Echtbreken of overspel

Herziene Statenvertaling | 2 reacties | 03-06-2011| 13:00

Vraag

Ik heb een vraag over de HSV. In de toelichting bij de HSV wordt heel correct aangestipt dat de SV inconsistent was in de vertaling van het zevende gebod. In het ene geval werd er vertaald met "echtbreken" en in het andere geval met "overspel" terwijl in de grondtekst twee keer hetzelfde woord wordt gebruikt. In de HSV is dit echter niet aangepast. Mijn vraag is natuurlijk uiteindelijk of dat alsnog kan. Mijn voorkeur zou niet overspel zijn, maar echtbreuk. Ik leg even uit waarom. Overspel is seks met een ander dan de echtgeno(o)t(e) of de vaste partner. Echtbreuk is het schenden van de huwelijkstrouw. In het geval van overspel gaat het om één van de getrouwden. Die heeft seks met een ander. Dat ligt wel heel dicht bij de bedoeling van het verbod, maar is het toch nog niet. Want ook de Tien Geboden worden samengevat door de hoofdsom: het liefhebben van God en de naaste. De eerste vier gaan over God, zes tot en met tie over de naaste. In de tweede helft staan dus niet vier geboden over wat je de naaste allemaal niet mag aandoen. Er staat: je blijft van je naaste af, je blijft van zijn vrouw af, je blijft van zijn spullen af, je blijft van zijn goede naam af, en je zult er niet eens aan denken. Het gaat er dus om dat jij de huwelijkstrouw van je naaste niet mag schenden. Als je overspel pleegt, doe jij iets onwettigs met een derde persoon. In de Tien Geboden wordt het juist verboden die derde persoon te zijn! Ook Jezus legt dat zo uit, want, zegt Hij, als je je vrouw wegstuurt om een andere reden dan overspel, dan maak je dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt. Je pleegt dus geen echtbreuk als je haar wegstuurt, wel als je als derde persoon seks met haar hebt, ook al is ze weggestuurd. Ja maar, is mij wel eens geantwoord, je vrouw is toch ook je naaste? Maar dat is niet het geval. je vrouw is één met jou. Jij en je vrouw zijn dezelfde persoon. "Eén vlees" gaat niet over seks, maar over de twee-eenheid als afspiegeling van de drie-eenheid. En dat is dan ook precies weer de reden dat je niet aan de vrouw van je naaste mag komen. Dus nogmaals mijn vraag, zou dit kunnen worden aangepast?


Antwoord

Een interessant gedachte die het zeker waard is om in overweging genomen te worden. Ik zou graag met de schrijver in discussie gaan. De eerste vraag die ik zou stellen is wat je voorstelt m.b.t. alle andere Schriftplaatsen waar dit grondwoord voorkomt. Het gaat om: EXO 20:14, LEV 20:10; DEU 5:18; JOB 24:15; PSA 50:18; SPR 6:32; 30:20; JES 57:3; JER 3:8,9; 5:7; 7:9; 9:1; 23:10,14; 29:23; EZECH 16:32,38; 23:37,45; HOS 3:1; 4:13,14; 7:4; MAL 3:5.

Reinier de Blois

Lees meer artikelen over:

bijbelvertalingen
Dit artikel is beantwoord door

Herziene Statenvertaling

  • Kerkelijke gezindte:
    Divers
  • Woon/standplaats:
    Divers
  • Status:
    Actief
98 artikelen
Herziene Statenvertaling

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
2 reacties
plderoos
03-06-2011 / 21:50
Die discussie ga ik zeker aan!! Het is wel even studeren en dat is niet in een middagje klaar.


Iemand nog goede input? :)
plderoos
04-06-2011 / 20:50
Dank u wel voor uw reactie op mijn vraag over de HSV. Mijn vraag ging over het vertalen van het 7e gebod, of daar echtbreuk of overspel moet staan. U vraagt wat ik voorstel m.b.t. de door u opgegeven tekstgedeelten.

Even vooraf: Het kan heel goed dat een zelfde woord soms anders vertaald moet worden. Als ik naar het nederlandse woord “patroon” kijk heeft dat heel wat mogelijkheden:
1. Beschermheer
2. Baas
3. huls met kogel (al dan niet met buskruit of iets anders en scherp of los)
4. (gedrags)vorm
5. (borduur)voorbeeld
6. tekening (op het behang)

Dus als ik, in één zin, de patroon van de schuttersvereniging een patroon in zijn geweer laat doen zal dat woord in bijvoorbeeld het engels met zowel “patron” als “cartridge” vertaald moeten worden. Het is natuurlijk wel zo dat als een woord in een zelfde situatie nóg een keer voorkomt dat het dan ook op dezelfde manier vertaald moet worden, concordant vertalen dus, een principe dat de SV en de HSV beide huldigen.

Ik ben geen kenner van de grondtekst maar uit de (vertaalde) context wordt duidelijk dat het woord dat voor echtbreuk of overspel gebruikt wordt op (zeker) drie situaties van toepassing is:
1. je gaat als getrouwd persoon met een ander naar bed
2. je gaat naar bed met iemand die getrouwd is.
3. Je bent van lichte zeden en gaat met jan en alleman naar bed

Het Van Dale woordenboek zegt daarover:
1. over•spel o seks met een ander dan de echtgeno(o)t(e) of de vaste partner
2. echt•breuk v(m) -en het schenden vd huwelijkstrouw
3. on•tucht v(m) 1 onkuisheid; 2 ongeoorloofde seks: ~ met minderjarigen

Zoals ik heb uitgelegd zou ik daarom in de eerste situatie consequent (oftewel concordant) vertalen met overspel, de tweede met echtbreuk omdat dat “het schenden van de huwelijkstrouw” is, in bijbelse zin ándermans huwelijkstrouw. (Dat Jezus dit ook zo uitlegt is een argument dat zwaar weegt.) De derde persoon zou ik willen betitelen als ontuchtig. Bijkomend voordeel is dat zo ook duidelijk wordt dat het 7e gebod niet betekent dat je niet mag scheiden. (echtscheiden is niet de bedoeling, maar dat is niet waar dit gebod over gaat)

Ik kom wat betreft de door u genoemde tekstgedeelten dan ook tot het volgende. (ik citeer steeds uit de HSV)

EXO 20:14 “U zult niet echtbreken”.
Het gaat er hier over dat je niet aan de vrouw van je naaste mag komen, echtbreken is hier dus correct.

LEV 20:10 “Een man die met de vrouw van iemand anders overspel pleegt, die met de vrouw van zijn naaste overspel pleegt, moet zeker gedood worden, de overspeler en de overspeelster.”
De vrouw is getrouwd, de man niet. De man is dus echtbreker, de vrouw overspeelster. Ik zou dus vertalen met: Een man die met de vrouw van iemand anders echtbreuk pleegt, die met de vrouw van zijn naaste echtbreuk pleegt, moet zeker gedood worden, de echtbreker en de overspeelster.

DEU 5:18 “En u zult geen overspel plegen”.
Zie EXO 20:14, hier zou i.p.v. overspel dus echtbreken moeten staan.

JOB 24:15 “Het oog van de overspeler wacht op de schemering; hij zegt: Geen oog mag mij waarnemen; en hij doet een masker voor zijn gezicht”.
Dit is uit het antwoord van Job aan Elifaz. Job vraagt zich af waarom God alwetend is (waarom zijn de tijden niet verborgen voor de almachtige) terwijl zij de Hem kennen dat niet zijn (zijn dagen niet zien) Hij beschrijft vervolgens het gedrag van mensen “die de grenzen aantasten”. Één daarvan is die overspeler. Uit het verband waarin Job over hem spreekt blijkt niet of hij een echtbreker of overspeler bedoeld terwijl het beide zou kunnen. Omdat het ook over moordenaars en dieven gaat (het 6e en 8e gebod) is het goed denkbaar dat Job iemand bedoeld die het 7e gebod schend. In dat geval moet voor echtbreker gekozen worden. Naar mijn mening echter heeft Job hier iemand in gedachten die er gewoonte van maakt bij anderen te slapen. Ik zou dus voor ‘ontuchtige’ kiezen.

PSA 50:18 Ziet u een dief, dan loopt u met hem mee; en uw deel is met overspelers.
In vers 16 staat dat God tegen de goddeloze spreekt over zijn verordeningen. Met name wordt dan ook de dief (8e gebod) genoemd, en in vers 19 komt kwaadspreken aan de orde (9e gebod) Als men dat wil kan dus weer voor echtbrekers gekozen worden, maar noodzakelijk is dat niet. Zowel in Job als hier wordt iemand bedoeld die, getrouwd of ongetrouwd, met Jan en alleman naar bed gaat. Mijn woordenboek noemt dat een ontuchtige.

SPR 6:32 “Wie met een vrouw overspel pleegt, is zonder verstand. Wie dat doet, richt zijn ziel te gronde”.
Dit is een tekst waarbij duidelijk is waar het over gaat. Eerst maakt de psalmist nog een vergelijk met; als je nou vuur bij kleren houdt, of over gloeiende kolen loopt, zul je dan niet verbranden? En dan: wie naar de vrouw van zijn naaste gaat zal niet voor onschuldig gehouden worden. Dan volgt dit vers waarna de dichter verder gaat met de mededeling dat de man zeker wraak zal komen nemen. Als je op kolen loopt verbrand je, als je echtbreuk pleegt komt de man zich wreken. Het gaat hier dus om een getrouwde vrouw. Het onderwerp van de zin, die hier met “wie” wordt aangeduid, is de echtbreker. Hier moet dus met echtbreuk vertaald worden.

SPR 30:20 “Zo is de weg van een overspelige vrouw: "zij eet, wist haar mond af en zegt: Ik heb geen onrecht bedreven”.
Hier wordt een vrouw bedoeld die zich gedraagt als de man in psalm 50:18. Ontuchtige vrouw zou dus een betere vertaling zijn.

JES 57:3 “Maar u, kom naderbij, kinderen van een waarzegster, gebroed van een overspeler en van iemand die hoererij bedrijft”!
Met gebroed van een overspeler worden bastaardkinderen, buitenechtelijke kinderen bedoeld. Het zijn de kinderen van een getrouwde man en een andere vrouw. De getrouwde man beschouwend is overspeler dus correct.

JER 3:8,9 “Maar Ik zag, toen Ik vanwege alles waarin het afvallige Israël overspel had gepleegd, haar weggestuurd had en haar een echtscheidingsbrief gegeven had, dat Juda, haar trouweloze zuster, niet bevreesd werd. Zij ging zelf ook hoererij bedrijven. Zo gebeurde het dat het land door haar lichtzinnige hoererij ontheiligd werd, want zij pleegde overspel met steen en met hout.”
Deze is wat lastiger omdat er tegelijkertijd over hoererij, overspel, trouweloosheid en scheiden wordt gesproken. Toch is er met goed lezen wel uit te komen. Israël pleegde hoererij onder elke groene boom. Hiermee wordt voor zover ik weet vruchtbaarheids feesten bedoeld. Hierbij werd vrije sex als religieus wondermiddel gezien en vandaar dat het onder elke groene boom gebeurde. Het ging er nogal ranzig aan toe. Juda was nog “getrouwd” met God maar ze gingen hetzelfde doen als Israël, en dat terwijl God Israël een scheidbrief had gegeven en Juda dus kon weten waar het op uit zou draaien. Maar in plaats van God trouw te blijven liepen ze achter de God van de sex (afgebeeld in steen en hout) aan. En dat is overspel. Volgens mij is de HSV hier dus volkomen correct.

JER 5:7 Hoe zou Ik u dit vergeven? Uw kinderen hebben Mij verlaten en zweren bij wat geen goden zijn. Als Ik hun overvloed geef, plegen zij overspel, en in het hoerenhuis drommen zij samen. (8) Weldoorvoede, hitsige hengsten zijn het, ieder hinnikt naar de vrouw van zijn naaste.
Deze is ook niet makkelijk. Want op het eerste gezicht zou je zeggen dat het erom gaat dat ze de Here verlaten hebben en dan zou het dus overspel moeten zijn. Vervolgens zie je ze samenkomen in hoerenhuizen wat betekent dat ze onderling zijn en dan heb je het over ontucht. Maar in het volgende vers (8) staat dat ze hun ogen richten op de vrouw van hun naaste. Dat geeft hier de doorslag en dus moet met echtbreuk vertaald worden. Want ook al kijk je maar naar de vrouw van je naaste om haar te begeren dan heb je in je hart al echtbreuk met haar gepleegd.

JER 7:9 Stelen, doodslaan, overspel plegen, valse eden afleggen, reukoffers brengen aan de Baäl, andere goden achternagaan, die u niet gekend hebt,
Jeremia spreekt hier over israël dat denkt dit allemaal te kunnen doen om vervolgens weer braaf naar de tempel te komen en te menen dat het wel goed zit tussen hen en God, wat dit is toch ’s Heren tempel! Op zich maakt het dus niet uit hoe je hier vertaald. Maar omdat overspel hier tussen andere specifieke verboden staat: Doodslaan Stelen en een Vals getuigenis geven, gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar echtbreken.

JER 9:1 (1) Och, was mijn hoofd maar water en mijn oog een bron van tranen, ik zou dag en nacht wenen over de gesneuvelden bij de dochter van mijn volk. (2) Och, had ik in de woestijn maar een kamp voor reizigers! Ik zou mijn volk verlaten, ik zou bij hen weggaan, want zij zijn allen overspelers, een trouweloos gezelschap.
Jeremia klaagt hier over de ontrouw van Israël. Ze zijn zelf ontrouw aan God. Overspelers is hier dus correct. Ook exegetisch klopt het dan want Jezus zegt Dat als je je vrouw wegstuurt om een ándere reden dan ontucht dat je dan maakt dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt. Blijkbaar mag je haar wél wegsturen of verlaten als zij overspel gepleegd heeft. En dus heeft Jeremia dat recht hier ook.

JER 23:10 (10) Want het land is vol overspelers, ja, vanwege de vervloeking treurt het land, verdorren de weiden van de woestijn. Wat zij najagen is slecht, hun kracht gebruiken zij niet juist. (11) Want zowel profeet als priester pleegt heiligschennis, zelfs in Mijn huis heb Ik hun slechtheid gevonden, spreekt de HEERE. … … (14) Maar bij de profeten van Jeruzalem heb Ik iets afschuwelijks gezien: zij plegen overspel, met leugen gaan zij hun weg zij bemoedigen de kwaaddoeners, zodat niemand zich bekeert van zijn slechtheid. Zij allen zijn voor Mij als Sodom, en zijn inwoners als Gomorra.
Wat ze hier doen blijkt uit vers 11, ze plegen heiligschennis, ze zijn ontrouw aan God. Overspelers en overspel is hier dus correct.

JER 29:23 omdat zij een dwaasheid in Israël hebben gedaan: zij hebben overspel gepleegd met de vrouwen van hun naasten en spraken in Mijn Naam een leugenwoord, dat Ik hun niet geboden had. Ik ben het Die dat weet en ben er Getuige van, spreekt de HEERE.
Hier gaat het weer over de vrouw van je naaste en dus zou echtbreuk beter op zijn plaats zijn.

EZECH 16:32,38 (32) U, vrouw die overspel pleegt, neemt in plaats van haar eigen man vreemde mannen! (38) Ik zal u oordelen overeenkomstig de bepalingen voor overspelige vrouwen en vrouwen die bloed vergieten. Ik zal u overgeven aan de bloeddorst van grimmigheid en van na-ijver.
Niet alleen uit vers 32 maar uit heel het hoofdstuks is duidelijk dat het volk Israël aan God ontrouw is geworden. Terwijl God haar tot Zijn eigendom gemaakt had is ze bij hem weggelopen en anderen achterna gegaan. Een duidelijk geval van overspel dus.

EZECH 23:37,45 (37) want zij hebben overspel gepleegd, er kleeft bloed aan hun handen. Met hun stinkgoden hebben zij overspel gepleegd. Zelfs hun kinderen, die zij Mij gebaard hebben, hebben zij voor hen als voedsel door het vuur laten gaan. (45) Maar rechtvaardige mannen, die zullen hen berechten overeenkomstig de bepaling voor overspeelsters en de bepaling voor wie bloed vergoten hebben. Zij zijn immers overspeelsters en er kleeft bloed aan hun handen!
Eigenlijk herhaalt Ezechiël hier wat Jeremia ook uitgesproken heeft. Het gaat over de ontrouw van Israël (Ohola, Samaria) en hoewel Juda (Oholiba, Jeruzalem) de straf daarop zag heeft ze het nagedaan. Het is dus weer een verhaal van ontrouw van Israël aan haar Man, God, en dus is er sprake van overspel.

HOS 3:1 De HEERE zei tegen mij: Ga opnieuw, bemin een vrouw die bemind wordt door haar levensgezel, maar overspel pleegt, zoals de HEERE de Israëlieten bemint, hoewel zij zich wenden tot andere goden en houden van rozijnenkoeken.
Hosea krijgt opdracht een getrouwde vrouw te beminnen die al bekend stond als overspelig. Zij gaat dus met andere mannen naar bed terwijl ze getrouwd is en dat is inderdaad overspel.

HOS 4:13,14 (13) Op de toppen van de bergen offeren zij, op de heuvels brengen zij reukoffers, onder eik, populier en terebint, omdat hun schaduw goed is. Daarom bedrijven uw dochters hoererij en plegen uw schoondochters overspel. (14) Ik zal niet meer zien naar uw dochters omdat zij hoererij bedrijven, en naar uw schoondochters, omdat zij overspel plegen,
Ook hier profeteert Hosea tegen hetzelfde gedrag als Jeremia. Het gaat hier niet over getrouwde stellen maar over feesten met vrije sex. Ook gebruikt Hosea hier de vorm die in de bijbel veel vaker voorkomt, herhaling op een andere manier. Hij bedoelt te zeggen dat alle jongedames hoereren. In dit geval zou ontucht dus een betere keuze zijn.

Hos 7:4 (1) Een dief breekt in, een roversbende plundert op de straat. (2) Maar zij zeggen niet in hun hart dat Ik al hun kwaad in gedachten houd. Nu dan, hun daden omringen hen, ze zijn voor Mijn aangezicht bedreven. (3) Met hun slechte daden verblijden zij de koning, met hun leugens de vorsten. (4) Allen plegen zij overspel,
Deze is weer wat lastig. Want het onderwerp in dit hoofdstuk is weliswaar de ontrouw van Gods volk waardoor je inderdaad aan overspel zou kunnen denken. Toch ben ik van mening dat hier een rijtje zonden wordt opgenoemd waar ze zich allemaal aan schuldig maken. Één daarvan is blijkbaar het gebrek aan seksuele moraal. Ik zou hier dus voor ontucht kiezen.

MAL 3:5 Ik zal naar u toe komen voor het oordeel. Ik zal een snelle Getuige zijn tegen de tovenaars, tegen de overspelers, tegen hen die valse eden afleggen en tegen hen die het loon van een dagloner met geweld inhouden, die het recht van weduwe, wees en vreemdeling ombuigen, en Mij niet vrezen,
Omdat niet duidelijk is of het over getrouwde mensen gaat denk ik dat het weer over dezelfde losse moraal gaat als bij Hosea en zou ik dus vertalen met ontuchtigen (of ontuchtplegers)
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Geloofsleven niet te combineren met verkering

Opnieuw m’n vraag: Ik kan mijn geloofsleven niet combineren met verkering! Wat moet ik doen? Voor ds. Arkeraats. Ik stelde deze vraag omdat ik de Heere mag kennen en liefhebben. Ik heb een poosje teru...
Geen reacties
03-06-2006

Het geloof (on)rechtmatig toe-eigenen

Geachte heer Van Dooijeweert, ik heb een vraag over een antwoord van u over de toeëigening van het heil. U geeft een voorbeeld van een horloge wat op de tafel ligt en als je je hand ophoudt, ontvang j...
Geen reacties
03-06-2006

Engelse niveau onder refojongeren

Op school zijn wij van plan om een onderzoek te doen naar het Engelse niveau onder refojongeren. Het idee is dat het niveau lager is in vergelijking met de rest van Nederland. Is dat echt zo, of is da...
2 reacties
03-06-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering