Onbekommerden rond enge poort
Ds. W. van der Wind | 15 reacties | 17-06-2011| 16:25
Vraag
Geachte lezer. Gisteren las ik in een theologisch werk over de zogenaamde groep 'onbekommerden'. Zij staan rondom de enge poort, maar kunnen niet ingaan. Ik beschouw mijzelf ook tot die groep. Er werd gesteld dat die groep vaak zegt: "Wij kunnen niet ingaan", terwijl dat eigenlijk hoogmoed is, omdat men niet naar Christus komt. De strekking van het verhaal, dat ik eigenlijk in meer boeken tegenkom, is dat je nooit mag zeggen: "Ik wil wel bekeerd worden, maar God doet het niet", omdat je dan de roep van God (Christus) wederstaat. Vaak lees ik over de fout dat mensen zeggen dat ze wachten op de bekering en zo'n stukje eindigt dan meestal met de oproep: Kom tot Hem. Wat mij nu zo stoort, is dat er zo vaak geschreven wordt dat de mens zich niet achter de uitverkiezing kan verschuilen, maar tot Christus moet komen, terwijl er nooit bij staat hóé je dat doet. Neem Hem aan, kniel voor Hem neer, word klein voor Hem, enz. Maar hoe doe je dat concreet?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Als ik je vraag goed begrijp, gaat het er dus in eerste instantie om hoe je jezelf op moet stellen om tot Christus, en daarmee tot geloof in Hem, te komen. Allereerst moet gezegd worden, dat dit altijd een zaak van Gods genade is. Wij hebben het niet in onze handen, maar toch wil Hij ons er voluit bij betrekken. Zie Ef. 2:8, waar blijkt dat je uit genade zalig wordt, door geloof, wat een gave van God is. God schenkt dus Zelf datgene wat nodig is om tot geloof te komen en zalig te worden. Dat is heel belangrijk om vast te houden omtrent tot geloof komen of wedergeboren worden. Alles wat daarvoor noodzakelijk is, wordt door God geschonken.
En hoe doet Hij dat? Dat gaat in de weg van de middelen die Hij daarvoor gegeven heeft: gebed, gebod, Zijn Woord, Zijn Geest. Die schenkt Hij, maar je moet ze wel zelf gebruiken. Het aanhoudend vragen in je gebeden om merkbaar als Zijn kind aangenomen te worden is een belangrijke stap. God laat geen oprechte bidders staan (al is Hij ons niets verplicht).
Het gaan in de weg van Zijn geboden die Hij als heilzaam en zegenrijk ons wijst en schenkt, is ook onlosmakelijk daarmee verbonden. Je telkens opnieuw wenden (bekeren) tot God in een hartelijk verlangen Hem (beter) te leren kennen, hangt samen met het wandelen met Hem op al je wegen. Je levenswandel moet niet in tegenstelling zijn met je verlangen tot geloof te komen. Zijn Woord heeft Hij bij uitstek gegeven om ons wijs te maken tot zaligheid. Lees er telkens weer in, neem tijd voor bijbelstudie en overdenking, en zoek de rust om je open te stellen voor God.
De Heilige Geest is wel bijzonder belangrijk om tot geloof te komen. Hij is het, Die ons schenkt wat Christus voor ons heeft verworven. Lees in Titus 3:5-7 over de vernieuwing door de Heilige Geest, die door Christus over ons wordt uitgegoten. Ook de wedergeboorte en de vernieuwing zijn een gevolg van het verzoeningswerk van Christus, waardoor wij er bij Hem op mogen pleiten.
Kortom, ga in de weg die God daarvoor gegeven heeft, en vertrouw op Hem, Die beloofde te zullen openen, te zullen horen, binnen te zullen laten.
Doe wat ik beschreven heb, en laat niets daarvan na. Dan zul je tóch achteraf moeten zeggen: "Hij heeft het alles gedaan, en zelfs mijn willen en mijn doen waren in Zijn plan met mijn leven opgenomen." Hij schenkt, maar neemt jouw verlangens daarin volkomen serieus.
Ds. W. van der Wind
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van der Wind
- Geboortedatum:28-10-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Siddeburen, Steendam-Tjuchem
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Er zal dan een gejuich in de hemel opgaan omdat een zondaar tot bekering is gekomen (Luk 15:7), je zal de Heilige Geest ontvangen (Luk 11:13) (ook al merk je daar niets van) die je verzegeld tot de dag van Jezus wederkomst (1 Kor 1: 22, Ef 1:13, Ef 4:30) en die je zal onderwijzen door de Bijbel.
Op dat moment ben je gerechtvaardigd (Rom 3:24), kind van God (Joh 1:12) en heb je het eeuwige leven (Joh 6:47).
Bidt en lees je Bijbel dagelijks om verder te groeien in geloof en de Heere beter te leren kennen. En volhardt hierin tot het einde.
Zo simple is het. Velen nemen hier aanstoot aan, maar Jezus zegt: zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt. (Matt 11:16)
En voor het geval je je afvraagd of dat wel voor jou geldt, lees Joh 3: 16:
"Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."
Ben je iemand van deze wereld? Uiteraard, iedereen is dat. Dus dit geldt ook voor jou!
Ik verheug me!
Open je hart..., precies op dezelfde manier zoals je open staat om b.v. van iemand € 1000, te krijgen. - JA, IK WIL HET ! -
De Heere Jezus uitnodigen in je leven is niet een moeten
Als je het niet wil en je hart staat niet open maar je blijft wel actief dan gebeurt er weinig tot niets. Sterker wees alert voor de pijlen bij deze enge poort!
CHRISTEN zei: "Hier is een arme, beladen zondaar. Ik kom van de stad VERDERF, maar ik reis naar de berg SION, om de toekomende toorn te ontvlieden. Ik wilde daarom graag weten, waarde Heer, daar mij verteld is, dat de weg door deze poort loopt, of u ook genegen bent, mij binnen te laten."
"Ik ben gewillig met heel mijn hart," antwoordde hij, en meteen deed hij de poort open.
Maar op hetzelfde ogenblik, dat CHRISTEN binnen trad, trok de ander hem aan zijn mouw, waarop CHRISTEN vroeg, wat hij zeggen wilde.
Hij antwoordde: "Zie, daarginds ligt een sterk kasteel, waar BEëLZEBUB heer en meester is; van daar schieten hij en degenen die het met hem houden hun pijlen af op hen, die zich naar deze poort begeven om ze te doen sterven, eer zij er binnen komen."
"Ik verheug mij," zei CHRISTEN, "en tevens sta ik te beven."
Toen hij nu de poort was ingegaan, vroeg hem de portier, wie hem daarheen gewezen had.
CHRISTEN antwoordde: "Het was EVANGELIST; hij gebood mij ook, dat ik hier zou aankloppen, zoals ik gedaan heb, en zei mij, dat u Mijnheer mij wel zou berichten, wat ik doen moest."
Ik erken dat iedere mens zich moet bekeren. Maar de dwaling is dat dat iets is dat ik zou moeten merken. Dat ik moet voelen dat ik bekeerd ben, en dat moet natuurlijk wel via de middellijke weg van schuldbesef, verdriet en belijdenis enzo. En dát, is dus net precies niet het geval.
Wat je moet doen om bij God te komen staat op diverse plaatsen in de bijbel.
De simpelste is deze: Geloof dat God bestaat en dat Hij beloont wie hem zoeken. (Hebr. 11:6)
De moeilijkste is deze: geloof met je hart dat Jezus Heer is en zeg hardop dat God Hem uit de dood heeft opgewekt. (Rom. 10:9)
Het komt er dus op neer dat je moet geloven dat God bestaat, en dat Hij door middel van Jezus alles al voor ons geregeld heeft, en daar moet je dan ook op vertrouwen (want dát is geloven! In het engels is dat: faith) En dat is alles. Meer is er niet. Als je dat gelooft hoor je per definitie niet bij die zogenaamde groep onbekommerden die eigenlijk heel ingewikkeld staan te doen.
Als dat eenmaal zo is wil je natuurlijk wel steeds meer over God weten. En dat staat allemaal in de bijbel. Dan leer je wat Hij wil en niet wil en daar wil jij je dan graag aan houden. En neem maar van mij aan dat er heel veel te leren valt! Maar maak niet dezelfde fout door ook zo ingewikkeld te gaan doen. Alles wat je voor God doet is mooi, maar het voegt niets maar dan ook niets toe aan je behoud. Dat doet slechts je geloof. Geloof dan ook!
De moeilijkste is deze: geloof met je hart dat Jezus Heer is en zeg hardop dat God Hem uit de dood heeft opgewekt. (Rom. 10:9)
Precies! Ik dacht eerder altijd: maar wat is nou het verschil tussen geloven, en met je hart geloven.
En m.i. is dat: je kunt gewoon geloven dat de hele Bijbel waar is, op de manier waarop je op school bepaalde dingen leert, dat geloof je het wel maar het doet je verder niets.
Leuk dat je weet dat Australië bestaat en dat Bill Gates een hele berg geld heeft.
Maar als je hoort dat je in het testament van Bill staat kijk je er heel anders tegenaan, dan ben je er helemaal bij betrokken.
Zo is het ook als je gelooft dat het evangelie voor jou persoonlijk is, dan is het geen theorie meer.
Dat het gegeven 'moet' worden sluit helemaal niet uit dat we het moeten aannemen Joh.1:12
Als iemand jou een boek aanbiedt en jij pakt het aan kun je 100% naar waarheid zeggen dat je het gekregen hebt.
En tegelijk was je daar zelf ook 100% bij betrokken, want als je het niet aangenomen had was het boek niet in je bezit gekomen.
De uitverkiezing staat er voor de gelovigen en voor de ongelovigen geldt: bekeer je en geloof het evangelie.
Gods kiezen sluit het kiezen van ons niet uit maar in, en we worden niet afgerekend op Gods keuze maar op onze eigen keus.
Normaal gesproken geloven we iemand als hij betrouwbaar is en in staat is om waar te maken wat hij belooft.
God is betrouwbaar en volkomen in staat waar te maken wat Hij beloofd.
Geloven betekent niet opeens iets anders als het om God gaat, de dingen die je gelooft maken het verschil uit.
Je hebt gelijk dat het uitgangspunt van bekeren, niet een maatstaf is van sobere emoties
Maar je leven overgeven aan Jezus is m.i. niet emotieloos...
Sterker, het is een persoonlijke gebeurtenis en ik zie dat dit voor iedereen verschillend is.
De een is stil, de ander lacht, de derde huilt, de vierde bid, de vijfde staat te shaken, etc
Er bestaat m.i. geen theorie of leer hoe je je moet gedragen of voelen of uiten als je je bekeerd
Hiernaast zijn we ook geen robot die maar emotieloos een proces ondergaan
Wat ik kan getuigen, is dat rondom en na je bekering...
De Heilige Geest jou vanzelf overtuigd van zonden (als films komen ze in gedachten voorbij)
Zodat je voor ALLES vergeving kan vragen!
Zodat het opgeruimd wordt
En je voelt je soms tot in je tenen zo rot, Je hebt een laken nodig als zakdoek
Maar ook dat is weer verschillend, want een ander had dat weer niet!
Je emoties zijn geen houvast, status, vrijbrief, handvest of ga zo maar door voor een bekering
Maar je emoties zijn gewoon je emoties, daar waar ze voor geschapen en bedoelt zijn
In het Engels zeggen ze "Come to your senses"
Het is dus niet alleen “de kilte” of alleen “een super zalving” die je hierbij voelt.
Maar geloof maar dat Jezus Christus ook in alles van je leven Heer is. Hij, vergeeft, Hij verzoend, Hij reinigt, Hij bevrijd, Hij geneest, Hij verkwikt, Hij laaft, Hij voedt, Hij kleedt, Hij voorziet, Hij versiert en Hij geeft zelfs een feest (lucas 15:32).
In alles kan ik maar zeggen, bekeren is niet op basis van emotie maar op basis van geloof en overgave. En zoals 1a2b3c zstelt, je moet het ook annemen. Echter Hij is niet emotieloos, en in een relatie wordt het aardig stil (kil) als de één heel de tijd zijn emotie toont en de andere blijft maar op zijn tanden bijten.
God is - voor mij - een levende God ook met emotie (lucas 15:20-32) (1 Joh. 4:7-21) Hallelujáh
Dit is onze toekomst:
Openb 21:3 En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.
En dit is heel persoonlijk:
Openb 21:7 Die overwint, zal alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn.
Dit is wat God vanaf de begin van de schepping heeft gewild (zie de geschiedenis van de oudvaders en van Israël en hoe dit als een rode draad door de Bijbel heen loopt)
Wij waren vijanden van God, maar God had de wereld lief en heeft ons zijn Zoon Jezus Christus gegeven en gezegd: "Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!" (Matt 17:5)
Ik geloof Hem want Ik weet dat Hij betrouwbaar is. Hij heeft dat keer op keer bewezen. De Bijbel staat vol met getuigenissen hiervan. Ik geloof dat deze betrouwbaar zijn. Daarom vertrouw ik Hem en wat Hij zegt.
Jezus zelf heeft voor jou en mij gebeden:
"En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons een zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt." (Joh 7:20-21 20)
Op het moment is deze relatie nog in geloof, straks is het van aangezicht tot aangezicht (1 Kor 13:12). Wat een dag zal dat zijn!
Ondertussen kan ik alleen leven als een kind afhankelijk en vertrouwend op Hem.
Zoals Ds Simons het in zijn laatste lezing op JijDaar zo mooi verwoord: ik lig aan het infuus van mijn Heere, zonder Hem kan ik niets. Of zoals Psalm 73:25-265 zegt:
"Wie heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde! Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid."
Of ook de berijmde versie:
Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog,
Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart,
Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.
Ik zou geen dag meer kunnen leven zonder te weten dat Hij er is en voor mij zorgt. Ik zie uit naar de dag dat deze wereld met alle ellende erin een einde neemt en er een nieuwe wereld is waar Hij bij ons woont en Koning is.
Lees het boekje van C.H. Spurgeon: Rondom de Enge Poort. Een hulpmiddel om je houvast alleen in Jezus Christus te zoeken en te vinden!
Toch begrijp ik precies wat plderoos bedoelt en ik ben er heel erg voor om ultra-mega duidelijk te zijn dat emoties/gevoel/bevinding/ ervaring (of hoe je het ook wilt noemen) nul komma nul meetellen m.b.t. het komen tot geloof.
Zeker weten dat het niet zonder gevoel gaat, (goed verwoord adriano) maar ik weet uit ervaring dat het een enorme blokkade kan zijn als de dominee's staan te preken wat 'men' bevind rondom het komen tot geloof.
Het was nooit wat ik voelde en herkende, dus probeerde ik die gevoelens 'te kweken' anders zou het niet voor mij zijn, alleen: lukken deed dat nooit!
Ik vind het prima als er emoties, ervaringen e.d. gedeeld worden maar wees ajb heel duidelijk dat je welkom bent bij Hem zoals je bent, zelfs als je een emotieloos persoon bent (als dat bestaat).
Goede tip van ChristelNeels, een prachtig boekje waar al heel veel zegen op is geweest!
Rondom de Enge Poort van Spurgeon inderdaad van harte aanbevolen.
Ik kan goed navoelen wat plderoos zegt: vaak als ik weer van Gods en van Jezus' liefde hoor of lees heb ik een brok in m'n keel en de tranen in mijn ogen.
Typisch genoeg was mijn bekering (nu alweer vele jaren geleden) vrij nuchter, een heldere keuze gebaseerd op de feiten die ik had geleerd. In de weken daarvoor was er wel erg veel inwendige strijd geweest. Maar de bekering (die vrijwel precies zo ging als ik boven schreef) was nuchter, rustig en weloverwogen. Geen hemel die openging, geen engelen gezangen om me heen, geen warm gevoel of zo. Ik zat gewoon rustig alleen op een stoel in de kamer.
Wel daarna een enorme opluchting en dag van vreugde en ik heb het mijn vrouw verteld en anderen in het bijzonder degenen die veel voor mij hadden gebeden en aktief waren geweest voor mij.
Achteraf gezien ben ik het volledig met ds van der Wind eens: "Hij heeft het alles gedaan". Geen twijfel over. Hij heeft me ook vastgehouden al die jaren daarna dat ik in geloof verder heb gestrompeld. Uit eigen kracht had ik dat nooit gekund. Ik ben volledig afhankelijk.
Ik geloof niet zoals sommigen zeggen dat een mens volledige vrijheid heeft een keuze te maken. Ik echter geloof ook niet zoals anderen zeggen dat een mens totaal niet de mogelijkheid heeft om een keuze te maken.
Ik denk dat ik het met voorbeelden uit de Bijbel kan onderbouwen (maar wil dat nu hier niet uitgebreid doen) dat God (bijvoorbeeld naar aanleiding van voorbede van mensen maar ook simpelweg uit Zijn ontferming) een mens een beetje ruimte geeft om een keuze te maken. Niet een totale vrijheid maar ook niet totale onvrijheid. Ga je die stap (zoals bv Nicodemus en de Samaritaanse vrouw) dan krijg je een beetje meer informatie, meer begrip en meer ruimte om de volgende stap te maken. Ga je de stap niet en verzet je je (zoals de Farizeeën telkens doen) dan verdwijnt dat beetje vrijheid. Het licht schijnt een poosje, maar als je afkeerd van dat licht wordt het weer duister.
Zo was het ook bij mijn bekering: de Heilige Geest zei tegen mij (bij wijze van spreken): "nu je dit alles weet en jezelf een beetje hebt leren kennen hoe je er in Gods ogen uitziet en je de roep van Jezus heb gehoord, wat wil je, wil je Jezus volgen of niet?" Ik heb toen in mijn hart 'Ja' gezegd want ik kon niet anders. Ik moest met Petrus zeggen: "Heere, naar wie anders zal ik heengaan? U hebt woorden van eeuwig leven." (Joh 6: 68)
Ik heb echter ook meegemaakt dat mensen op hetzelfde punt stonden en 'Nee' zeiden. Voor hun werd het weer duister in hun leven.
Hier geldt wat David zegt in psalm 95 en Hebreeën 3 en 4 zegt:
"Zoals de Heilige Geest zegt: indien gij heden Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet."
@1a2b3c, het zal vast met mijn route te maken hebben dat ik het stuk van de bevindingen waar mensen dan zo intens op zoek naar zijn, gemist hebt en misschien ook niet begrijpt.
Gelukkig dan maar zal ik zeggen want schijnbaar leidt het juist naar dwaling. Misschien begrijp ik het een keer om de ernst ervan te begrijpen.
@ChristelNeels, toch weet ik het niet zo hoor, ondanks dat het van Spurgeon is, om hele verhalen te begrijpen hoe het om de enge poort er aan toe gaat...
- EVANGELIST stuurde Christen naar de poort en GOEDE WIL - trok - hem naar binnen toen hij aanklopte en vroeg of hij binnen mocht komen.
Dit trekken slaat op alle gevaren die er zijn. Een accent leggen op alle verhalen uit de gevarenzone lijkt mij niet op te wegen op de verhalen die ACHTER deze poort afspelen.... Volgens mij is het maar net Waar je je naar uitstrekt, wat hou je voor ogen
Anyhow, ik geloof ook dat het weer voor sommigen juist van toepassing kan zijn die maar voor die poort allerlei ervaringen opdoen en door alle pijlen zich afvragen hoe nu verder… Uiteindelijk is EVANGELIST wel duidelijk geweest, niet praten, niet laten afleiden maar kloppen! (en vertellen wat je wil)
@ gerard, mooi gezegd, "indien gij heden Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet." Maar ook hier kan je weer voor bidden. Heere Jezus, help mij! en trek mij over die drempel heen zodat ik niet verhard, Laat mij uw stem verstaan!
Een mooie bevestiging van verwarring, discussie enge poort en ongeloof hoorde ik onlangs en het was zo voor de hand liggend. Het was te SIMPEL om waar te zijn:
Joh 9 : DE ”BLINDGEBORENE” (Die in zonden geboren zijn)
Jezus zag een blinde (dat is de volgorde, Hij ziet eerst) en zijn discipelen (volgers) vragen gelijk wie hieraan straf en zonde heeft (oordeel).
Jezus zegt niemand! Maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden (wonderen en tekenen).
Dan door spuug en slijk (?) op zijn ogen te smeren zegt Hij: (hij doet zijn werk)
ga je wassen in het badhuis Siloam (doop je) zodat je kan zien (wordt levend!).
De buren beginnen erna gelijk te kletsen, kijk dat was toch die blinde bedelaar maar dat kan toch niet, nee…hij lijkt gewoon op hem (heb je hem, direct komt de ontkenning)
Maar de man zegt ik ben het, ik kan zien (ik ben levend geworden ik ben christen)
- Hoe kan jij zien (hoe kan jij, zondaar, nu levend zijn/ Christen zijn)
Door die man Jezus, hij deed modder erop en ik moest in siloam wassen (dopen) en ik kon zien. -Waar is die man Jezus, (mensen verwonderen, maar zoeken niet)
- Nee… we leggen het uiteindelijk wel voor aan de farizeeërs (religieuze leiders) want die kunnen dat alleen beoordelen (geestelijke keurcommissie en hoogmoed)
Ook zij vragen hem hoe kan jij zien=> joden denken gelijk aan zonden en straf (ondanks je zonden dat je levend bent geworden)
Door Jezus, hij deed modder erop en ik waste mij in siloam (ik doopte en was levend)
- NEEEEEE, discussie , discussie
- Wat denk jij wie Jezus is, (wie is je geneesheer)
Een profeet (een man God’s)
- dat kan niet, haal je vader en moeder maar (nee jij hebt geen lijntje met God, laat maar eerst eens je geestelijke oorsprong zien)
De ouder zeggen: hij is zo geboren maar waarom hij nu kan zien ? (het oorspronkelijke (kerkelijk nest) kan het niet zeggen)
Vraagt het hem zelf, - ze roepen en zeggen: geef God eer want je bent een zondaar (ongeloof maakt plaats voor oordeel)
Of ik zondaar ben of niet, ik kan nu zien (ha ik ben nu levend)
Ze dringen aan, - wat deed hij nu precies met je (druk opleggen en volharding)
Ik heb het al een paar keer verteld maar jullie luisteren niet (wettische religieuzen zijn doof)
Willen jullie ook een leerling worden (doortasten van iemands motieven)
- Wat, je bent zelf een leerling van een iemand die Godslasterlijk is (werkelijke aard, afwijzing, uitmakerij en veroordeling) Wij Zijn immers volgers van Mozes! =>
=> (WIJ, de wettische, zijn de ware, met de WARE LEER., WIJ hebben verbinding met God!) (wat een hoogmoed weer om de wet voor Jezus te stellen)
wat raar dat u niet weet wie Jezus is (verwondering in christenland) Hij heeft het mij wel laten zien (wonderen bestaan dus echt)
- God luistert niet naar zondaars allen naar vromen (luistert niet naar wereldmensen maar alleen naar wettische kerkmensen die zijn wet naleven) Zondaars ziende (levend) maken is nog nooit vertoond (bestaat niet, het kan gewoon niet, is onmogelijk)
- Je bent een en al zonde wil jij ons de les lezen (de levende wordt nu in het nauw gedreven door de religieuzen en wettische en uitgemaakt voor aanhanger van de duisternis) en ze joegen hem uit de religieuze gemeenschap (kerk)
Wauw….
Wat een traject als je levend wordt gemaakt (misschien voor sommigen herkenbaar) aan het einde moet je je ook nog beschermen tegen de religieuzen en wettische
Maar Jezus zoekt Hem op en praat met Hem (doortast zijn geloof)
De man zegt ik geloof en knielde neer (aanbidding)
Jezus zegt ik ben in de wereld gekomen om te oordelen (koning der koningen te zijn)
Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.
(zondaars zullen zalig worden en de religieuzen en wettische zullen blind worden)
Maar toen zij dit hoorden (ze zijn dus niet doof!!!) zeiden ze tot Jezus(!) en anderen.
“Wij zijn niet blind”(volhardend karakter, tegen beter weten inpraten)
Wat zegt Jezus dan…WAS U MAAR BLIND!!! (dan konden ze genezen worden) maar omdat u zegt dat u ziende bent zult u in zonde blijven (roept het zelf over je af)
P.S. was wat lang geworden (oeps) maar wat een voorbeeld verhaal nietwaar.
In de christenreis wordt duidelijk uitgelegd dat je eigenlijk niet rondom de enge poort moet vertoeven. Dat was gewoon mijn opmerking met als voorbeeld dat Christen naar binnen wordt getrokken. (i.v.m. de pijlen van de duisternis)
Maar ik zit mij zo te bedenken, volgens mij kan ik het maar beter weglaten als het te verwarrend is, als ik hier "rondom de enge poort" van Spurgeon mee vergelijk, want dan doe ik het misschien meer te kort dan goed. Laat ik het maar gewoon schrappen,
@ChristelNeels, bij deze, vergeef mij me opmerking.
Echter, ik bemerk een steeds groter wordend gevaar dat ons bedreigt. Ik bedoel het gevaar dat onze godsdienst gereduceerd wordt tot een vormendienst zonder wezenlijke inhoud.
En dat dit levensgevaarlijk is, bewijzen de woorden van de Heere Jezus Zelf, toen Hij sprak tegen godsdienstige mensen, die zich in uiterlijke zin keurig aan de geboden Gods hielden en zich geheel conformeerden aan de Traditie. U kunt dit lezen in Mattheüs 15 en dan met name in de verzen 6, 8 en 9.
Vanwege dit gevaar en het feit dat m.i. velen niet echt meer beseffen dat er maar twee soorten mensen zijn, heb ik besloten om deze brochure te schrijven.
De denkwijze die u tegenkomt is met name gebaseerd op de gesprekken die ik heb met vooral jongeren, maar ook ouderen, uit onze Gezindte.
Het volgende wat ik zeggen wil is dit: ik geef toe dat het geschrevene in bepaalde opzichten eenzijdig is. Er valt namelijk ook genoeg te zeggen van een godsdienst waarin de mens en het sentiment centraal staan en waarin Bijbelse kernwoorden zoals zonde, schuld, offer, Kruis, zelfverloochening e.d. niet meer genoemd worden.
Verder lijkt het misschien of de beschreven situatie kenmerkend is voor de hele Gezindte. Dat mag ik gelukkig ontkennen.
Toch geloof ik dat u, bij een eerlijke overweging, bepaalde zaken zult herkennen.
Het is mijn wens en bede dat door het lezen ogen geopend zullen worden voor het feit dat wij, als we in het vlees zijn, en zonder geloof, onmogelijk Gode kunnen behagen. Maar dat vervolgens ook de toevlucht genomen zal worden tot de Zaligmaker, Die roept: Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.
EEN DERDE WEG?!
(De Rechterkant van de Brede Weg)
Ik droomde eens over twee Wegen. Die wegen bevonden zich op de Aarde. Ze verbonden de eeuwigheid die achter lag met de eeuwigheid die komen zou.
De ene Weg was breed en makkelijk begaanbaar, de andere Weg daarentegen smal en moeilijk te bewandelen. Op beide Wegen bevonden zich mensen, heel veel mensen, hoewel er zich op de Brede Weg veel meer bevonden dan op de Smalle Weg.
Ik zag dat beide Wegen bewandeld werden door allerlei soorten mensen: blanke en bruine, jonge en oude, begaafde en minder begaafde, rijke en arme. Al deze mensen vormden tezamen een ontelbare menigte, die zich allen voorwaarts spoedden. Maar waarheen? vroeg ik me af. Wat is hun bestemming?
Toen ik de Wegen wat beter bekeek, verbleekte ik, want ineens zag ik waar die Brede Weg eindigde. O, daar zag ik een Poel, die brandde van vuur en sulfer. Ik hoorde daar geween en het knersen van tanden. Ook zag ik daar rook, afkomstig van gepijnigde mensen, die opging tot in de eeuwigheid. Ik zag de Eeuwige Verdoemenis.
Ik keek weer naar al die mensen die op die afschuwelijke, doodlopende Weg liepen. Zagen zij dan niet waar ze zich heen spoedden?
Lang hoefde ik daar niet over te peinzen, want aan velen van hen was te zien dat ze inderdaad niet wisten waar deze Weg eindigde. De meesten bekommerden zich daar ook totaal niet over. Ze genoten zo van al datgene wat aan weerszijden van de Brede Weg naar hun lonkte: rijkdom, plezier, macht, muziek, seks, drank en allerlei andere soorten van vermaak. Ik merkte dat verreweg de meeste van deze mensen maar één doel voor ogen hadden: laat ons eten, drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij!
Wanhopig vroeg ik me af of er dan niemand was die zich bekommerde om deze menigte, die onherroepelijk verloren zou gaan.
Toen zag ik ineens iets tussen de Brede en de Smalle Weg staan. Het was een houten Kruis.
En aan dat Kruis hing een Man. Een Man van smarten. Zijn handen waren doorboord. Zijn Bloed vloeide. Zijn gelaat was getekend door smartelijk lijden. Maar O; dat gelaat straalde tegelijkertijd zoveel bewogenheid uit, dat het me diep, ja zeer diep ontroerde.
Zijn blik ging over de zich naar het Verderf voortspoedende mensen. Toen hoorde ik dat deze Man iets naar hen riep, met luide stem: "Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer!"
Toen begreep ik dat er wel Iemand was Die Zich bekommerde om verloren mensen. Het was het Lam Gods Zelf, Dat de zonden der wereld wegnam.
Door het Bloed dat vloeide uit de doorboorde handen van die Man was er dus wel een Weg ter ontkoming.
Mijn blik werd getrokken naar die Weg, die Smalle Weg. Ik vroeg me af waar de mensen die op deze Weg liepen naar toe zouden gaan. Toch niet naar dezelfde Bestemming als die anderen?
Maar neen, wat ik daar, aan het eind van die Weg zag, was zo anders, zo onnoemelijk anders. Ik zag daar een Gouden Stad.
En iets in deze Stad gaf Licht, een Licht zo groot en zo wonderlijk schoon. Ook hoorde ik er gezang, wat zo vreugdevol en zo heilig klonk, ja zo geheel anders dan die wanhopige kreten uit die afschuwelijke Poel.
Ik zag daar aanbidding, vreugde en geluk. Er was daar geen traan, geen droefheid, geen berouw en geen pijn te bespeuren.
Ik zag daar de Eeuwige Gelukzaligheid.
Haastig wendde ik me weer tot de menigte op de Brede Weg. De meesten zagen het Kruis niet. Ook hoorden ze de Stem van de Man der Smarten niet. Ze liepen maar door en door.
Geschokt, maar ook met een van blijdschap trillende stem riep ik hen toe: "Het Lam Gods heeft geen lust in uw dood, die u weliswaar verdient, maar daarin dat u zich bekeert en leve! O mensen, een ieder die in Hem gelooft tot vergeving van zonden zal niet verderven, maar eeuwig leven! Haast u en spoed u toch naar het Kruis. Die Man der smarten heeft gezorgd voor een Weg ter ontkoming. Haast u om uws levens wil."
Maar helaas, ook mijn stem ging grotendeels verloren in het rumoer en gedruis van de menigte.
O jawel, een enkeling keek vluchtig op, stond een ogenblik stil, maar werd al snel weer meegevoerd met de stroom van mensen. Anderen stonden wat langer stil, bewogen zich naar het Kruis, maar werden er toch weer vanaf gehouden door de verleidingen langs de Weg.
En zo bleven de meesten zich voortspoeden, regelrecht naar het Verderf, regelrecht naar hun eeuwige ondergang.
Ineens zag ik dat er aan de rechterkant van de Brede Weg een soort afgebakend Paadje liep.
Op dat Paadje liepen ook mensen. Deze mensen gedroegen zich echter zo geheel anders dan die anderen op de Weg. Hun gezichten stonden ernstig. Ze deden niet mee met al die genietingen van de anderen, van de wereld.
Kennelijk wisten zij wel, waar deze Weg eindigde. En kennelijk wisten zij ook van het Kruis en die Smalle Weg ter ontkoming, want velen van hen bleven er stilstaan en keken er van een afstand naar. Terwijl ze daar stonden praatten ze druk met elkaar.
Maar waarover spraken zij dan? vroeg ik me af. En waarom bleven er zo velen op een afstand? De eeuwigheid komt toch ook voor hen steeds dichterbij?
Ik kwam naderbij en ging luisteren naar hun gesprekken.
Ze spraken met elkaar over een weg, een weg naar het Kruis dat voor hen stond. Ze legden elkaar uit wat er eerst moest gebeuren voordat ze naar dat Kruis mochten gaan. Ze konden ook precies uitleggen hoe die Weg liep en hoe moeilijk begaanbaar die was.
Ze spraken zo vol overtuiging dat het net leek alsof ze er zelf geweest waren. Maar, hoorde ik ze eerlijk zeggen, dat was niet zo. Ze hadden dat gehoord en gelezen. Ze discussieerden verder over allerlei zaken, zoals geopenbaarde en verborgen wil van God en aanbod van genade.
Ik liep naar een andere groep mensen die ook voor het Kruis stonden en er over spraken. Er waren, zo merkte ik, hele wijze mensen bij. Ze hadden allerlei dikke boeken bestudeerd en konden daaruit heel veel citeren. Zij wisten zodoende precies hoe God werkte. Daardoor konden ze aangeven wie wel en wie niet naar het Kruis mochten gaan.
Ze vroegen de mensen die hun zondelast bij het Kruis wilden neerwerpen of ze die last wel echt voelden en of zij er wel diep genoeg onder gebukt gingen. Het ging zomaar niet, zeiden ze.
En vele mensen die naar hen luisterden liepen door, want ja, dat hadden ze nog niet beleefd. Weer schrok ik want zo hechtten ze meer waarde aan wat die mannen zeiden dan aan wat die Man aan het Kruis sprak.
Anderen vroegen zich af tot wie het Lam Gods nu eigenlijk sprak, daar aan het Kruis. "Tot allen, zeiden sommigen, maar je hebt niet veel aan die Boodschap", vervolgden ze, "als je niet aan jezelf ontdekt bent." Ze voegden er nog heel nadrukkelijk aan toe dat dat Gods werk is.
Toen zag ik dat ook velen die naar hen luisterden doorliepen, mismoedig, want God had hen nog niet aan henzelf ontdekt. Ze begrepen dat niet echt, zo hoorde ik enkelen zeggen, want ze baden wel drie keer per dag om een Nieuw Hart en dat was hun nog steeds niet gegeven.
En zo liepen ze verder, geen acht slaande op de Stem die hun toeriep: Mijn zoon, geef Mij uw hart! Zij konden dat immers niet zelf.
Anderen zeiden dat de Boodschap maar voor enkelen op deze Weg was. Natuurlijk niet voor allemaal, dat leren de Lichten, zo hoorde ik, de mensen die zich zo graag laten bedriegen en die met een Ingebeelde Hemel naar de Hel zullen gaan.
"Nee", zeiden ze, "laten wij maar veilig hier blijven, laten wij onszelf niet bedriegen, met een aangepraat geloof." En ze vervolgden ook hun weg, hun weg naar het Verderf.
Ik bemerkte dat al deze ernstige mensen zich ook met veel andere godsdienstige zaken bezig hielden, terwijl de Rampzaligheid met elke stap dichterbij kwam. Ze discussieerden over de schrijfwijze van een van de namen van de Zaligmaker, Here of Heere, over het wel of niet ritmisch zingen van Psalmen en over vele andere zaken die de Vorm en het Uiterlijk betroffen.
Ook werd er zeer afkeurend gesproken over die goddeloze wereld, die mensen die zich alleen maar bezig hielden met vermaak en over zogenaamde Christenen, die Juichende Christenen, mensen die Het zelf grepen en Het altijd bezaten. Zijzelf waren zo heel anders, zij waren tenminste Eerlijk Onbekeerd.
En zo zag ik tot mijn grote ontsteltenis ook velen van deze mensen zich voortspoeden op de Brede Weg, weliswaar aan de rechterkant ervan, maar toch op weg naar dezelfde Bestemming, op weg naar een nimmer eindigende Eeuwigheid.
Geschokt riep ik hen toe: "Laat u toch met God verzoenen! Heden indien gij Zijn Stem hoort, verhardt u niet, maar laat u leiden! O mensen, hoe zult gij ontvlieden indien ge op zo'n grote Zaligheid geen acht geeft?"
De meeste mensen keken daar echter niet van op. Ze kenden deze woorden zo goed, want ze bezaten het Woord van God. Ze hadden dat al vaak gelezen.
Enkelen kwamen echter naar me toe en zeiden: "Meneer, die Nodiging is niet voor ons allemaal, die is alleen voor de Uitverkorenen en als we daarbij horen, dan zal God ons zelf wel trekken. Anders heeft het echt geen zin als we ons tot God wenden", en vervolgens liepen ze verder.
Dit had ik al eerder gehoord, toen ik luisterde naar hun gesprekken. Maar ik kon niet begrijpen dat dit er zo koud en zakelijk uitkwam. Wisten ze dan toch niet waar deze Weg eindigde? Ik riep ze achterna: "Maar mensen, in de Bijbel staat dat God met vlammend vuur wraak zal doen over degenen die het Evangelie van de Heere Jezus Christus ongehoorzaam zijn. En er staat ook dat Hij zal lachen en spotten in uw verderf, omdat u geweigerd hebt u zich tot Hem te keren! Zal God dan lachen, spotten en zich op u wreken terwijl Hij zelf bepaald heeft dat u zou weigeren om op de nodiging in te gaan? Zou God zo onrechtvaardig zijn?"
Een draaide zich nog om en zei: "U moet niet denken dat u het weet. Onze dominee zegt dit en ik voel gewoon dat dat de zuivere waarheid is." Ook hij liep verder, het Verderf tegemoet.
Anderen zeiden: "Wat wij aan het Kruis horen is de uitwendige roeping. Zodra Hij ons inwendig roept, ja, dan kunnen we ons laten leiden. En weet u niet dat wij onszelf niet kunnen bekeren, dat God dat moet doen?" Ik antwoordde: "Ja dat is waar, maar God wil het toch ook doen? Ziet toch af van uzelf en uw ellendige bestaan en vertrouw geheel op Hem, dan zult u niet beschaamd uitkomen! O wendt u toch naar Hem, Die alles in u wil werken wat uzelf niet kunt!"
"Meneer", zo zeiden ze, "dat kan alleen door de werking van de Heilige Geest en als Die gaat werken, nou, dan komt het allemaal vanzelf, want Die werkt onwederstandelijk!"
Ik antwoordde: "U hebt gelijk dat het de Heilige Geest is die harten wederbaart, maar dat ontslaat u toch niet van uw verantwoordelijkheid om u geheel aan de Heere Jezus over te geven? U kunt God toch straks niet verwijten dat u er niets aan kon doen dat u niet bekeerd bent, omdat de Heilige Geest het bij u niet wilde werken. Trouwens, weet u wel dat u het vermogen heeft om de Heilige Geest te weerstaan.?!"
Doch ook zij draaiden zich om en vervolgden hun weg, hun weg richting de Eeuwige Rampzaligheid, zichzelf staande houdend met de gedachte dat ze het immers zelf niet konden.
Weer iemand anders riep me toe: "Zeg, dat gaat zomaar niet. Wat moet ik bij het Kruis doen? Ik moet eerst mijn zonde en onmacht echt beseffen, pas dan mag ik bij het Lam Gods komen. Onze dominee waarschuwt altijd voor mensen die zomaar naar de Heere Jezus gaan. Nee, eerst ellende, dan pas verlossing!" En ook hij vervolgde zijn weg.
Ik riep hem nog achterna: "Maar meneer, het Woord van God geeft aan dat u ellendig bent, of u het beseft of niet! U zult uw onwaardigheid vanuit uzelf nooit volledig beseffen! Spoed u toch naar het Kruis. Daar is Iemand die u uw ogen voor uw ellendigheid wil openen, maar Die u ook wil laten zien Wie Hijzelf is! Werp toch een blik op de Verlosser! Het is nog Genadetijd!" Hij keerde zich nog een keer om en riep: "U dringt de mensen maar iets op! Een Jezus van vijf letters", waarna ook hij zich verder voortspoedde, langs het Kruis, langs de Zaligmaker, op weg naar de Hel.
Keer op keer riep ik de mensen toe dat buiten de Heere Jezus geen leven is, maar een eeuwig zielsverderf en dat ze zich op weg naar de Eeuwige Rampzaligheid bevonden. Maar de meesten hadden hun argumenten om op de Brede Weg te blijven. En die argumenten klonken zo vroom, zo rechtzinnig. Ze geloofden er echt in.
En zo merkte ik tot mijn grote ontsteltenis dat ook de meesten van die mensen op dat Paadje aan de rechterzijde van de Brede Weg bleven lopen, langs het Kruis en de Smalle Weg, waar ze zo dicht bij waren.
Samen met die Anderen. Samen het Kruis voorbij. Samen geen acht slaand op die Stem! Samen naar het Verderf.
Aan het eind zag ik de Brede Weg en het smalle Paadje aan de rechterkant ervan weer bij elkaar komen.
O, daar zag ik al die mensen verenigd. De serieuzen en de goddeloze Goddelozen. Samen verenigd in die Poel die brandde van vuur en sulfer.
Toen bleek dat er in wezen toch geen verschil was tussen al die mensen. Of toch wel? vroeg ik me af.
Toen ik wat beter naar de Poel keek, merkte ik dat de wroeging voor die serieuze Goddelozen onverdraaglijker was dan voor die wereldse Goddelozen, en ik begreep waarom.
Die ernstige Goddelozen wisten van de Smalle Weg, maar hadden die niet bewandeld.
Hoe dan ook, nu was het voor hen allen te laat, voor eeuwig te laat. Al die mensen moesten voor eeuwig op die afgrijselijke Plaats blijven. Ja, al degenen die niet gewild hadden dat het Lam Gods Koning over hen zou zijn en Hem verworpen hadden.
Jawel, sommigen op een vrome manier, anderen op een goddeloze manier. Maar toch, beiden niet gewild, verworpen!
Ik zag ook dat op die Plaats inderdaad geen Weg ter ontkoming meer was. Er was daar geen Man, geen Man van Smarten meer, die riep: "Wend u naar Mij toe en wordt behouden."
Er klonken wel andere stemmen, wanhopige stemmen: "Had ik maar.., had ik maar." Maar het was voor hen te laat, voor eeuwig te laat.
De Genadetijd was over.
Toen ontwaakte Ik.
O lezer, "had ik maar, had ik maar" Vult u zelf de rest in en breng dat in praktijk, voordat het ook voor u te laat is!
HEDEN, INDIEN GIJ ZIJN STEM HOORT, VERHARDT UW HARTEN NIET!!! (Hebr. 4:7)
Mattheüs 25:30,46; Openbaring 20:15, 21:8 Jesaja 45:22
Openbaring 21 . Ezechiël 18:21-23,32; 33:11; Johannes 3:15-18,36; 5:24; 1 Johannes 5:10-13
Mattheüs 13
Spreuken 23:26a
2 Korinthe 5:20; Hebreën 4:7; 2:3
2 Thessalonisenzen 1:8; Speuken 1:20-33
Jesaja 55:8; Ezechiël 8:21-23,32; 33:11
Jesaja 50:10; Psalm 2:12; 17:7; 18:31; 31:20,25; 32:10; 33:18; 34:9,23; 36:8; 37:5,40; 40:5 enz.
Johannes 3:3-8; Handelingen 7:51
Romeinen 3:9-19,1 Kor.16:22
Mattheüs 11:20-24
Hebreën 3:18-4:11
Lukas 10:16,19:27; Johannes 12:48
Wat het boekje 'Rondom de Enge Poort" van Spurgeon betreft: ik heb mijn exemplaar gisteren weer opgezocht en gelezen. Het was al meerdere jaren geleden dat ik het het laatst gelezen had. Ik herrinnerde me dat het mooi was, maar was vergeten hoe mooi en duidelijk het is. Het zou verplichte literatuur moeten zijn op elke christelijke school en op elke christelijke boekentafel moeten liggen. Ik kan het aanraden aan elke zoekende, maar ook aan iedereen die tot geloof is gekomen om te verfrissen waar het om gaat, zowel tot opbouw van zichzelf als om het door te geven aan een ander. Bovenstaand stuk sluit er goed bij aan. Enkele citaten om interesse op te wekken:
"Ons ontwaken dient niet om de Zaligmaker te helpen, maar om ons NAAR de Zaligmaker toe te helpen. Mij in te beelden dat besef van zonde moet bijdragen tot het wegnemen van zonde is ongerijmd. Het is alsof ik zei dat het water mijn gezicht niet kon reinigen als ik niet langer in de spiegel had gekeken en al de vuile vlekken op mijn voorhoofd had geteld"
"Niet wat gij gevoeld zal u zalig maken maar wat Jezus heeft gevoeld"
"Helaas, hij verliet zich op het plan, naar hij geloofde niet in de Persoon. Het verlossingsplan is zeer voortreffelijk, maar het kan ons niet baten als wij niet persoonlijk in de Heere Jezus Christus zelf geloven. Welk gerief biedt u de tekening van een huis als ge niet het huis zelf binnengaat."
"Er zijn velen zielen die zeggen: Wij worden gevraagd op Jezus te vertrouwen maar we zullen in plaats daarvan regelmatig de middelen der genade gebruiken"
"Zij moeten tot Hem komen, en niet alleen tot de kerk, tot de doop, of tot het rechtzinnig geloof, of tot iets, wat dan ook, dat minder is dan zijn Goddelijke Persoon"
"Hoed u ervoor dat niet van u door onze Heere kan worden gezegd: Gij onderzoekt de Schriften want gij meent daarin het eeuwige leven te hebben; maar gij wilt tot Mij niet komen opdat gij het leven moogt hebben"
"Voor velen schijnt het geloof een moeilijke zaak. De waarheid is: het is alleen moeilijk omdat het gemakkelijk is. Naäman vond het moeilijk dat hij zich moest wassen in de Jordaan, maar als het iets groots geweest was zou hij het met veel genoegen hebben gedaan. De mensen denken dat de zaligheid het resultaat moet zijn van een handeling of een gevoel, zeer geheimzinning en zeer moeilijk, maar de gedachten van God zijn niet onze gedachten en Zijn wegen zijn niet onze wegen. Met de bedoeling dat de zwakste en ondeskundigste zalig zou kunnen worden heeft Hij de weg de zaligheid zo gemakkelijk gemaakt als het ABC. Er is niets bij dat iemand, wie ook, in verlegenhied behoeft te brengen, alleen maar: als iedereen verwacht dat hij erdoor in verwarring geraakt, dan staan velen volkomen verbijsterd wanneer zij bespeuren dat het zo buitengewoon eenvoudig is.
Het komt erop neer dat wij niet geloven dat God meent wat Hij zegt, wij doen alsof het niet waar kon zijn"