Besnijdenis en doop van de Heere Jezus
Ds. C. den Boer | 4 reacties | 02-12-2010| 12:30
Vraag
Enige tijd geleden heb ik een vraag gesteld over de doop (naast de besnijdenis) van de Heere Jezus. Hierop heb ik een antwoord gekregen van ds. Den Boer op een eerder gestelde vraag uit 2009. Ik heb dit antwoord goed doorgelezen, maar vind hierin geen antwoord op mijn vraag waarom de Heere Jezus Zich -ondanks dat Hij al besneden was- ook liet dopen. In het antwoord van ds. Den Boer staat een uiteenzetting van de doop in plaats van de besnijdenis ná de dood/opstanding en de opdracht van de Heere Jezus (Matth. 28:19). In Kol. 2:11 ( en kanttekeningen 37 t/m 50) moet het woord besnijdenis 'inwendig' begrepen worden (kanttekening 37) en wordt de betekenis van de doop aangegeven (kanttekening 42). Mijn vraag blijft dus nog staan: Waarom liet de Heere Jezus zich dopen naast Zijn besnijdenis?
Antwoord
Het spijt mij, dat ik u niet goed begreep, toen u vroeg naar de betekenis van de doop van Jezus in de Jordaan. De vraag kan inderdaad gesteld worden of de besnijdenis van Jezus niet voldoende was. Daarmee was immers aan Gods bevel vodlaan om al mannelijk was te besnijden. En aan dit gebod van God heeft Jezus Zich ook onderworpen. Hij heeft Zich aan dit bevel van God niet willen onttrekken. Want Hij was ook een Kind van Gods verbond en zelfs de Middelaar van dat verbond. Daarom beamde Hij ook al de eisen van dat verbond.
Waarom dan nog: Jezus' doop in de Jordaan?. Naar mijn inzicht hebben we hier te maken met een specifieke en onherhaalbare, alleen voor Jezus geldende zaak. Zijn doop was een prediking aan het adres van Zijn Messiaanse heilsgemeente: Ik daal met u, zondaren door de doop in de Jordaan af in het zondengraf en sta er ook uit op tot een nieuw leven voor u door Mijn opstanding uit de doden. Door Zich te laten dopen verklaarde Jezus Zich een met dit volk, nam de belijdenis van hun zonden voor Zijn rekening en predikte hun vergeving. Door Zich zo te identificeren met dit volk kon Hij ook hun Redder zijn. En de hemel sanctioneerde dit in de duif (Geest) die op Jezus neerdaalde.
Niet dat Jezus de doop als teken van de afwassing der zonden voor Zichzelf nodig had. Hij was immers zonder zonde. Het gaat hier uitsluitend om een proclamatie van Zijn identificatie als Redder met zondaren tot hun verlossing. De doop van Jezus is daar een teken en zegel van. Zo wilde God het (Matth.3:15).; zo werd alle gerechtigheid vervuld. Zo handelde dan ook de Doper met Hem.
Met een hartelijke groet,
Ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Jezus was een jood en werd daarmee geboren binnen het verbond met Abraham. Als onderdeel van dat verbond moeten de jongetjes besneden worden. Zo is Jezus besneden, maar zo moest bijvoorbeeld ook Timoteus zich laten besnijden. Timoteus was een jood die geloofde in Jezus, maar toen Paulus hoorde dat hij niet besneden was, moest dat alsnog gebeuren!
Daarmee zie je ook dat het verbond met Abraham een eeuwig verbond is dat nog altijd van kracht is (Romeinen 6). Als onderdeel van dat verbond worden de jongetjes nog altijd besneden tot aan de jongste dag aan toe.
Wij mogen door geloof op dat verbond worden geënt. Daarbij hoort niet de besnijdenis als teken, maar de doop.
Ik ken verschillende Messias belijdende Joden. Ze zijn besneden als kind op de achtste dag. En nu het Bijbelse erachteraan, zodra ze tot geloof komen laten ze zich dopen, ondanks de besnijdenis, want de besnijdenis heeft immers niets met de doop te maken. Het staat nergens in de bijbel dat de doop ipv de besnijdenis is gekomen, ga maar zoeken. En er staan vele voorbeelden in de bijbel dat de mensen gedoopt werden nadat ze geloofden. Dus geloof en daarna doop.
Net zoals de Moreman, de Ethiopische kamerling.
Handelingen 8 : 26-39. Filippus en de kamerling uit Ethiopië: Fllippus onderichtte deze man, die God zocht en als hij beleed te geloven doopte Filippus hem. Beide daalden af in het water.