Iedere ketter zijn eigen letter
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 26-01-2010| 15:15
Vraag
Elkaar de maat nemen. Wat ds. A. de Lange zei in zijn laatst beantwoorde vraag, trof mij: "Allereerst zou ik je aanraden steeds te bedenken dat het ten diepste niet over jouw overtuiging of over die van je ouders gaat. Het gaat om wat Gods Woord ons zegt." Toch blijf ik het moeilijk vinden, want hoe vaak gebeurt het niet dat men elkaar de maat neemt en met één bijbeltekst in de hand denkt het gelijk aan zijn kant te hebben. Hier doe ik tot mijn schande soms zelf ook aan mee, maar het sticht niet. Men heeft een mening of een gevoel en ze vinden een tekst en zo heeft iedere ketter zijn eigen letter! Bijvoorbeeld: Een predikant kampt met een enorme leegloop in zijn gemeente. Een deel van de gemeente is het niet met hem eens, of kan hem gewoon niet verstaan. Zelfs leden van de kerkenraad hebben zich niet meer herkiesbaar gesteld en zijn inmiddels geen lid meer van de gemeente. Je krijgt voor- en tegenstanders. Met de tekst uit Joh. 6: 66-68 (Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug, en wandelden niet meer met Hem. Jezus dan zeide tot de twaalven: Wilt gijlieden ook niet weggaan? Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.) worden de tegenstanders, om het maar oneerbiedig te zeggen, in het verdoemhoekje geplaatst. Hoe moeten we Gods Woord op de juiste manier gebruiken? Hoe kun je het beste omgaan met boven beschreven situatie?
Antwoord
“Het gaat om wat Gods Woord ons zegt en niet wat ik of een ander ervan denk.” Dat is het uitgangpunt. In het algemeen is men het daarmee eens. Maar het moet maar eens werkelijkheid worden dat IK met mijn mening of idee omver moet. Dat is het moeilijkste wat er is.
Over de predikant die kampt met enorme leegloop in zijn gemeente kan ik weinig zeggen. Over het aanhalen van Joh. 6:66-68 al evenmin. Misschien is de dominee wel slecht verstaanbaar. Misschien denken veel gemeenteleden er wat anders over dan hij. Maar de uitstroom is een realiteit. Moet de dominee dan maar verdwijnen? Of moet hij veranderen? Misschien. Misschien moet het juist ook niet en moet hij met de Heere Jezus en Zijn discipelen op zijn post blijven. En als de Heere Jezus hem voor ogen staat zoals de discipelen en het is voor hem echt: “Heere Jezus, Gij hebt de woorden des eeuwigen levens” en hij wil die Heere Jezus preken, dan heeft hij een goede aansporing om toch door te gaan.
Maar het kan ook dat mensen met Joh. 6:66–68 uit deze kerk gaan. Als de Christus niet gepreekt wordt namelijk. En het kan ook dat mensen met Joh. 6:66-68 in een kerk blijven, waar ze geestelijk niet gevoed worden, omdat ze meer het oog richten op Christus dan op de dominee en de gemeente, en omdat ze willen bidden dat Christus in het midden van deze gemeente verheerlijkt zal worden.
Het nare is, dat wij zo gemakkelijk vleselijk te werk gaan. Wij houden preken en wij gaan naar een kerk en wij doen het zo gauw op onze manier. Nee, dat is niet de bedoeling. En wij zijn er vast van overtuigd als wij in het algemeen spreken dat daar niets van deugt. Maar we geven onszelf zo gemakkelijk de ruimte om het te doen. Eigengereide, eigenzinnige, eigenwijze mensjes zijn we. Met al ons gepraat over wat de Bijbel zegt en leert en wat ik daarom vind.
Hoe dat anders wordt? Als we aan het einde komen met onszelf. Als we tot het inzicht komen dat al ons gefilosofeer ons enkel arm en ellendig houdt. En dan eens echt door het Woord van God worden opgeraapt. En dan niet maar door een ‘tekstje’ dat ons wel weer goed uitkomt. Maar door het hele Woord van God. Door het centrum van het Woord: Christus, die de woorden van het eeuwige leven heeft, en die het eeuwige leven IS.
Wij bewijzen veel lippendienst aan de Bijbel, maar we verstaan vaak maar erg weinig van de kracht, de waarheid, de rijkdom van het Woord van God. Komt het Woord aan het woord, dan maakt het Woord het Zelf wel anders.
De nood van veel van onze gemeenten, kerken en dominees is, dat er veel te veel geleefd wordt bij de eigen opvatting. En zo gaat het er veel menselijker aan toe dan wij met elkaar voor waar willen hebben. (Voor de eerlijkheid voeg ik daaraan toe dat ik niet uitsluit dat het ook mijn eigen probleem is, meer dan ik kan of wil zien. En ik vraag daarbij: Heere, doorgrond en ken mij, zie toe of er bij mij een schadelijke weg zij en leid me op de eeuwige weg - Ps. 139.)
Komt het Woord weer aan het woord dan is er hoop voor gemeenten en dominees. De gemeenten zullen zich niet te veel verkijken op de dominees en de dominees op de gemeenten, maar ze zullen genoeg hebben aan het Woord. En daar is voedsel voor de ziel. Het is toch nog steeds waar dat Christus het Brood des levens is!
Oldebroek,
Ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief