Prediking in de crisis
Dr. C. A. van der Sluijs | Geen reacties | 18-08-2010| 17:01
Vraag
Geachte ds. C. A. van der Sluijs. Ik heb uw boek "Prediking in de crisis" met erg veel belangstelling gelezen. Een en ander is mij echter niet geheel duidelijk, met name als u schrijft over de beloften. U schrijft: In het algemeen moeten we zeggen: Alle beloften zijn in Christus 'ja en amen'. U verwijst naar 2 Korinthe 1: 20: "Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons." U zegt: Zonder kennis van de Heiland kunnen de beloften niet aangegrepen worden. Wel maakt u onderscheid tussen beloften die de hele wereld betreffen en beloften die uitdrukkelijk voor Gods gemeente, of voor Gods kinderen bedoeld zijn. Echter, even later schrijft u dat we bepaalde beloften, (zoals in Jes. 45: 22: "Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want ik ben God, en niemand meer" en in Matth. 7: 7: "Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.") weer niet mogen beperken tot de voorwaarde dat je dan wel eerst zoekende gemaakt moet zijn. Waarom gelden sommige beloften alleen voor diegenen die kennis hebben aan de Heiland en mogen we andere beloften weer niet beperken? Ik ben geen theoloog. Zou u zo vriendelijk willen zijn om dit voor mij op een eenvoudige manier uit te leggen?
Antwoord
Beste briefschrijver,
Met dank voor de belangstelling voor mijn boek “Prediking in de crisis”. Maar van je vragen maak ik niets. Je zult ze toch moeten stellen vanuit het verband waarin ze aan de orde worden gesteld. Dit boek is vijf jaar geleden verschenen. En ik kan dit allemaal zo maar niet voor de geest halen. Dan moet op z’n minst de pagina er bij worden vermeld.
Met vriendelijke groet,
Ds. C. A. van der Sluijs
Dit artikel is beantwoord door
Dr. C. A. van der Sluijs
- Geboortedatum:14-09-1942
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: