De enge poort
Ds. A.A. Egas | 7 reacties | 28-06-2011| 17:00
Vraag
Ik heb een vraag over een bepaald bijbelgedeelte, namelijk Lukas 13: 22-30. Het gaat over de enge poort. Er staat in die tekst dat velen zullen proberen in te gaan maar niet te kunnen. Ik vraag me af: over welke groep mensen gaat dat dan? Ik vind het een enge gedachte.
God vraagt van ons om Hem te vertrouwen en Hem op zijn woord te geloven. Ik wilde een aantal jaren geleden niets met de kerk te maken hebben, maar God heeft mij gered van zonden en van de verkeerde weg. En nu God in mijn leven gekomen is, ben ik (ondanks strijd) zo'n gelukkig mens. De vrede en liefde die God mij geeft is zo heerlijk. Of ik bekeerd ben, kan ik niet met zekerheid zeggen, maar ik vertrouw erop dat God mij zal bekeren als ik erom vraag. Niet omdat ik het heb verdiend, maar omdat Hij het heeft beloofd. Maar als ik dan zo'n tekst lees begrijp ik het niet goed. Wat wordt daar precies mee bedoeld? Wat wil God ons daarmee leren?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Waarde vriend(in),
Je wijst op een tekst, die ik persoonlijk één van de meest ernstige teksten vind in Gods Woord. Het is heel opmerkelijk dat we in Gods Woord niemand vinden die zo indringend waarschuwt voor het verloren gaan en de hel, dan de Heere Jezus Zelf. Hij immers weet volmaakt wat het zeggen wil om "neder te moeten dalen ter helle." Dat weten noch David, noch Paulus, in dien mate als de Heere Jezus. Omdat Hij niet wil, dat iemand in die verschrikkelijke plaats terecht komt, roept Hij telkens ons steeds weer toe: "Bekeert u, bekeert u, wendt u naar Mij toe en wordt behouden."
In dit licht staat het Schriftgedeelte uit Lukas 13. Er is een man, die zich afvraagt of er wel veel mensen zalig zullen worden. Hij heeft gezien dat er heel wat mensen zich van de Heere Jezus afwenden, dat Zijn rede ontdekkend is en daarom meent hij dat het Koninkrijk der hemelen een aflopende zaak is. Maar de Heere Jezus laat duidelijk merken dat zijn vraag en houding in het geheel niet ter zake doen. De Heere Jezus antwoordt de man niet eens persoonlijk, maar laat een indringende waarschuwing uitgaan, naar hem en de omstanders. We lezen immers: “En Jezus zeide tot hen.”
Waar komt het op aan: Dat je strijdend ingaat door de enge poort. Alleen in de weg van strijd zul je komen op de weg die naar het leven leidt. Het betekent jezelf verloochenen en het kruis opnemen achter Christus aan.
Strijd ziet op het proces van bekering, dat is een afsterven van de oude mens en een opstanding van de nieuwe mens. Een weg waarin we moeten sterven aan ons hoogmoedige en zondige bestaan en leren leven tot Gods eer. Die weg van bekering kent een worstelen in het gebed tot de Heere, een strijden tegen ons tegen de boosheden in ons hart en een doden van de zonden. Wie daar iets van ervaart weet met welk een pijn en strijd dat gepaard gaat. Een mens wil immers niet sterven aan zichzelf.
De Heere Jezus laat met ernst horen wat er zal gebeuren met hen die niet willen strijden, die menen vanzelf de hemel wel in te gaan. Die genoeg hebben aan wat godsdienstig en kerkelijk meeleven: Zij zullen aankloppen op het moment dat de deur is gesloten om alsnog te worden binnengelaten. De Heere Jezus waarschuwt ernstig dat er een moment kan komen, waarop je alsnog wilt gaan zoeken, maar dat het dan te laat is, namelijk wanneer "de heer des huizes de deur heeft gesloten." De heer des huizes is de Heere Jezus Zelf. Hij is de Rechter van hemel en aarde. Wie in dit leven niet wil buigen voor Hem en in Hem geloven als de Zoon van God, gekomen om zondaren te zaligen zal niet kunnen ingaan. Zal bij zijn sterven de hemelpoort gesloten vinden.
De Heere Jezus vertelt ons precies wat dat voor mensen zijn: Mensen die menen dat het eten met de Heere Jezus en het onderwijs van Hem hebben ontvangen genoeg is om in te gaan in de hemel. Dat ziet in de eerste plaats op de tijdgenoten van de Heere Jezus, onder meer de Joodse leidslieden, die met Hem hebben gegeten en naar Zijn onderwijs hebben geluisterd, maar geweigerd hebben Hem als hun Heere te erkennen. Die niet wilden geloven dat Hij de van God gezonden Messias was.
Je mag dat gerust over zetten naar onze tijd en denken aan mensen, die elke zondag naar de kerk gaan, ja zelfs aan het Heilig Avondmaal deelnemen, maar die zich niet van harte bekeren. Die onder de dekmantel van een eigenwillige godsdienst, werkers der ongerechtigheid blijven. Die niet met hun gehele hart willen leven naar Gods geboden, omdat ze God niet liefhebben. Omdat ze nooit arme zondaars voor God geweest zijn en zo ook nooit het wonder van Gods opzoekende liefde hebben ervaren, in het zenden van Zijn Zoon naar deze aarde. Om daar aan het kruis voor de zonden te boeten en de verdiende straf weg te dragen. Mensen die ten diepste geen Zaligmaker nodig hebben, maar zichzelf wel menen te kunnen redden. Die weigeren om te strijden.
Je schrijft dat je niet weet of je bekeerd bent. Laat ik dit mogen zeggen: we moeten steeds weer bekeerd worden. Dat is een proces van dagelijks afsterven en steeds weer leren leven uit genade alleen. Telkens weer Hem smeken om vergeving en steeds weer mogen geloven, dat Hij een gaarne vergevend God is. Maar ook een begeren om naar Zijn eer te mogen leven.
Wanneer je schrijft dat God je van de zonden gered heeft en je Zijn vrede en liefde heeft doen ervaren mag je geloven en op Hem vertrouwen dat Hij je in genade heeft aangenomen. Heeft dat geen verwondering in je hart gegeven? Dan zul je ook leren, dat heel je leven een strijd blijft tegen de zonden, de wereld en je eigen-ik. Die strijd in ons leven, geeft ook heimwee, om van de zonden voor altijd verlost te worden in het land hier boven, waar geen zonden meer zullen zijn.
Dat je zo een strijdende pelgrim mag zijn op aarde, die hier ten diepste niet meer thuis is, maar verlangt naar het Vaderhuis hier boven,met zijn vele woningen.
Met hartelijke groet en Gode bevolen,
Je ds. A. A. Egas
Lees ook: 'Maar de poort is nauw en de weg is smal'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A. Egas
- Geboortedatum:30-05-1957
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Damwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dat heeft zijn oorzaak in de prediking. In de prediking wordt steeds maar gepreekt richting onbekeerde mensen. Dat die bestaan ontken ik zeker niet. Maar door die enorme nadruk beginnen mensen zich steeds af te vragen of ze eigenlijk wel bekeerd zijn. Zelfs hun vertrouwen op God kan erdoor beschadigd raken. En dat vind ik heel erg en daar reageer ik steeds weer op.
Ik geef geen antwoord op je vraag, dat deed de ds. al. Maar ik ga wel in op je opmerking dat je er enerzijds op vertrouwt dat God je zal bekeren als je daarom vraagt, en dat God in je leven is gekomen, maar je weet anderzijds niet zeker of je bekeerd bent. En dan doe je, sorry maar het is zo, te moeilijk!
Wat geloven is staat in Hebreeën 11:1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Jij ziet God niet en toch weet je zeker dat Hij in je leven gekomen is, dit in tegenstelling tot de tijd waarin je er niets van weten wilde. Je weet ook zeker dat hij je zal verhoren als je Hem iets vraagt. Nou, dan ben je al bekeerd! En dus moet je niet gaan zitten wachten op een gevoel dat niet meer komt, en niet meer bidden om iets dat al verhoord is. Nu is dankbaarheid op zijn plaats! Dat God jou blijkbaar zo belangrijk vond dat Hij je door die enge poort heen gesleept heeft! Besef van onwaardigheid maar ook dankbaarheid voor die enorme genade! En dan zul je merken dat die bekering van jou al plaatsgevonden heeft, en ook dat dat steeds weer opnieuw gebeurd. Ik hoop dat je je dat aan wilt trekken.
Jezus zegt: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. (Joh 6:47)
Dit is wat Petrus schrijft aan de Korinthiers:
Maar ik vrees dat, zoals de slang met zijn sluwheid Eva verleid heeft, zo misschien ook uw gedachten bedorven worden, weg van de eenvoud die in Christus is. (2 Kor 11: 3)
De eenvoud van het geloof in Christus is wat velen niet vinden omdat ze naar wat anders zoeken. Ze vertrouwen op van alles en nog wat, wat mensen zeggen, eigen rechtvaardigheid, eigen werken, eigen vroomheid, eigen ervaringen, enz enz. alleen niet op wat Jezus zegt.
Ik zal niet ontkennen dat het aan prediking kán liggen maar volgens mij komt twijfel door de zonde van de gelovige zelf! Dat is mi de grootste oorzaak van twijfel.
Twijfel is inderdaad zonde en gevolg van de middelen niet of verkeerd gebruiken. Verslappen we in het bidden en Bijbellezen (en alles wat een Christen dicht bij God houdt, zingen misschien etc)en leven we ons drukke leventje met alles wat ons kan afleiden van God en Zijn dienst, dan bekruipt ons het gevoel van twijfel, zelfs ongeloof kan een gevolg zijn.
Maar schuif het niet altijd af op de prediking.
We moeten alles wat we horen toetsen aan Gods Woord, net als de Bereërs.
Dat neemt niet weg dat er een soort prediking is waarbij mensen niet of nauwelijks tot geloof (zekerheid) komen.
Al zal de schuld nooit gegeven kunnen worden aan de dominee of een bepaald soort prediking, toch hebben zij een enorme verantwoording.
Heel opvallend dat er in kringen waar niet of minder 'bevindelijk' wordt gepreekt veel meer mensen tot geloof komen, dat moet ons toch iets te zeggen hebben.
Geen voorgeschreven wegen en bevindingen, geen angst aanpreken voor zelfbedrog, vals geloof e.d. maar alleen het eenvoudige Bijbelse evangelie om tot geloof te komen.
Ja, ik weet dat er ook namaak is en dat we een arglistig hart hebben, maar uit de vruchten kent men de boom en niet uit een 'wortelonderzoek'.
Als het plantje keer op keer uit de grond getrokken wordt om te kijken of de goede wortels er wel aan zitten, zal het niet gezond worden en gaan groeien.
Het beste bewijs dat je met een appelboom te maken hebt, is wanneer je appels aan de boon ziet groeien.
Jak.2:18 Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien.
Dat is natuurlijk ook zondig, maar ik kan me wel voorstellen dat je bang kan zijn om jezelf voor de gek te houden. En dat je schrijft dat een mens twijfelt ook niets hoeft te verwachten vind ik wel heel wat. Wie kan nou vanzichzelf zeggen nooit getwijfeld te hebben. Dan hoeft het niet twijfel te zijn van God, maar als een mens opzichzelf kijkt, heeft die alle reden om te twijfelen. En ik denk ook al twijfel je, maar je belijd dat aan God dat Hij je nog zal helpen..
Ik lees letterlijk in de bijbel dat het geloof een vaste grond, een zeker weten is. Ik lees in diezelfde bijbel dat het geloof is door het woord, en dat door degene die het predikt!
(rom. 14: 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben ? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben ? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt. En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen! Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.)
Áls er dus iets mis is met het geloof, moet dat liggen aan datgene wat eraan vooraf ging, de prediking, en wel door hen die daartoe gezonden zijn. Dus áls er in plaats van geloof, wat een zeker weten zou moeten zijn, twijfel is, kan het niet anders of dat komt door de prediking. Als dat zo is kun je volgens mij slechts twee dingen concluderen. Óf het woord Gods is niet gepreekt, óf de prediker was er niet toe gezonden. In beide gevallen moet de prediker zich achter oren gaan krabben.
Jacobus 1: 6 Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op geworpen en nedergeworpen wordt. Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere.
Je ziet, ik heb het niet bedacht, dat heeft God zo laten opschrijven.
En je zegt, als iedere mens op zichzelf kijkt zal hij twijfelen. En dat is juist het hele punt! Je moet niet op jezelf kijken! Je moet op Jezus zien. Juist als je het niet meer van jezelf verwacht maar alleen nog maar van Jezus is er geen twijfel meer mogelijk. Als ik naar mijzelf kijk ga ik het absoluut niet redden richting hemel, maar juist omdat dat ook niet hoeft, het hangt niet meer van mij, maar van Jezus af, gaat dat zeker lukken!