Aanwezigheid van Christus in je hart
Ds. A. Kot | 2 reacties | 20-10-2010| 10:12
Vraag
Hoe ervaar je de aanwezigheid van Christus in je hart? Is het een lichamelijke ervaring, bijvoorbeeld tintelingen van binnen? Ik ervaar die namelijk als ik vraag of Christus in mijn hart is, dan krijg ik tintelingen ter hoogte van de hartstreek. Ik heb vaak gevraagd of Hij in mijn hart wilde komen wonen. Of is die ervaring verbeelding en is het toch iets anders? Ik ben erg met het geloof bezig, kan het ook moeilijk van me afzetten. Maar ik ervaar ook regelmatig aanvechtingen en krijg vervelende gedachten die ik niet wil. Ik wil graag zuiver leven naar Gods wil. Ik wil weten dat Christus mijn enige Borg en Zaligmaker is, dat ik Hem niets te bieden heb, maar louter mag leven van Zijn genade.
Antwoord
Beste vragenstel(l/st)er,
Het is moeilijk te beantwoorden of “tintelingen van binnen” (bij jou) behoren bij de aanwezigheid van Christus in je hart of niet. Wij weten dat lichamelijke ervaringen samen kunnen gaan met geestelijke ervaringen. Maar dat is niet bij ieder even duidelijk aanwijsbaar of even sterk. Ik geloof niet dat ik je wezenlijk help door dit soort zaken te bevestigen of te ontkennen. De kern ligt m.i. ergens anders.
Wij krijgen deel aan Christus door een waar geloof. En voorts is er vereniging tussen de ware gelovigen en Christus door de Heilige Geest die in Christus als in het Hoofd en in de gelovigen als in Zijn lichaam woont. Het is beter jezelf te onderzoeken op deze zaken.
1. Is er een waar geloof? Dat gelooft vlucht met de nood van het zondaarsbestaan tot Christus om Zijn genade. Het klampt zich vast aan de beloften van het Evangelie waarin genade beloofd wordt aan een ieder die in Zijn zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wendt. Hoe meer dit vluchten er zal zijn hoe meer de Heilige Geest door het Woord onze hoop zal voeden. Zo krijgt de vermoeide en belaste rust bij Hem. En zo is het geloof een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs van de zaken die men niet ziet.
2. Daarbij kan het zijn dat God ons op een meer bijzondere manier kennelijk wil verzekeren van ons aandeel aan Christus. Dat wij werkelijk delen in hetgeen waar wij op hopen. Dan gaat de Heilige Geest getuigen met onze geest dat wij kinderen Gods zijn. Erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus. Dan mag ik het als het ware met de psalmdichter meezingen: nu heb ik ’t zelf uit Zijne mond gehoord. Voor deze zaak zijn er in de schrift allerlei zegswijzen voorhanden. De bruid uit het hooglied zegt b.v.: Hij kusse mij met de kussen zijns monds want uw uitnemende liefde is beter dan wijn. En op een andere plaats: ik ben krank (!) van liefde.
Onderzoek jezelf op deze twee zaken. Hoe dat dan lichamelijk voelt is verder niet van belang. Daar moet/mag je al helemaal geen grond van maken.
En verder: een waar gelovige heeft hier op aarde te strijden met zijn verdorven aard (zie o.a. Rom. 7:13-26 en Gal. 5:17; o.a. zondag 44 HC en par. 1-3 DL hoofdstuk 5). Dat verootmoedigt ons, doet ons temeer vluchten tot Christus, strijden tegen de zonde en hunkeren naar het moment dat we van de oude mens verlost zijnde met Christus mogen wezen hetgeen verre het beste is.
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En jouw begeerte om zuiver te leven naar de wil van God is reine begeerte die van 'nature' niet in ons hart leeft. Zekerheid is, naar een uitspraak van een van onze oud vaders, de meest profijtelijk maar moeilijkst te verkrijgen genade.
Wij moeten hier wel naar staan, om tot eer van God te leven