Paulus vrouwonterend
Ds. P.D.J. Buijs | 2 reacties | 24-02-2011| 11:00
Vraag
Aan ds. Buijs. Ik schrik altijd van 1 Timotheüs 2: 9-15; over de vrouw in de gemeente. Ik ben zelf een jongen, dus het is niet dat ik me beledigd voel door dit gedeelte. Maar ik vraag me af hoe ik tegen dit gedeelte aan moet kijken. En daarbij alle andere Bijbelgedeelten waarin Paulus over de rol van de vrouw spreekt. Ik vind het bijvoorbeeld zo stuitend dat Paulus in vers 14 eigenlijk de vrouw de schuld geeft van de zondeval, want zij is eerst misleid en niet Adam. Terwijl mij geleerd is dat wij -als mensen van deze tijd- precies hetzelfde gedaan zouden hebben. Paulus vind ik, ook in Korinthe, zo vrouwonterend schrijven; alsof vrouwen een ballast zijn. En ik weet wel dat hij ook zegt dat het beter is te trouwen, als je daarnaar verlangt. Maar hij ziet over het hoofd dat je ook in een relatie samen tot God kunt gaan en elkaar kunt steunen om meer te bidden en uit de Bijbel te lezen. Ik wil graag de Bijbel zien als een boek dat niet aan actualiteit gebonden is, maar met dit voor mij vrouwonterende stuk weet ik geen raad. Waarom zou God anders vrouwen met bepaalde talenten, als leidinggeven, onderwijzen en welbespraaktheid geschapen hebben? Kortom, moeten we Paulus' woorden tegen de achtergrond van die tijd lezen (al blijft de stelling die hij poneert in 1 Tim. 2: 13-14 hetzelfde), of moeten we het echt zo zien dat de vrouw altijd moet luisteren naar de man (iets wat ik niet eens wil, want soms is het beter dat ik luister naar m'n vriendin). Excuus voor de lange vraag, maar ik zou er zo over door kunnen blijven typen, het zit me echt hoog! Alvast hartelijk dank voor het antwoord.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste lezer,
Dank voor de vraag; een vraag die de gemoederen al decennia lang bezig houdt en in heel wat kerken tot intensieve discussie heeft geleid. Vooropgesteld: we zullen ook in deze dingen moeten blijven uitgaan van het gezag van de Heilige Schrift en niet van ons gevoel of onze culturele insteek. De Bijbel blijft haaks staan op elke cultuur! Een theoloog zei eens: "Als een bepaalde tekst jou niet ligt, moet jij anders gaan liggen en niet die tekst!"
Maar nu terzake. De grondstructuur van het Bbjbelse onderwijs over de verhouding man en vrouw is, dat ieder een eigen plaats van de Heere heeft ontvangen. De een is niet meer dan de ander, maar wel anders. En is het onze Schepper niet geoorloofd aan man en vrouw hun eigen plaats te wijzen: de man als hoofd van de vrouw, de vrouw als zijn "hulpe tegenover"? Bedenk daarbij dat er in het Paradijs volkomen harmonie was, dus dat het eerste mensenpaar dit absoluut niet als een probleem heeft ervaren, maar er op een natuurlijke manier invulling aan heeft gegeven. De problemen kwamen pas door de zondeval: toen werd niet alleen de verhouding tot God scheef getrokken, maar ook die tussen man en vrouw.
Maar met de orde die de Heere van oorsprong heeft ingesteld, is helemaal niets mis. Het is juist zo, dat als mensen leren buigen voor Christus, dat ook in hun huwelijk en in de gemeente van Christus in de onderlinge verhouding van man en vrouw zal blijken: Gods bedoeling met man en vrouw, ook in hun onderlinge verhouding, wordt weer zichtbaar.
We kijken nu naar 1 Timotheüs 2. Paulus begint met: "ik wil dan..." Dat betekent niet dat hij zijn persoonlijke gedachten gaat ventileren. We moeten het lezen in het licht van vers 7 waarin hij zijn apostolisch gezag onderstreept. Zo moeten we dus ook het vervolg lezen: het komt met gezag van Godswege naar ons toe, en niet als een menselijke mening of tijdgebonden opvatting. Het is geldig "voor alle plaatsen" (vers 8). De apostel zegt namens de Heere dat zowel mannen als vrouwen zich in het huis van God op een heilige manier moeten gedragen: in het gebed, in de onderlinge omgang, in kleding en haardracht, in heel de levenswandel. In vers 11 geeft Paulus niet alleen aan dat vrouwen aanwezig mogen zijn bij het onderwijs uit Gods Woord in het midden van de gemeente (in bepaalde joodse kringen mag dat immers niet), maar vooral ook hoe zij zich hierbij dienen te gedragen. Het stil zijn dat hier bedoeld wordt is niet een monddood maken van de vrouw, maar de stille aandacht van de leerling die onderwijs ontvangt.
Als gezegd wordt dat de vrouw zich moet onderwerpen, wordt dat bedoeld: onderwerping aan de leer van Gods Woord zoals mannen die behoren te brengen. Twee dingen mag zij niet doen: onderricht geven en gezag uitoefenen over de man. Het "leren" ziet op de publieke verkondiging van Gods Woord. Dat is in het bijzonder de taak van de ouderlingen, die daarom ook bekwaam moeten zijn om te onderwijzen (zie 1 Tim. 3:2, 5:17, 2 Tim. 2:2).
