Reeël beeld van God
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 02-02-2011| 11:18
Vraag
Hoe kan ik tijdens het bidden een reeël beeld van God krijgen? Natuurlijk weet ik wel dat de mens geen voorstelling kan maken van Hem, omdat Hij te groot is voor ons begrip, maar nu bid ik zo vaak zonder een idee tot Wie ik bid.
Antwoord
Ieder die gelooft maakt een voorstelling van God. Zelfs al is dat bij valse godsdiensten uitermate vaag: “god als het absolute zijn of het niets.” Een voorstelling van God hebben is wat anders dan een beeld maken, dat men aanbidt. Het gaat er om dat we geen verkeerd beeld van God maken. Een verkeerd beeld is een voorstelling die geen recht doet aan wat God over zichzelf heeft bekendgemaakt, heeft geopenbaard. Daarom moeten we raad zoeken bij en ons laten onderwijzen door de heilige Schrift, de Bijbel.
1. Jezus Christus heeft geleerd dat we bidden mogen en moeten tot “Onze Vader”. Daar is al een beeld of voorstelling. En ook zijn alle aardse vaders met gebreken, het ideaalbeeld van een goede vader is ons niet onbekend.
2. De zogenoemde Apostolische Geloofsbelijdenis begint met drie beelden van God: “Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde”. Opnieuw wordt Hij hier ons als Vader voorgesteld. Maar tevens als de oneindig almachtige. En ten derde als Schepper. Wij kunnen de zon, door hem geschapen, al niet voorstellen of met het blote oog aanschouwen, hoeveel te meer geldt dat van de maker.
3. In het boek van de Psalmen staan de gebeden van David en anderen. In die gebeden gebruikt de bidder vele beelden en voorstellingen. God heeft handen en ogen, een sterke rechterhand, etc. God heeft zich aangepast aan ons bevattingsvermogen door deze voorstellingen toe te laten. Bidt de Psalmen maar na, daarin is meer diepte dan in allerlei gezangen of opwekkingsliederen en -refreinen.
4. Maar het gaat nog dieper: de evangelist Johannes schrijft: “Niemand heeft ooit God gezien, maar de eniggeboren Zoon van God heef Hem aan ons verklaard” (Johannes 1:18). Dat betekent dat we (alleen) in en door Jezus Christus mogen weten hoe God is. Wie deze verklaring, om wat voor reden ook, afwijst, wijst God zelf af. Daarom kunnen we ook zingen met de Bedezang voor de Predicatie (Enige Gezangen, no 8): “O God, die onze Vader zijt, die t’ allen tijd’, ons uwe tegenwoordigheid, in Christus wilt betonen.”
5. Ten slotte: Bidden is antwoord geven aan God. Hij spreekt als eerste en wij moeten daarop reageren. Hij veroordeelt ons terecht om onze zonden, daarop past vernedering en schuldbekentenis. Hij biedt zijn vergeving ons aan, daarop past geloof en dankbaarheid. Bidden is antwoorden. Dus eerst lees je in de Bijbel. Daar ontmoet je God in allerlei gestalten: als wetgever, als rechter, als Vader, als de heilige, als de trouwe bewaarder en beschermer, als gids, etc. Het gebed als antwoord mag dat beeld en die voorstelling van God dan ook gebruiken.
6. Wat en hoe we in deze tegenwoordige tijd God mogen en kunnen voorstellen is niets vergeleken met wat er in de toekomst gebeurt. Spotters en verachters zullen God in zijn gerechtigheid en toorn niet kunnen ontwijken. Liefhebbers van Hem zullen zien dat Hij nog veel heerlijker is. Paulus beschrijft dat zo: we zien nu nog maar in een beslagen spiegel in de schemering, maar straks . . . ! (1 Korinthiërs 13:12).
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa