Waarom voelt God zo ver weg?
Ds. A. de Lange | 4 reacties | 11-06-2011| 08:58
Vraag
Ik weet dat ik nu een lastige vraag ga stellen waar eigenlijk geen antwoord op is. Waarom zijn er zoveel verschillen in de wereld? Waarom hebben sommige mensen het makkelijk en andere mensen het zo moeilijk? Ik weet dat het nu eenmaal zo is vanwege de zondeval. Maar ik vind het echt heel lastig te begrijpen. Wij hebben het thuis al erg veel voor onze kiezen gehad. Na een lange periode krabbelden we eindelijk weer een beetje op uit alle problemen. Mijn moeder straalde elke dag van Gods liefde en wij waren weer soort van gelukkig. Maar het heeft maar heel kort geduurd. Een half jaar geleden kreeg mijn jongste broertje kanker. In het begin hadden we allemaal zo iets van, het komt wel goed. Met Gods hulp kunnen we immers bergen verzetten! Maar nu het toch wel erg lang duurt, de behandelingen steeds zwaarder worden en hij er steeds zo ziek uitziet, begint de moed een beetje te zakken. Mensen zeggen vaak tegen ons: waarom jullie nou weer? Zelf dacht ik daar eerst niet over na, maar de laatste tijd begint bij mij ook steeds meer de vraag te komen, waarom? Waarom voelt God soms zo ver weg en waarom is er zoveel ellende?
Antwoord
Je stelt de vraag die al zoveel mensen voor je gevraagd hebben en zoveel mensen na je zullen stellen: Waarom? Achter de vraag zit pijn. Nood. Je hebt ontzaglijk te doen met je broertje, met je moeder, met jezelf. Het is allemaal zo zwaar. En daarvoor was ook al zo zwaar. Je gevoel zegt: dit is TE erg. En de diepe vraag achter alles is: Zegt God er dan geen nee tegen? Waar is Hij dan? Je snapt het niet. En ergens wil je het ook liever niet snappen. Want je diepste binnenste schreeuwt NEE tegen al dit erge. Waarom? Ik zal je eerlijk zeggen: ik heb geen antwoord op je vraag. Tenminste geen logisch antwoord. Maar dat verwacht je eigenlijk ook niet.
Ik wil je wel een paar dingen aanreiken. Vanuit de Bijbel. En vanuit datgene wat ik in mijn eigen leven gevonden heb als weg om te gaan als de grote vragen zich aandienen. Je hoopt dat er misschien toch iets van een antwoord is.
Ten eerste reik ik je aan wat ik bij de Heere Jezus tegenkom als Hij bij het graf van Lazarus is gekomen, na diens overlijden: “Jezus weende”. Jezus. HIJ weende. Hij vindt het zo erg. Ik niet alleen; Hij ook. Ja, maar doet Hij er dan niets aan? Ja en nee. Ja, omdat Hij Lazarus uit de dood opwekt. Het graf gaat open, en Lazarus komt eruit. En nee, want Lazarus kwam terug tot het TIJDELIJKE leven. Een aantal jaren later is hij weer gestorven. In deze bedeling sterven we allemaal. Vroeg. Of laat. En het blijft altijd droevig. Maar de Heere Jezus heeft met de opwekking van Lazarus wel laten zien wie HIJ is. Je leest het in Joh. 11 : 25: Ik ben de Opstanding en het Leven. Ieder die in mij gelooft zal leven al zou hij ook zijn gestorven. Daar mogen we (en moeten we) bij terecht komen: dat het geloof in de Heere Jezus ons van de dood doet overgaan in het eeuwige leven. Dat geeft ons deel aan de ENIGE TROOST in leven en in sterven (Heid. Cat. vr. en antw. 1).
Vervolgens: Als wij zeggen: dit is TE erg, moeten we ons afvragen: hebben wij de zonde ooit al erg gevonden? Zo erg, als we het lijden dat ons in deze wereld overkomt vinden? God vindt de zonde zo erg, dat Hij Zijn eigen zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven. En daarin dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft, toont Hij ons, dat Hij aan onze kant staat. Dat Hij met ons wil zijn. En dat Hij ons ALLE dingen met Hem wil schenken (Rom. 8:32). Vanuit die overtuiging heeft de apostel Paulus gezegd: Niets kan ons scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Heere. En dan noemt hij concreet tal van erge dingen: verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, het zwaard (Rom. 8:35–39).
Ten derde: Geloof dat God meer om jou, je broertje, je moeder en alle mensen die belangrijk voor je zijn geeft dan jij. Hij is God. Hij is rein, zuiver, heilig, goed en liefdevol. Er is in God niets kwaads. Gods verlangen voor jullie is beter en reikt hoger dan jouw verlangen voor jullie allemaal.
Ten vierde: In deze gebroken wereld heeft het lijden een plaats. Dat heeft ermee te maken dat het allemaal niet meer goed werkt. De zonde en de duivel hebben invloed gekregen. Ondertussen heeft het toch allemaal zijn plaats en betekenis in Gods plan. In een tijd van afbraak en verlatenheid voor Israël zegt God tegen hen: “Want ik weet de gedachten die ik over u denk, spreekt de Heere, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting” (Jer. 29:11). En waar het dan goed voor is? De ene keer is het lijden een geloofsbeproeving voor ons – durf je God werkelijk alles toe te vertrouwen; zelfs je eigen leven, je eigen kind? (Gen. 22, Abraham). De andere keer is het lijden een tijd van kastijding en loutering voor ons. We worden erdoor van het kwade gezuiverd. We leren er een nieuwe gehoorzaamheid door (Hebr. 12). Nog weer een andere keer gebruikt God het lijden van Zijn kinderen om de wereld en de duivel er door te tonen dat Zijn genade mensen tot liefde en trouw aan Hem brengt, waardoor ze in goede tijden Hem niet dienen omdat het goed gaat, en in kwade tijden Hem niet loslaten omdat het slecht gaat (het Bijbelboek Job).
Ten vijfde: Waarom krijgt de een (het ene gezin) zoveel narigheid en de andere (het andere gezin) zo weinig? Dat is de vraag van Asaf in Psalm 73 geweest. Ondertussen liet God het hem in Zijn heiligdom anders zien: als je God vreest is Hij met je. En dan heb je het beste deel. Wat je ook meemaakt, God sterkt, leidt en draagt je erin. En als je God niet vreest, ben je zonder God en de tijdelijke voorspoed is gauw voorbij en je tuimelt in een afgrond van ellende. De mooie droom van de goddeloze vindt een droevig einde als hij wakker wordt in de eeuwigheid.
Waarom? Je kunt de vraag lang houden. Vaak stellen. En de antwoorden die je krijgt bevredigen niet.
En toch kun je de vraag kwijtraken. Doordat je hem aan God teruggeeft. Dat doet Job tenslotte. Nadat God hem heeft laten zien hoe groot Hij is (Job 38–41). Dan zegt Job: “Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden.” Dat zijn geen woorden van twijfel en opstand, maar van rust. Begrijpt Job nu waarom hij zoveel moest lijden? Nee, nog steeds niet. Maar God weet het. En God is ook nog steeds in staat om te helpen. Hij regeert. Dat weet Job wel. God is Zijn God. Ik weet: Mijn Verlosser leeft! (Job 19:25). En dat geeft toch rust.
Van harte bid ik je toe dat je die geloofsrust in God mag vinden. Al hoop ik ook dat jullie omstandigheden wat gemakkelijker worden. Maar dat bepalen wij niet. Dat is aan God. In Zijn zorg en liefde beveel ik je aan.
Ds. A. de Lange, Dordrecht
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De duivel wil dat de situatie jullie bij God vandaan trekt, geef hem geen kans!
Met Gods hulp kun je echt bergen verzetten. Ga steeds weer naar Hem toe! Veel sterkte toegewenst!!!!