Deze activiteit is niet voor de vrouw bestemd, althans niet in de openlijke samenkomst van de gemeente. Dat vrouwen op allerlei andere manieren ingezet kunnen en mogen worden, staat buiten kijf; denk alleen al aan de manier waarop Priscilla samen met haar man nader onderricht geeft aan de welsprekende Apollos (Hand. 18:26). Wat een zegen als er in een gemeente vrouwen zijn met geestelijk inzicht die bijvoorbeeld ook voor hun dominee veel kunnen betekenen; ik zou uit eigen ervaring voorbeelden kunnen noemen!
Er mag ook in onderlinge contacten (ook tussen vriend en vriendin) sprake zijn van elkaar onderwijzen, zie bijv. Koloss. 3:16. Verder mag de vrouw volgens vers 12 geen heerschappij voeren over de man. De apostel fundeert dat niet in de cultuur van zijn dagen -dan zou het tijdgebonden kunnen zijn- maar in de schepping. De volgorde waarin Adam en Eva geschapen werden, geeft tegelijk het verschil in verantwoordelijkheid tussen man en vrouw aan. Deze orde van God moet blijvend gerespecteerd worden.
Dat de vrouw geen gezag mag uitoefenen in de kerk is dus niet een gevolg van de zondeval, maar heeft te maken met de eigen positie die de Heere vanaf de schepping aan man en vrouw gegeven heeft. Maar die eigen positie werd door de vrouw niet erkend en geëerbiedigd. Dat zegt de apostel in vers 14. Ondanks het feit dat Adam eerst geschapen is, is de vrouw het eerst in overtreding geweest. Ze heeft daarmee het leiderschap van de man niet erkend en heerschappij over hem uitgeoefend.
Vers 15 is niet bedoeld in de zin van "het enige recht van de vrouw is het aanrecht". Er is voor de vrouw behoud, als zij de plaats inneemt die de Heere haar heeft gegeven. Die is niet gelegen in het heersen over de man, maar in liefdevolle zorg voor man en kinderen - uiteraard voor zover zij getrouwd is en kinderen heeft. Waarschijnlijk staat hier ook de reactie van Paulus op de achtergrond tegen de dwaalleer die verbood om te huwen (1 Tim. 4:1-5). Paulus wijst deze dwaalleraars zonder hen te noemen hier terecht, terwijl hij uitdrukkelijk de vrouwen de hun door God gegeven plaats wijst. Laten zij die plaats gelovig en in heiliging innemen.
Als het gaat over het gehuwd of ongehuwd zijn: Paulus weet vele goede woorden over het christelijk huwelijk te zeggen. Het mag een afspiegeling zijn van de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente - zie Efeze 5:22-33 (een prachtig gedeelte!). Maar in Korinthe 7 laat hij tegenover een overspannen seksualiteitsbeleving (Korinthe was een heel 'rosse' stad, waar op seksueel gebied de gekste dingen konden die ook in de gemeente doordrongen, zie 1 Kor. 5:1 en 6:12-20) dat ongehuwd zijn een gave van God kàn zijn. Dat is een heel ontspannen geluid temidden van een stad waar je op seksueel gebied zo nodig van alles moet!
Je ziet: ook zo'n gedeelte moet je nauwkeurig bestuderen in de context, anders doe je de apostel onrecht en mis je het heilzame onderwijs dat hij bedoelt te geven.
Samenvattend:
-man en vrouw zijn volkomen gelijkwaardig, maar niet gelijk, en dat is vanaf de schepping zo door God bedoeld;
-dat man en vrouw gelijkwaardig zijn betekent niet dat zij binnen de gemeente van Christus precies dezelfde taken krijgen;
-vrouwen kunnen in de gemeente geen officiële ambtelijke positie innemen waarbij zij gezag uitoefenen over de man, maar hebben wel tal van andere mogelijkheden om zich in te zetten voor de opbouw van de gemeente.
met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Bovenstaand gegeven mis ik(tot mijn verdriet) nogal eens in een gemeente. Ik ken genoeg voorbeelden van vrouwen die meer geestelijke wijsheid hebben dan bepaalde ouderlingen...
Dat Eva misleidt was en Adam niet daarmee is gelijk gezegd dat Adam op dat moment zijn verantwoordelijkheid niet genomen heeft want hij was erbij volgens Gen.3:6 ...en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was...
Er staat dat Adam niet misleidt werd dus hij wist wat hij deed, hij had Eva tegen moeten houden en zeker niet zelf moeten eten.
Ze namen dus allebei niet de plaats in die God hen gegeven had.
Paulus zegt ook: Ef.5:25 Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven. En 28: Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen... en 33: Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf...
Ja, mannen kunnen vrouwonterend met hun vrouw omgaan maar dan handelen ze niet volgens de Bijbel.
of moeten we het echt zo zien dat de vrouw altijd moet luisteren naar de man...
Als een man van zijn vrouw vraagt iets te doen tegen Gods Woord mag ze niet eens luisteren.