Oefening van het geloof

Ds. C.G. Vreugdenhil | Geen reacties | 27-10-2010| 15:50

Ik heb een vraag aan ds. Vreugdenhil. Ik ben (opnieuw) bezig in het boek "Levend geloof". Ik vind het een duidelijk boek, waaruit blijkt dat de geloofsgroei niet in de eerste plaats van ons, maar van God afhangt. Gelukkig maar, anders kwam er niets van terecht, bij mij niet in ieder geval. Nu heb ik een vraag. Op een gegeven moment spreekt u over de oefening van het geloof (hoofdstuk 4). Het geloof moet geoefend worden. Wat houdt dat precies in? Hoe moet dat? En verderop staat dat God geen wonderbomen op laat schieten, maar "...als wij in dagelijkse gehoorzaamheid aan Hem onze weg gaan in het geloof, wil Hij ons de wasdom geven, die we daarbij nodig hebben." Het komt op mij over alsof wij eerst in gehoorzaamheid onze weg moeten gaan en dan zal God de vrucht daarop geven. Maar als ik het moet doen, zal er bij mij nooit iets van terecht komen. Ik heb God nodig Die het voor mij doet en dán pas kan ik de weg gaan die Hij wil dat ik zal gaan. Kunt u uitleggen hoe dit zit? Hoe kun je in gehoorzaamheid aan Hem in het geloof je weg gaan als je weet dat je geen kracht hebt om te doen wat Hij vraagt, tenzij Hij het Zelf geeft?
 

Het komt op mij over alsof wij eerst in gehoorzaamheid onze weg moeten gaan en dan zal God de vrucht daarop geven. Maar als ik het moet doen, zal er bij mij nooit iets van terecht komen
 
Wat het eerste betreft, oefening baart kunst. Een klein kind kan nog niet goed lopen. Het moet leren lopen door het steeds met vallen en opstaan te doen. Hoe meer je oefent, des te beter het gaat. Dat is met het geloof ook zo. Door het te doen wordt het geloof geoefend. Zo groeit het en wordt het versterkt. Denk aan 2 Petr. 3:18.
 
Inderdaad –wat het tweede betreft– geloven is een activiteit van de mens. En daar wil de Heere vrucht op geven. Je zegt: Ik heb God nodig Die het voor mij doet en dán pas kan ik de weg gaan die Hij wil dat ik zal gaan.

In jouw uitspraak zit niets verkeerds, maar dat betekent niet dat jij op God moet wachten tot je een seintje krijgt om te gaan geloven. Het Woord van God is scheppend, geloof scheppend. Het is geladen met de opstandingskracht van Christus. Denk eens aan Filipp. 12b en 13. Je mag bidden: Bekeer mij Heere en dan zal ik bekeerd Zijn. Dat woord van Jeremia mag je ook vertalen met: Bekeer mij Heere, zo zal ik mij bekeren.
 
Je wilde toch niet zeggen dat we niet in gehoorzaamheid onze weg moeten gaan? Als God iets zegt, moet je dat ook doen. Dat spanningsveld tussen “God moet het doen” en: “God vraagt mij om dit of dat te doen” kunnen we toch niet oplossen. Tegen de gemeente van Efeze zegt de Heere Jezus: Zie Ik sta aan de deur en ik klop, indien iemand mij opendoet, Ik zal tot hem inkomen en de avondmaaltijd met hem gebruiken (Openb. 3:20).
 
Als het je niet duidelijk is, moet je nog maar een keer een vraag stellen. Dan zal ik je wat sneller proberen te beantwoorden.

Met vriendelijke groet,
Ds. C. G. Vreugdenhil
 

Dit artikel is beantwoord door

Ds. C.G. Vreugdenhil

• Geboortedatum:
  02-04-1946
• Kerkelijke gezindte:
  Gereformeerde Gemeenten
• Woon/standplaats:
  Houten
• Status:
  Inactief

231 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven