Eenvoudig bidden
ds. D.M. Elsman | 2 reacties | 17-07-2010| 15:00
Vraag
Ik voel dat God me steeds weer vasthoudt. Ik wil Hem zo graag leren kennen, maar hoe begin ik eenvoudig met bidden? Ik wil Hem heel graag volgen en dienen. Soms kan ik zo geraakt worden door een psalm, ik weet dan dat ik niet kan leven zonder Hem.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Dank je wel voor je vraag, waarin je het verlangen aangeeft om de Heere beter te leren kennen en Hem te mogen dienen. Wat een voorrecht als Hij ons hart raakt en ombuigt naar Hem!
Je vraagt hoe je eenvoudig met bidden kunt beginnen. Als wij de Heere aanroepen is het belangrijk dat wij dat oprecht doen (Psalm 145:18). Dan gaat het er niet om of wij mooie woorden gebruiken, maar of wij eerlijk zijn en vanuit ons hart tot God spreken (Matt. 5:5 e.v.). De leerlingen van de Heere Jezus vroegen Hem of Hij hen wilde leren bidden (Luk. 11: 1). Hij leerde hen toen het `Onze Vader`. De Heidelbergse Catechismus bespreekt dit gebed (en een inleiding daarop) in de Zondagen 45 tot en met 52. Er zijn eenvoudige verklaringen van verkrijgbaar; het kan je helpen bij je persoonlijke gebed. Ik zal aan de hand van Zondag 45 enkele zaken aan je voorleggen.
Het is belangrijk dat wij beseffen, dat God het gebed van de christenen vordert/eist, en wel om onze dankbaarheid aan Hem te tonen voor Wie Hij is en wat Hij doet. Vaak denken wij: “de Heere wéét toch wel wat ik van node heb” en vergeten het Hem daarom voor te leggen. Inderdaad verstaat de Heere van verre onze gedachten, en weet Hij elk woord nog vóórdat wij het uitspreken (Ps.139), maar Hij wíl, dat wij Hem aanroepen en het Hem voorleggen! Het gebed wordt wel genoemd het voornaamste stuk der dankbaarheid, omdat wij daarmee erkennen dat Hij de Heere is, en dat Hij onze dank en eer toekomt. Waar wij dat nalaten, beledigen wij Hem! Dus het gebed komt als het goed is niet allereerst op uit onze behoeften, maar uit de plicht van Zijn eis: dat Hij erkend wordt in Zijn waardigheid, en aanbeden als de allerhoogste en Enige God. Daarbij mogen wij Hem aanroepen als de “Vader der lichten”, van Wie ons alle goede gave en volmaakte gift toevallen (Jac. 1:17): Hij schenkt naar Zijn belofte Zijn genade en de Heilige Geest aan diegenen die Hem met hartelijk zuchten (een oprecht verlangen uit het hart) en zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken (lees maar eens Matt. 7:11 en Luk. 11:13).
Verder is het belangrijk, dat wij God aanroepen zoals Hij Zichzelf in Zijn Woord aan ons geopenbaard heeft. Wij mogen van God geen ‘gesneden beeld’ maken, dat wil zeggen: dat wij een beeld van God maken zoals wij Hem graag zouden zien (bijv. een kind dat alleen om kado’s vraagt; of dat wij de Heere gaan voorschrijven wat wij onder zegen verstaan). Voor een kind van God is Zijn wil wet; daarom zal een oprecht christen steeds Gods wil zoeken en daarom bidden (1 Joh. 5:14 en 15).
Daarbij hoort dan tegelijk een besef van eigen kleinheid tegenover Gods oneindige grootheid, van de ellende in onszelf tegenover Gods volkomenheid en heerlijkheid. Goedbeschouwd hebben wij in onszelf geen enkel recht, noch enige verdienste op grond waarvan God met ons te maken zou willen hebben. De houding van de bidder, de juiste gebedsgestalte is ootmoed/nederigheid; het is de houding van de tollenaar uit Lukas 18, die sprak: “O God! wees mij zondaar genadig!.” Dan komt ons gebed op uit de kleinheid en schulderkentenis; dat wij volkomen reddeloos zijn zonder Gods neerbuigende genade aan zondige adamskinderen.
Maar dan óók, juist in onze reddeloosheid, mogen wij opzien naar de Redder en Zaligmaker Jezus Christus. Wij hoeven niet in onszelf te zoeken naar enig houvast, als zou de Heere daar nog Zijn genade aan willen vastmaken; wie zijn eigen hart door diezelfde genade heeft leren kennen, weet wel beter. De enige vaste grond, ook van ons gebed, ligt niet in onszelf, maar buiten onszelf, namelijk in Jezus Christus. Wij bidden in Jezus’ Naam, en dat in geloof! En wie de Naam van de Heere Jezus roept voor het aangezicht van de Vader, raakt het hart van de Vader! Hij is de Geliefde van Gods welbehagen. Omwille van Zijn lieve Zoon wil de Heere God de beden van de Zijnen verhoren, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt wordt! (Joh. 14:13 en 14).
Beste vragenstel(l)(st)er, er is nog heel veel meer over het gebed te zeggen. Ik hoop dat je hier wat mee kunt. Van harte wens ik je toe, dat het je diepste verlangen mag worden om zó te bidden tot God, dat Hij ook in het gebed verheerlijkt mag worden.
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: