Teleurgesteld in antwoord
J.W.N. van Dooijeweert | Geen reacties | 20-02-2010| 13:00
Vraag
Aan J. W. N. van Dooijeweert. Ik ben teleurgesteld in uw antwoord op mijn vraag. Er wordt getwijfeld aan een overtuiging die ik heb, terwijl ik echt met een probleem zat en zit. Ik wil om te beginnen even wat rechtzetten. Misschien heb ik het niet goed verwoord, bij dezen dan alsnog een poging en daarbij mijn excuses. De wederkomst is aanstaande, daar blijf ik bij. Waarom denk ik dat? Vanwege de vele rampen en oorlogen en het gevoel dat ik diep van binnen heb. Maar met het begrip 'echt snel' is geen termijn gezegd, daarmee doe ik dus geen voorspelling. Wat ik bedoel met mijn gezegde dat "het zonde is als men voorspellingen doet", is dat ik bijvoorbeeld zou zeggen dat Jezus op 12-12-2012 terug zou komen. Dit zeg ik als voorbeeld. Wat u zegt over wat de profeten deden, is waar. Maar dat was niet wat ik bedoelde. Ik denk dat het heel goed kan, dat je weet dat Christus voor je gestorven is en dat je toch niet bekeerd bent. Nu weet ik dat deze zin weer erg tegenstrijdig klinkt, maar ik bedoel eigenlijk te zeggen: ik weet het met mijn verstand en mijn verstand gelooft het, maar mijn hart wil niet geloven. Dat komt vanwege de zonde die er tussen staat, waar ik geen afstand van KAN doen. De zonde is mij de baas. Hoe kan ik dan breken met die zonde en Jezus toegang tot mijn hart geven? Want het willen is er verstandelijk wel, maar mijn hart stribbelt tegen. Ik bid God of Hij alles weg kan nemen, maar ik weet dat mijn hart er niets van meent. De volgende vraag die in mijn vorige vraag zat is: hoe kan het dat ik toen echt het gevoel, het geloof had en de liefde tot God, terwijl daar nu blijkens mijn leven niets van over is. Ik weet nog dat ik destijds heel de dag niet anders gezegd heb dan: Dank u, Heere. Het was niet voor één dag, maar maanden dat ik zeker wist dat ik bekeerd was. Ik moet erbij vermelden dat ik meerdere ervaringen gehad heb als deze, maar deze was het meest bijzonder. Ik weet dat God geen kind laat gaan, maar bedroog ik toen mijzelf soms? Heb ik toen in een waan geleefd? Dat kan toch niet? Het verband met de wederkomst in deze vraag is dat ik heel goed weet dat ik haast moet maken. Dat is niet hetgeen wat de dominee mij nog moet vertellen.
Antwoord
“Ik ben teleurgesteld in uw antwoord op mijn vraag.”
Dat kan, maar dat is niet mijn bedoeling geweest. En ik heb ook niet getwijfeld aan je overtuiging, maar ik had wat twijfels omtrent je overtuiging. En daar ben ik even op in gegaan
“Er wordt getwijfeld aan een overtuiging die ik heb, terwijl ik echt met een probleem zat en zit. Ik wil om te beginnen even wat rechtzetten. Misschien heb ik het niet goed verwoord, bij dezen dan alsnog een poging en daarbij mijn excuses. De wederkomst is aanstaande, daar blijf ik bij. Waarom denk ik dat? Vanwege de vele rampen en oorlogen en het gevoel dat ik diep van binnen heb. Maar met het begrip 'echt snel' is geen termijn gezegd, daarmee doe ik dus geen voorspelling.”
Ik geloof ook beslist dat de wederkomst aanstaande is en dichtbij. Veel dichter dan de mensen denken. Ik zie dit ook in en aan de tekenen van de tijd.
“Wat ik bedoel met mijn gezegde dat "het zonde is als men voorspellingen doet", is dat ik bijvoorbeeld zou zeggen dat Jezus op 12-12-2012 terug zou komen. Dit zeg ik als voorbeeld. Wat u zegt over wat de
profeten deden, is waar. Maar dat was niet wat ik bedoelde. Ik denk dat het heel goed kan, dat je weet dat Christus voor je gestorven is en dat je toch niet bekeerd bent. Nu weet ik dat deze zin weer erg tegenstrijdig klinkt, maar ik bedoel eigenlijk te zeggen: ik weet het met mijn verstand en mijn verstand gelooft het, maar mijn hart wil niet geloven. Dat komt vanwege de zonde die er tussen staat, waar ik geen afstand van KAN doen. De zonde is mij de baas. Hoe kan ik dan breken met die zonde en Jezus toegang tot mijn hart geven? Want het willen is er verstandelijk wel, maar mijn hart stribbelt tegen. Ik bid God of Hij alles weg kan nemen, maar ik weet dat mijn hart er niets van meent.”
Begin liever bij het begin: "Ben je wedergeboren?" Al dat heen en weer gepraat en gezoek naar allerlei dingen heeft geen zin. Je moet Jezus kennen als je Zaligmaker anders heb je niets. Je schrijft heel pertinent dat je van die bepaalde zonde geen afstand KAN doen. De zonde is mij de baas. Je kunt breken met die zonde door er tegen te vechten en bijvoorbeeld iemand heel vertrouwd (een dominee of een heel speciale vriend) in vertrouwen te nemen en met hem samen te bidden en steeds als je in de zonde terugvalt naar hem toegaan.
Jezus, toegang tot je hart geven... Dat kan een mens niet... dat wil een mens eigenlijk helemaal niet. Want dan MOET de zonde er uit. Je bidt God of Hij alles weg kan nemen. Natuurlijk kan Hij dat, maar Hij roept jou op om met de zonde te breken. Het is me nogal iets: Ik ben niet bekeerd, maar weet wel dat Jezus voor me gestorven is. En ik KAN met mijn zonden niet breken.
Beste broeder of zuster; welke zonde het ook is, je zult eerst met deze zonde MOETEN breken. Anders kom je nooit verder. Zeker niet als je God probeert voor de gek te houden door te bidden om iets dat je niet wilt ontvangen.
“De volgende vraag die in mijn vorige vraag zat is: hoe kan het dat ik toen echt het gevoel, het geloof had en de liefde tot God, terwijl daar nu blijkens mijn leven niets van over is. Ik weet nog dat ik destijds heel de dag niet anders gezegd heb dan: Dank u, Heere. Het was niet voor één dag, maar maanden dat ik zeker wist dat ik bekeerd was. Ik moet erbij vermelden dat ik meerdere ervaringen gehad heb als deze, maar deze was het meest bijzonder.”
Ik weet niet wat er gebeurd is in je leven. Maar dat alles nu weg is, is duidelijk doordat je de zonde in je leven hebt toegelaten en je er aan vast blijft houden. Dat kan niet. God dienen en de zonde is een onmogelijke zaak.
“Ik weet dat God geen kind laat gaan, maar bedroog ik toen mijzelf soms? Heb ik toen in een waan geleefd? Dat kan toch niet?”
Heb ik toen mezelf bedrogen? Daar ga ik beslist niet van uit. Maar je hebt niet gestreden toen de zonde aan deur stond en je hebt de zonde toegelaten en daarmee de deur voor de Heere gesloten.
“Het verband met de wederkomst in deze vraag is dat ik heel goed weet dat ik haast moet maken. Dat is niet hetgeen wat de dominee mij nog moet vertellen.”
Beste broeder of zuster, zoek de Heere met heel je hart en vraag Hem of Hij je zondige aard wil veranderen en reinigen. Of Hij je wilt doen ervaren wat "echt bekeerd zijn" is. Dan zul je de vreugde van het "gevonden worden" ervaren en met vreugde ook de zonde uit je leven bannen. Vraag Hem om helderheid in je doen en denken. Smeek Hem om de werking van Zijn Geest, en de Heiland zal je leiden.
Hartelijke groeten. Ik ben misschien wat scherp, maar ik kan niet anders. Je mag het gerust weer met me oneens zijn. Ik hoor het wel. Ga je weg MET God.
J. W. N. van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: