschil is ook dat het bij televisie veel suggestiever werkt: je hoort niet alleen, maar ziet ook iemand iets beweren, maar weinigen realiseren zich dat ook beelden "geknipt en geplakt" worden.
Ten aanzien van internet moet opgemerkt worden, dat dit veel meer een "middel" is –wel met veel gevaren voor de gebruiker– en niet zozeer een doel op zich, zoals de televisie als vermaaksinstrument toch beslist is. In een toenemend aantal beroepen kan men niet meer zonder internet. Men kan dit betreuren of niet, maar de werkelijkheid is nu eenmaal zo. Het alternatief is om apart te leven in een soort eigen samenleving, zoals de Amish op het platteland van de Verenigde Staten. Dat is in een dichtbevolkt deel van de wereld feitelijk niet te realiseren. Bovendien zijn er bewijzen te over dat internet zegenrijk kan werken in het doorgeven van de christelijke boodschap van heil en verlossing door Jezus Christus. Televisie is dat overigens in sommige werelddelen ook, denk aan de organisatie 3 x M die in tientallen landen die boodschap verspreidt via televisie-uitzendingen in de landstaal. Het evangelie komt via de ether waar het op een andere manier nog nooit gekomen is.
Dit mag ons echter niet de ogen ervoor doen sluiten dat televisie als louter vermaaksinstrument kritisch bezien moet worden. Net als met veel afwegingen zal men over het televisiegebruik moeten accepteren dat het verschil maakt over wie het gaat: er zijn mensen die kiezen voor een aansluiting met maar enkele zenders, er zijn mensen die inderdaad met "de knop" goed kunnen omgaan, terwijl ook de gezinssamenstelling en de leeftijd verschil maakt. Voor internet geldt in feite hetzelfde. Men kan kiezen voor een provider die selecteert zoals Kliksafe dat op verschillende manieren doet en Filternet dat weer anders doet. Soms is het wijs om jezelf die beperking op te leggen. "Zelfkennis is de beste kennis", aldus een oude wijsheid. Waarbij geldt dat je zoveel mensen als je wilt ervan onkundig kunt laten dat je jezelf die beperking oplegt!
NB: bij de beantwoording van deze vraag ben ik niet per se te rade gegaan bij de diverse standpunten in reformatorische kring. Ik heb geantwoord vanuit historische kennis en persoonlijk oordeel. Er is ook een standpuntbepaling mogelijk vanuit een visie die "vermaak" in zijn algemeenheid (en cultuur in het algemeen) van de hand wijst. Dat is niet de visie van de gever van dit antwoord. Ontspanning is in de gecompliceerde wereld van vandaag broodnodig en vermaak kan dat doel dienen.
Dr. J. P. Zwemer
Dit artikel is beantwoord door
Dr. J. P. Zwemer
- Geboortedatum:09-07-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Serooskerke
- Status:Actief