Altijd met de Heere wezen
Ds. B. de Romph | Geen reacties | 20-09-2010| 08:22
Vraag
Ds. De Romph, ik heb niet de vraag gesteld over de hemel, maar ik heb nog wel een vraag naar aanleiding van uw antwoord. Een antwoord dat ik overigens heel mooi vond. Zoals u al aangegeven hebt, spreekt de Bijbel summier over hoe het in de hemel zal zijn. Geeft dat al niet aan dat het niet het belangrijkste is hoe de hemel er precies uitziet? Is het niet zo dat juist dít de zaligheid uitmaakt: "En alzo zullen wij altijd met de Heere wezen" (1 Thess. 4: 17)? Zonder zonden eeuwig Hem mogen groot maken, Die onze zonden op Zich genomen heeft? "Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen...".
Antwoord
Beste vraagsteller,
Hartelijk dank voor je reactie op mijn antwoord op je vraag. Over het algemeen hoor je niets meer van de vraagsteller, wiens vraag je beantwoord hebt. Het is goed om als er nog vragen zijn overgebleven nogmaals te reageren. Ik heb je vraag niet helemaal begrepen, begrijp ik nu. Het was niet zozeer je vraag naar de hemel en of dat er een hemel is, maar meer: hoe het er is. Eigenlijk wat de hemel tot hemel maakt. Dan geef je eigenlijk zelf het antwoord al. Ik ben het daar mee eens.
Er is wel eens een verkeerde voorstelling van de hemel. Velen zien het als een soort gelukkig land, waar het allemaal mooi is. Een paradijs, waar geen ziekte en geen verdriet meer is. Dat is het ook, maar het wezenlijke van de hemel is dat Christus daar is als het geslachte Lam. Als Gods kinderen in de hemel komen is het niet het eerste waarnaar ze kijken of ze hun man of hun vrouw daar zien. Menselijk begrijpelijk. Maar centraal staat Christus. Wat maakt de hemel tot hemel? Christus. Ze zullen het eerst zien naar Hem, die hen gekocht en betaald heeft. Lees maar de lofzang van de gezaligden in de hemel in Openbaring: "Gij zijt waardig dat boek te nemen en zijn zegelen open te breken; want Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht en volk en natie en Gij hebt ons onze God gemaakt tot koningen en priesters en wij zullen als koningen heersen op de aarde" (5:9,10).
Wat wordt het heerlijk, als je daarover nadenkt. We kunnen het in deze bedeling nog niet bevatten, maar het is wel de toekomst voor ieder die de Heere vreest. Wat een toekomst wacht Gods kerk. Ze mogen daar wel eens naar verlangen. De hoop van Gods kinderen is leven uit de toekomst. Hier mogen ze soms wel eens een voorsmaak ervan hebben, maar dat zal straks eeuwig en volmaakt zijn. Dan geen zonde meer, dan geen duivel meer, dan geen afmakingen meer, dan altijd bij de Heere zijn. Om zich dan eeuwig in de Heere te verlustigen. "Die hoop moet al ons leed verzachten, komt, reisgenoten 't hoofd omhoog; zij die 't heil des Heeren wachten zijn bergen vlak en zeeen droog; o, zaligheen niet af te meten, o vreugd die alle smart verbant, daar, daar is de vreemdlingschap vergeten en wij, wij zijn in ’t vaderland."
Hartelijk dank voor je vraag en het gaf mij weer even gelegenheid om erover na te denken. Gods zegen op je weg door het leven en hopelijk naar Jeruzalem.
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.