Vrouw met beslist wél een eigen wil
Ds. G.J. Blankers | 3 reacties | 20-05-2011| 13:01
Vraag
Christus is het hoofd van de gemeente en de man het hoofd van de vrouw. Er wordt gezegd dat de man niet méér is dan de vrouw, maar als je het beeld doortrekt dan kun je dat toch niet volhouden, want Christus is wel meer dan de gemeente. Ik heb hier zo vreselijk veel moeite mee: het voelt zo minderwaardig en vernederend. Ik las pas ergens dat het lichaam geen eigen wil heeft maar dat alle beslissingen van het hoofd komen, van de man dus. Nou ben ik een vrouw maar ik heb beslist wél een eigen wil. Als ik toch alleen maar een willoos lichaam moet zijn, waarom heb ik dan een wil? Zo doet het alleen maar enorm pijn. Nu zal de theorie wel komen dat een man zijn eigen vlees niet haat en daar dus rekening mee zal houden, (als het goed is) maar het feit blijft dat in de twee-eenheid van man en vrouw ook twee 'willen' zijn. De man gaat dus beslissen welke van die twee 'willen' gaat gebeuren. Ik wil God gehoorzamen, maar ik voel me verschrikkelijk ongelukkig, vernederd, opstandig en nog een heleboel negatiefs meer, met mijn positie. Ik heb al honderdduizend keer aan God gevraagd om berusting en gehoorzaamheid en in de praktijk gaat het allemaal wel redelijk maar het voelt zo fout, zo heel erg fout! Echt heel erg. Kan ik van dat negatieve gevoel afkomen, en zo ja hoe?
Antwoord
Beste vraagstelster,
Ik wil eigenlijk als eerste opmerken, dat, als ik er niet naast zit, er in jouw/uw vraag zo heel erg veel pijn en verdriet doorklinkt. Misschien heb ik het verkeerd, maar ik krijg de indruk dat er achter jouw/uw vraag heel wat schuil gaat. In een pastoraal gesprek zou ik voorzichtig, maar toch duidelijk aan de orde stellen in welk opzicht jullie/uw beider wil met elkaar botsen. Waarover bestaat er eigenlijk onenigheid en vooral ook de vraag: hoe gaan jullie/u beiden daar mee om?
Laten we niet uit het oog verliezen, dat wij allen besmet worden door het geestelijk klimaat waarin wij leven. Dat klimaat is niet neutraal en evenmin waardenvrij. We ademen de lucht van de geest van deze eeuw in en, laten we niet vergeten, dat de geest van deze eeuw maar al te gemakkelijk aansluiting bij ons zondige hart vindt. Wat betreft de verhouding tussen man en vrouw (en in het verlengde daarvan het huwelijk) wordt allerwege gelijkwaardigheid en gelijkheid gepredikt. Dat gebeurt op een krampachtige manier, omdat geprobeerd wordt af te rekenen met het eeuwenoude culturele erfgoed dat de sporen draagt van de doorwerking van de Bijbel als Gods Woord. Die krampachtigheid openbaart zich in de tunnelvisie als was de man identiek aan de vrouw en de vrouw identiek aan de man. Die gedachte moet maatschappelijk worden doorgevoerd.
Niet te ontkennen valt echter dat er een schepselmatig verschil is tussen man en vrouw. Zowel de man als de vrouw hebben elk hun eigenheid zoals hen door de Schepper gegeven. Dat strekt zich ook uit over de positie van de één tot de ander. Er zijn gegevenheden in dit leven die zijn zoals ze zijn, niet omdat het noodlot dat zo bepaald heeft, maar omdat de Heere dat zo gewild heeft. Zo wordt de één geboren als man en niet als vrouw en de ander als vrouw en niet als man. Wij allen worden wel geboren als kind van onze ouders, maar niet ieder is de oudste in het gezin. Niet ieder ontvangt dezelfde kwaliteiten. Daarin is diversiteit en dat is maar goed ook. Niet ieder krijgt immers dezelfde plaats van Gods wege in het maatschappelijk bestel. Ook daarin openbaart zich Gods voorzienigheid en wijsheid.
Als het gaat over Gods eeuwige verkiezing en verwerping gebruikt de apostel Paulus in rom 9 het voorbeeld van de pottenbakker: “Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken het ene vat ter ere, en het andere ter onere?” (vers. 21). Datzelfde voorbeeld zouden we ook in dit verband kunnen toepassen. Het schuilt in ons aller harte niet tevreden te zijn met de plaats die God ons heeft gegeven. Ik schrijf dat uit de aard der liefde! Dat geldt echt voor ons allemaal! Opstand, het niet eens zijn met de Heere, leeft veel meer in ons aller hart dan wij vaak ook maar beseffen en vanuit die opstand wagen wij het om de Heere ter verantwoording te roepen.
Uit jouw/uw vraag blijkt, dat je/u weet wat er in Gods Woord staat met betrekking tot de verhouding van man en vrouw en in het verlengde daarvan het huwelijk. Toch wil ik een aantal dingen uit Gods Woord er uitlichten. In Ef. 5:23 en 24 staat: “Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams. Daarom, gelijk de gemeente Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen haar eigen mannen in alles.” In 1 Kor. 11:3 lezen wij iets soortgelijks: “Doch ik wil dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.” Op beide Schriftplaatsen wordt het beeld van het hoofd gebruikt. Nu zijn wij gewend om het woord "hoofd" veelvuldig in de overdrachtelijke betekenis te gebruiken. De betekenis is dan: "iemand die leiding geeft." Ongetwijfeld klinkt deze betekenis ook in Ef. 5:23 en 1 Kor. 11:3 door. Dat blijkt wel uit Ef. 5:22: “Gij vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, gelijk den Heere.” Toch ligt de klemtoon wanneer dit beeld gebruikt wordt in het Nieuwe Testament in eerste instantie op iets anders, namelijk daarop, dat er geen lichaam is zonder hoofd en dat er omgekeerd geen hoofd is zonder lichaam. Er bestaat tussen die beide een onlosmakelijke band. Die band is een van God geschapen en daarmee een van God gewilde band. De nadruk ligt er dus op dat hoofd en lichaam een eenheid vormen. Daarom schrijft Paulus binnen het verband van 1 Kor. 11: “Nochtans is noch de man zonder de vrouw, noch de vrouw zonder den man, in den Heere” (vers 11). Je/u kunt dat vergelijken met Gen. 2:24: “Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot één vlees zijn”. Het hoofd is op het lichaam aangewezen en het lichaam op het hoofd.
Nu wordt er in Ef. 5 een vergelijking gemaakt tussen de eenheid die er is tussen Christus en Zijn gemeente en de eenheid tussen man en vrouw. Paulus schrijft, dat de man het hoofd is van de vrouw op dezelfde wijze als Christus het Hoofd der gemeente is. Dat is nogal een vergelijking! Wie is Christus immers voor Zijn gemeente? Hij is de Behouder van het lichaam. Hij verderft haar niet. Hij is niet als een despoot jegens haar. Hij behandelt haar niet als slavin die in afgedwongen gehoorzaamheid uit angst voor straf bevelen ten uitvoer brengt. Nee, Hij is haar Behouder of Zaligmaker, zoals het Griekse woord ook vertaald kan worden. In Ef. 5:25 wordt dat wat het Hoofd Christus jegens Zijn lichaam doet, omschreven als liefde en wel zulk een volkomen, zichzelf in alle opzichten wegcijferende liefde, dat Hij alles, want Zichzelf, in de waagschaal legt ten behoeve van de behoudenis, de zaligheid van Zijn gemeente. Hij stoot niet weg omdat de zonde Hem een gruwel is, maar, terwijl de zonde Hem een gruwel is, offert Hij Zichzelf op, nota bene door tot een vloek te worden, opdat Hij zo anderen die zich een eeuwige schuld op de hals hebben gehaald, verlossen zou van Gods toorn. Welk een liefde klinkt er door in de woorden: “Opdat Hij haar Zichzelven zou heerlijk voorstellen, een gemeente die geen vlek of rimpel heeft of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig en onberispelijk zijn voor Hem” (Ef. 5:27). Daarin klinkt door hoezeer Hij Zich erin verlustigt hoe Zijn gemeente wordt door het alles overtreffende offer dat Hij brengt. Lees in dit verband ook een Hebr. 12:2: “… Dewelke voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht …”
