Vragen over vertalingen
Herziene Statenvertaling | Geen reacties | 06-07-2011| 09:52
Vraag
Aan een medewerker van de HSV. Ik ben een lezer van de HSV en de SV. Nu heb ik een vraag over de volgende teksten. In Hosea 2: 4 staat in de HSV: “Want hun moeder heeft hoererij bedreven; zij die van hen zwanger is geweest, heeft zich schandelijk gedragen. Zij zegt immers: Ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank.” En in de SV: “Want hunlieder moeder hoereert, die henlieden ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn boelen nagaan, die mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank geven.” Mijn vraag gaat over de eerste zin, over het bedrijven van hoererij. In de HSV staat dit in verleden tijd en in de SV in de tegenwoordige tijd. Kunt u dit uitleggen? In Psalm 103: 9 staat in de HSV: “Hij zal niet altijd ter verantwoording roepen.” In de SV staat: “Hij zal niet altoos twisten.” Wat is de betekenis van het woord ‘twisten’ in de SV? In Hooglied 1: 5 staat in de SV : “Ik ben zwart, doch liefelijk. In de HSV staat: “Donker van huid ben ik.” Wat is de werkelijke betekenis, gaat het hier werkelijk om de huidskleur (Matthew Henry zegt ook zoiets), of gaat het hier misschien om inlegkunde, of kan het beide? Bedankt.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
In Hosea 2:4 staat in de HSV: “Want hun moeder heeft hoererij bedreven; zij die van hen zwanger is geweest, heeft zich schandelijk gedragen. Zij zegt immers: Ik ga achter mijn minnaars aan; die geven mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank.” En in de SV: “Want hunlieder moeder hoereert, die henlieden ontvangen heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn boelen nagaan, die mij mijn brood en mijn water, mijn wol en mijn vlas, mijn olie en mijn drank geven.” Mijn vraag gaat over de eerste zin, over het bedrijven van hoererij. In de HSV staat dit in verleden tijd en in de SV in de tegenwoordige tijd. Kunt u dit uitleggen?
Er staat een perfectum in het Hebreeuws en dat betreft een afgesloten handeling in het verleden. Vandaar de voltooid tegenwoordige tijd in HSV.
In Psalm 103: 9 staat in de HSV: “Hij zal niet altijd ter verantwoording roepen.” In de SV staat: “Hij zal niet altoos twisten.” Wat is de betekenis van het woord ‘twisten’ in de SV?
“Twisten” is oud Nederlands. Het grondwoord betekent “onenigheid hebben, iemand aanklagen, ter verantwoording roepen”. “Twisten” betekent iets dergelijks maar veel mensen kennen dat woord niet goed meer. Het zelfstandig naamwoord “twist” wordt nog wel gebruikt en dat betekent “ruzie”. Dat kan hier, zeker wanneer het om de Heere gaat, natuurlijk niet gebruikt worden.
In Hooglied 1:5 staat in de SV: “Ik ben zwart, doch liefelijk. In de HSV staat: “Donker van huid ben ik.” Wat is de werkelijke betekenis, gaat het hier werkelijk om de huidskleur (Matthew Henry zegt ook zoiets), of gaat het hier misschien om inlegkunde, of kan het beide? Bedankt.
Er is een verschil tussen contextueel vertalen en inlegkunde. Het Hebreeuwse woord betekent “zwart” en wordt meestal voor “haar” gebruikt, zoals in Lev 13:31,37, Hoogl 5:11 en Zach 6:2,6. Hier is het verband iets anders en betreft het de huid. Vers 6 legt duidelijk uit dat het hier gaat om iemand die een donkere huid heeft omdat de zon haar heeft beschenen. In die tijd werd dat als lelijk gezien. Vrouwen uit rijke families bleven zo veel mogelijk uit de zon. De bruid uit het Hooglied moest echter van haar broers op het land werken en had zo een donkergebruinde huid. De dochters van Jeruzalem keken daarom op haar neer. Het was een wonder voor de bruid dat de Koning haar toch als lieflijk zag.
Hartelijke groet,
Reinier de Blois
Dit artikel is beantwoord door
Herziene Statenvertaling
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Divers
- Status:Actief