Kringloop in de natuur
Ds. W. Arkeraats | 4 reacties | 15-06-2010| 11:00
Vraag
Een vraag over de kringloop in de natuur. Het ene dier wordt door het andere opgegeten. De tanden en de klauwen van de leeuw zijn geschikt om een lammetje te slachten. Zijn roofdieren als roofdieren geschapen en waren ze in het paradijs ook al roofdier? In Jesaja 11 lezen we over de Messias en het vrederijk. Daar staat onder andere dat de wolf bij het schaap zal verkeren. Is dit beeldspraak, of zal er op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde alleen nog vegetarisch gegeten worden?
Kortom: is de kringloop in de natuur pas na de zondeval ontstaan en zal deze ook weer eens ophouden, of is de kringloop geen gevolg van de zondeval en is dit op zichzelf genomen toch wonderlijke fenomeen er altijd al geweest?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vragensteller,
Als ik je vraag beantwoord, wil ik voorop stellen dat veel voor ons verborgen is. Daarom is het soms een zoeken en tasten om de dingen onder woorden te brengen. Dat betreft ook de vraag, hoe de natuur er uitzag vóór de zondeval en ná de wederkomst van de Heere Jezus. Ons verstand is tenslotte maar heel beperkt.Toch kunnen we -al doen we dat met veel bescheidenheid- een aantal dingen zeggen over de vraag, die je stelde.
Allereerst denk ik dan aan wat we lezen in Genesis 1:29, waar de Heere zegt dat de mens van de vruchten van de bomen mag eten. Over dieren wordt niets gezegd. Ik meen dat we hieruit mogen opmaken dat de mens alleen plantaardig voedsel tot zich nam. In Openbaring 22:1 lezen we eigenlijk hetzelfde. Daar gaat het over de rivier in het nieuwe Jeruzalem, die is omgeven door prachtige vruchtbomen die van maand tot maand hun vrucht geven. Opnieuw geen verwijzing naar de dieren. Daaruit blijkt dat dit plantaardig voedsel voldoende is om van te leven. We bedenken daarbij dat het gaat om een overstelpende rijkdom aan planten en vruchten en dan ook nog eens van de allerbeste kwaliteit. Bij plantaardig voedsel moeten we dus niet denken aan onze vegetatie, die aan alle kanten lijdt onder de gevolgen van de zondeval, hoe uitbundig het er in het voorjaar ook uitziet.
Als we hier Jesaja 11:9 naast zetten, waar gesproken wordt over “de leeuw, die stro eet gelijk de os” mogen we naar mijn inzicht inderdaad de conclusie trekken dat op de nieuwe aarde de leeuw geen roofdier meer zal zijn. Trouwens: ook de adder is dan ongevaarlijk, want daar kan een kind mee spelen!
Natuurlijk spreekt Jesaja in profetische beelden, maar dat hoeven we niet als een abstracte symboliek te zien. In samenhang met Genesis 1 en Openbaring 22 mogen we zeggen dat de plantenwereld zoveel voeding geeft dat mens en dier daar ruimschoots van kunnen leven. Als de Heere Jezus is teruggekomen en de nieuwe aarde een feit is, keert de paradijselijke toestand terug. Zo meen ik te mogen zeggen dat er in het paradijs geen roofdieren waren.
Natuurlijk blijven er vragen over. Bijvoorbeeld deze: Hoe zag een leeuw er dan uit vóór de zondeval? Had hij toen ook scherpe klauwen? Met alle eerbied zeg ik: dat weten we niet. We behoeven het stellig ook niet te weten. Dit reken ik tot de voor ons verborgen dingen.
Wat de kringloop in de natuur betreft, wil ik toch ook een paar dingen opmerken. Hierin zien we een voor ons wondere, maar soms ook verdrietige samenhang. Inderdaad is het leven van het ene dier slechts mogelijk dankzij zijn de dood van het andere. Zelfs de aaseters hebben een belangrijke taak. Dat is een wondere kringloop en als deze verstoord wordt, zijn de gevolgen soms dramatisch. Dan raakt de natuur uit zijn balans. Maar hoe noodzakelijk ook: het is toch ook een strijd. Dat voel je, als je vogels haastig wat voedsel ziet pikken, altijd beducht op een roofvogel en altijd gereed om binnen een oogwenk op de vlucht te slaan. Dat is de natuur in deze door de zonde verbroken bedeling. Ook de dieren lijden onder onze zonde, hoewel ze geen zonde doen, ook niet als ze een ander dier doden. En dan is het nog de wondere goedheid van de Heere, dat Hij zelfs deze kringloop doet meewerken aan de instandhouding van flora en fauna.
Als het goed is, doet het besef van al deze dingen ons uitzien naar de komst van de Heere Jezus, die een totaal nieuwe en ook volmaakte schepping tot stand zal brengen. Zo kan ook de zuchtende schepping ons samen met de Heilige Geest en de Kerk van Christus ons brengen tot een gedurig gebed: “Kom, Heere Jezus, kom haastig!”
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ik ben geen vegetarier, maar schaar mezelf maar onder de bewuste vleeseters. Dus voor ons geen bbq. (nooit gehad trouwens)
Wat het paradijs betreft: We lezen dat God van alles wat Hij schiep zei dat het goed was. Een leeuw die een lammetje dood om op te eten lijkt met niet goed. Dus zal het voor de zondeval toch wel zo geweest zijn dat een leeuw geen vlees at lijkt me.
Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip over wonderen, te groot voor mij om te bevatten." Job42:2 en 3b
Redenen om aan te nemen dat de dood er al voor de zondeval was
Als er geen dood voor de zondeval was, kon Adam niet weten hoe erg het zou zijn om te sterven, om maar eens wat te noemen. Als dit waar is zag Adam buiten de hof de gevolgen van de dood – bij de dieren die elkaar opaten en op een zeker moment wellicht eindig waren.
Was de dood een herkenbare straf voor Adam?
Een Adam die niet zou hebben geweten wat de dood is, kun je vergelijken met een kind dat niet weet wat de gevolgen van vuur zijn. Je zegt tegen een kind dat het geen tak mag pakken, want anders zal zijn hand verbranden. Het kind weet niet wat vuur is, en op een dag pakt hij door zijn stommiteit een tak en verbrand daarmee zijn hand. Vervolgens zeg je als ouder: Eigen schuld, ik had je gewaarschuwd, nu heb je je hand verbrand. Is het eerlijk om een straf in het vooruitzicht te stellen aan een kind dat niet weet wat de gevolgen van zijn ongehoorzaamheid kunnen zijn?
Het wilde dier geschapen op de zesde dag
Er wordt wel degelijk gerefereerd aan wilde dieren ook tijdens de schepping. Ook het wilde dier, wordt naast het tamme dier – het vee – geschapen op de zesde dag. God refereert na de zondeval aan deze dieren, met wie hij door ongehoorzaamheid in contact is gekomen, buiten de hof.
Zonde en het roofdier
God zegt Kaïn na de zondeval dat hij moet heersen over de zonde die nu opeens angstwekkend dichtbij als een roofdier aan de deur ligt. Zoals Adam en zijn familie heersen over de roofdieren, moeten zij tegelijkertijd heersen over de zonde. Er wordt hier door God een vergelijking gemaakt tussen de zonde en roofdier. Met de zesde dag in het achterhoofd zou het niet ondenkbaar zijn dat er buiten de hof wilde roofdieren waren en dat de kringloop der natuur zich reeds afspeelde voor de zondeval buiten de hof– om de mens te laten weten wat de dood is.
Binnen de hof geen dood
Echter, binnen de hof heerste Adam en zijn familie. Tenminste, dat was de bedoeling. Tot hij niet langer heerste over de zonde, kon hij ook de roofdieren niet meer 'buiten de deur' houden, om de eenvoudige reden dat hij na de zondeval uit de hof werd gezet. De Bijbel zegt dat de ziel van de dieren naar beneden gaat. Onder beneden moeten we dan verstaan de aarde, waarin de dieren tot stof vergaan door de dood. Dit was het voorland van Adam als hij zondigde.
Aan de dieren gelijk geworden, maar toch niet helemaal
Maar God zij geloofd was de dood niet het einde voor de mens. Daarvoor werd het offer gebracht. Een dier ging definitief dood zodat Adam weer zou kunnen opstaan van de dood – in de verre toekomst, dank zij die Ene die als een offerdier de definitieve dood wilde sterven. In principe was er voor Hem geen opstanding, zoals de gelovigen slapen om eens weer op te staan. Dat Hij toch opstond kwam omdat hij deze definitieve dood overwon! Zoals Adam niet heerste over zonde en dood overwon Jezus de dood om te heersen over de zonde.
Een laatste overweging
Ligt er in het eten van dieren niet zoiets als: omdat je hebt gezondigd ben je gelijk aan de dieren die als roofdieren dieren eten. Iets wat er geweest moet zijn voor de zondeval.