Zo, zoals Christus Zijn gemeente liefheeft, heeft naar Gods Woord een man zijn vrouw lief te hebben: “Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben gelijk hun eigen lichamen” (Ef. 5:28). Let hierbij ook een op het woordje "schuldig"! Er is een plicht, een opdracht en dat van Godswege! Aan minder mag een man niet voldoen! Alles wat minder is, is schuld, zonde. Echter welke man kan hieraan voldoen? Welke man die zichzelf in het licht van deze Schriftplaatsen onderzoekt, heeft niet alle reden zich met schaamte voor Gods aangezicht te verootmoedigen, omdat hij niet de man is die hij in het licht van Gods Woord en daarmee volgens Gods bedoeling zou moeten zijn? Het is niet zo dat in deze Schriftgedeelten eerst en vooral of zelfs uitsluitend iets wordt gevraagd van de vrouw. Er wordt minstens zoveel (en misschien nog wel veel meer!) de nadruk gelegd op hoe de Heere wil dat de man is in het huwelijk! Liefde als eigenliefde is God-loos en daarmee goddeloos.
Het gaat er in het huwelijk niet om dat de wil van de man mag en (met de Bijbel in de hand) moet prevaleren boven de wil van de vrouw. Het gaat daarom dat zij beiden zich hebben te schikken naar de wil van de Heere en daarin is het een heilige plicht van de man zichzelf en zijn vrouw (als een eenheid, zoals het hoofd niet los kan bestaan van het lichaam) voor te gaan. Samen de knieën te buigen, samen het niet te weten en Gods hulp en bijstand in te wachten, welk een weldaad is dat! Samen te zoeken naar datgene wat de Heere (en niet de man noch de vrouw) wil dat wij doen zullen. Gods geboden zijn heilzaam: “Ook wordt uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is groot loon” (Ps. 19:12). Dat geldt ook in dit opzicht. Laat de maatschappij ons maar voor ouderwets of erger houden, maar geloof me, dat te mogen gaan in de weg die de Heere ons wijst (hoezeer dat ook na genade te hebben ontvangen met vallen en opstaan is) neemt alle negatieve gedachten weg en maakt dankbaar.
Ontvang een hartelijke groet en wees de Heere in alles bevolen,
Ds. G. J. Blankers
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.J. Blankers
- Geboortedatum:03-03-1972
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Oldebroek-'t Harde
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Toch heeft een vrouw een andere positie dan een vrouw. Je kunt bijv. lezen dat de vrouw is geschapen als hulp van de man. Ik hoorde eens dat hier hetzelfde woord hulp wordt gebruikt als in Psalm 146: Zalig hij die in dit leven, Jakobs God ter hulpe heeft. Dus dat is helemaal niet negatief bedoeld! Zoals een man een vrouw tot hulp kan hebben, hebben wij allemaal Gods hulp nodig...
Als een man misbruik maakt van zijn positie als hoofd door de vrouw als een willoos iemand of slaafje te zien, dan is dat niet goed. Zo staat het niet in het huwelijksformulier. Als je dat wel zo ervaart denk ik dat het tijd is om hulp in te roepen van een dominee of hulpverlener!
Hier is de link;
http://www.jijdaar.nl/index.php?option=com_docman&task=cat_view&gid=102&Itemid=160
Gods zegen toegewenst!