Pinkstertekenen
Ds. J.J. van Holten | 2 reacties | 24-05-2011| 17:00
Vraag
Hoe zit het nou precies met Pinksteren? Wie werden er vervuld met de Heilige Geest? De 120 mensen die bijeen vergaderd waren, of alleen de elf discipelen? Wie spraken er in andere talen, deden wonderen, etc. Alleen de discipelen?
Antwoord
Je stelt een nuttige vraag over de Pinkstertekenen zoals we daarvan lezen in Handelingen 2. Ongetwijfeld komt deze vraag voort uit het feit dat uit de tekst niet telkens duidelijk wordt wie nu precies wat doet of meemaakt.
Eerst even iets over onze omgang met de Schriften. God openbaart in Zijn Woord datgene wat voor ons mensen van belang is om te geloven en niet datgene wat wij wel graag zouden willen weten. Het zou best eens zo kunnen zijn (en ik denk dat dat in bepaalde gevallen zeker zo is) dat dingen die niet belangrijk zijn, of waarvan God vindt dat wij dat niet hoeven te weten, of zelfs beter niet kunnen weten, ons niet worden geopenbaard. Ik denk bijvoorbeeld ook aan het slot van Johannes 20 en het slot van Johannes 21.
Maar dan nu Handelingen 2. Als we de teksten zo lezen is het zeer aannemelijk dat we met “allen” in Handelingen 2 vs. 1 aan méér mensen moeten denken dan aan de elf discipelen. Het gaat in het voorafgaande namelijk over de eerste gemeente, waarbij zelfs 120 mensen samen zijn. In die samenkomst wordt een nieuwe opziener gekozen in de plaats van Judas. Zoals je weet is de hoofdstukindeling van latere datum. De tekst liep in de originele handschriften gewoon door. Dus als in 2:1 sprake is van allen moeten we waarschijnlijk aan die 120 denken die vervuld werden met de Geest en spraken in vreemde talen. Daartegen pleit de uitdrukking in vers 2:7 dat het allemaal Galileeërs waren die spraken. Het kan dus zijn dat ze wel alle 120 vervuld werden door de Geest maar dat alleen de apostelen (mannen van Gallilea, als tenminste ook Matthias uit Gallilea kwam, en dat weten we weer niet zeker) in vreemde talen spraken. Gezien de grootheid van de menigte en de vele nationaliteiten die aanwezig waren is dat echter weer niet zo aannemelijk. We weten het niet met zekerheid.
Overigens is het de vraag of het noodzakelijk is om dat te weten voor ons persoonlijk geloof. De mensen die er toen bij waren en vol werden van de Geest vormen de zogenaamde oergemeente, het prille begin van de Christelijke Kerk op aarde. De Kerk waartoe alle christenen mogen behoren. De Geest die dáár begon is verder gegaan met Zijn werk, daar is het hele boek van de Handelingen vol van. Dus die Geest is ook op jou uitgestort. Trouwens dat wordt ook met zoveel woorden gezegd als de profetie van Joël wordt geciteerd door Petrus in 2:16-17, dat de Geest uitgestort werd op alle vlees. (op alle mensen)
Uiteindelijk is de vraag wie of wat in Handelingen 2 dus niet zo belangrijk. Het is Gods begin dat is doorgegaan en nog doorgaat door de kracht van Gods Geest om ook ons na zoveel eeuwen nog of weer te vervullen met Gods Heilige Geest en ons te vervullen met de gaven van Zijn Geest.
Ik hoop dat ik, je met dit antwoord wat verder heb kunnen helpen in het denken over deze dingen.
Vriendelijke groet,
Ds. J. J. van Holten, Bergambacht
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief