Hades
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 27-09-2010| 17:00
Vraag
Tijdens een persoonlijke bijbelstudie stuitte ik op het volgende. Aanleiding was een recent gesprek met twee Jehova's Getuigen die het hadden over de betekenis van het Hebreeuwse woord “scheol” en het Griekse woord “hades”. Ik wilde onderzoeken wat de Bijbel hierover zei. In Handelingen 2: 27 staat: "Want Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige overgeven om verderving te zien." Kanttekening 54 merkt op: “Het Hebreeuwse woord scheol en het Griekse woord hades, hetwelk hier wordt gebruikt, betekent somwijlen de plaats der verdoemden, (...), somwijlen betekent het de helse smarten en benauwdheden (...) Doch alzo hetzelfde woord ook dikwijls genomen wordt voor graf (...) en hier gesproken wordt van den staat van Christus na Zijn dood en van Zijn opstanding uit denzelven, zo wordt het wel allerbekwaamst hier verstaan van het graf in hetwelk Christus' ziel, dat is, Christus, doch naar Zijn lichaam, gelegen heeft tot op den derden dag." De termen hebben dus drie verschillende betekenissen: plaats der verdoemden, helse smarten en benauwdheden en graf. Toen ik echter de verwijsteksten op ging zoeken van “plaats der verdoemden” kwam ik uit bij Deut. 32: 22: "Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren en de gronden der bergen in vlam zetten." Kanttekening 45: “Tot de hel van het onderste of van de benedenheid toe, dat is, tot in de plaats der graven, diep in de aarde, die alzo zal worden verwoest en verdorven dat zij in lang geen vruchten zal voortbrengen.” Ook staat er in Job 11: 8b: "Dieper dan de hel, wat kunt gij weten?" In beide teksten wordt verwezen naar Genesis 37: 35. Jakob zegt: "Ik zal rouw bedrijvende tot mijn zoon in het graf nederdalen." En als het gaat over de “helse benauwdheden” zegt 1 Samuël 2: 6b: "Hij doet der helle nederdalen en Hij doet wederopkomen." Kanttekening 22: “Dat is, in de uiterste benauwdheid.” En weer wordt er verwezen naar Genesis 37: 35. Hoe moet ik dit opvatten? Het lijkt dat er elke keer weer terugverwezen wordt naar de derde betekenis (graf). Is deze tekst uit Genesis 37 dan zo'n kerntekst, als het gaat over “scheol”? Mij is altijd geleerd dat de hel de “brandende poel is van vuur en sulfer”. Waar kan ik dat dan in de Bijbel terugvinden? Baseren we dat alleen op Markus 7: "...heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; waar hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt"?
Antwoord
Beste vragensteller,
Voordat ik je vraag probeer te beantwoorden, wil ik eerst mijn waardering uitspreken voor de nauwgezette manier, waarop je allerlei gedeelten uit de Bijbel hebt bestudeerd. Tijdens je Schriftonderzoek stuitte je op een aantal vragen rond de betekenis van de woorden “graf” en “hel”. Graag wil ik proberen wat met je mee te denken.
Inderdaad is het zo dat het woord “scheool” in het Oude Testament afwisselend met “graf” en “hel” vertaald worden. Die woorden lijken op het eerste gezicht een grote tegenstelling in te houden. Het woord “hel” is voor ons afschrikwekkender dan het woord “graf”. Daardoor kunnen er rond de weergave van het woord “scheool” soms hevige discussies ontstaan. Toch is de tegenstelling minder groot, dan we op het eerste gezicht denken.
Dat kan ik duidelijk maken aan de hand van Genesis 37:35, waar Jacob in zijn grote droefheid spreekt over het graf, waarin hij zal neerdalen. Daar spreekt Jacob niet over het objectieve feit, dat hij begraven zal worden, maar dat hij in bittere omstandigheden, overmand door verdriet, van zijn kind beroofd zal sterven en zo met zijn smarten in het graf zal neerdalen. Datzelfde vinden we terug rond het vertrek van Benjamin naar Egypte. Dan klaagt Jacob het uit, dat “zijn gauwe haren met droefheid ten grave zullen dalen.” Het woord “graf” heeft in deze tekstwoorden een geweldig geladen betekenis. Daardoor is het begrijpelijk dat hier regelmatig naar verwezen wordt. Natuurlijk belijden we ten volle, dat Jacob, ook als hij toen, in die droefheid gestorven was, voor altijd bij de Heere zou zijn.
Opvallend is dat Jacob op zijn sterfbed (Genesis 49) helemaal niet over de “scheool” spreekt. En in het volgende hoofdstuk van Genesis spreekt Jacob vanuit het geloof over het graf. Dan lezen we van stille vrede, als hij spreekt over het graf, waarin Abraham en Sara en Lea begraven zijn en waarin hij zelf begraven zal worden. Dan is er gemeenschap der heiligen zelfs na de dood en in het graf! Uit het verband van de tekst moet je dan opmaken welke betekenis het woord in een bepaalde tekst heeft. En doordat we zien, dat het woord “graf” zoveel verschillende kanten heeft, hoeven we niet zo’n scherpe (rationele) scheiding te maken tussen de woorden “hel” en “graf”. Daarbij komt, dat het woord “hel” soms ook een overdachtelijke betekenis heeft in de zin van: hevige benauwdheid, geestelijke bestrijding, aanvechting van de kant van de duivel, zoals bijvoorbeeld in Psalm 116.
Verder belijden we, dat de Heere in de voortgang van de geslachten bepaalde dingen breder ging openbaren. Dat zien we ook in de prediking van de Heere Jezus, die concreet en breedvoerig de aard van de verlorenheid beschrijft. Niet alleen in Markus 7, maar in veel andere verbanden. En ook het boek Openbaring spreekt er duidelijk over.
Overigens moeten we ook bedenken, dat het Nieuwe Testament meer dan één woord kent, om de verlorenheid aan te geven. Het meest bekend is het woord “hades”, dat je ook noemt. Soms wordt het vertaald met “dodenrijk”. Maar dat roept te veel associaties op met het woord “hades” in de Griekse cultuur. Daar had men de voorstelling van een soort schimmenrijk, waar alle gestorvenen heengingen en waar de levenden zelfs even ‘op bezoek’ konden gaan. Daarom heeft men het woord “hades” toch maar meestal met “hel” vertaald, maar dat is dan niet de plaats van de eeuwige verlorenheid, want in Openbaring 20 lezen we, dat “de hel” de doden met het oog op het laatste oordeel “teruggeeft”, om vervolgens zélf in de poel van vuur geworpen te worden.
Naast het woord “hades” kennen we namelijk ook het woord “gehenna” (een vergrieksing van de uitdrukking: “dal van hinnom”), in welk woord de betekenis van het eeuwige vuur de nadruk krijgt. En verder is er ook het woord “afgrond”, de plaats waar de demonen gevangen gehouden worden. En ten laatste spreekt de Heiland ook over “buitenste duisternis”.
De Jehovah’s Getuigen hebben een totaal andere manier van Schriftuitleg en dat kan je soms in verwarring brengen. Het voert te ver, om hier breed op in te gaan.
Het blijkt dus dat in de Bijbel in grote veelkleurigheid gesproken wordt over de dood, het graf en de hel. Het verband, waarin deze woorden gebruikt worden, is dan van groot belang. Als je dat beseft, ga je de woorden hel en graf niet formeel gebruiken, maar ook ‘wegen’. Soms worden bepaalde discussies ook weer afgesneden, want als de Sadduceeën bij de Heere Jezus komen met dat bizarre verhaal over de vrouw die met zeven mannen getrouwd was, geeft de Heiland er een totaal andere wending aan. Daarbij beseffen we dat veel dingen voor ons verborgen zijn die ons verstand niet kan bevatten.
Hoe veelkleurig de Schrift ook is, de prediking is glashelder. De Heere dienen loopt uit op de eeuwige vreugde, het ongeloof baart een eeuwige nacht. Dat is overduidelijk in de prediking van de Schrift vanaf Genesis 2 tot Openbaring 22. Daarom heeft de Heere Jezus telkens zo indringend de oproep tot bekering en geloof laten horen. En sterker dan wie ook heeft de Heiland gesproken over de scheiding tussen gelovigen en ongelovigen, die plaats zal vinden, als Hij wederkomt.
Het is een ernstige prediking, dat we zonder het verzoenend werk van Christus, voor eeuwig God zullen missen en het is een troostvol belijden, dat we eeuwig Hem zullen aanschouwen, als we door het geloof Hem leerden kennen. Dat mag ook ‘de toepassing’ zijn van een Schriftonderzoek naar deze woorden.
Ik hoop dat ik je rond deze niet eenvoudige stof van dienst heb kunnen zijn.
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus