Hogepriesterlijke zegen
Ds. H. van Oostende | 4 reacties | 15-12-2009| 13:00
Vraag
Onze predikanten spreken de hogepriesterlijke zegen altijd zegenend uit over de gemeente. Maar ik vroeg me eigenlijk af, mag dat wel? Is een predikant een hogepriester en waar komt het vandaan dat men dit doet?
Antwoord
Geachte vraagsteller,
Het is voor een predikant weleens goed om door de vragenrubriek van Refoweb te worden geconfronteerd met iets dat voor jou zo’n vanzelfsprekende zaak is. Dat geldt ook het feit van het zegenen aan het eind van de eredienst. Het is in elk geval een belangrijk en zinvol gebeuren, dat door de gemeente, als het goed is, op hoge prijs wordt gesteld. Vaak heb ik al als reactie van kerkgangers gehoord, dat je als een gezegend mens de kerkdienst achter je laat. Zelfs in gemeenten waar de kindernevendienst in zwang is, wordt dat feit door de kerkgangers en de leiding zo gewaardeerd, dat men met de kinderen in elk geval op tijd terugkomt zodat die zegen aan het eind van de dienst samen kan worden ontvangen.
We onderscheiden dan naast de hogepriesterlijke zegen ook de nieuwtestamentische zegen van de apostel Paulus, zoals die regelmatig voorkomt aan het eind van zijn brieven. Als voorganger gebruik ik ze beide en dat is ook goed, want we zijn tenslotte een nieuwtestamentische gemeente.
Mag het eigenlijk wel? zo luidt de vraag. En die vraag wordt onderbouwd met het gegeven dat een predikant geen hogepriester is en waar haalt hij dan de moed vandaan om deze zegen te hanteren? Wijlen collega Spilt uit Ede schreef eens een boekje over deze zegen met de titel “Voor u, de zegen die ons leven draagt.”
Hij schrijft daarin: ”In de gedragen zinnen wordt een hand uitgestrekt naar allen die om Gods bescherming verlegen, op zijn genade aangewezen en verlangend naar zijn vrede zijn. (…) Al met al is de zegen van de (hoge)priester in Israël een diamant van gouden glans, waarin het licht breekt in de kleuren van de regenboog van Gods verbond met Zijn volk: eeuwige vrede.”
Als we deze betekenis tot ons door laten dringen, beseffen we dat we niet buiten deze zegen kunnen. Mensen worden erdoor gestempeld als dat zij bij God mogen horen. Het was een element in de priesterdienst in Israël en dus niet alleen voorbehouden aan de hogepriester, maar evenzo aan zijn nakomelingen, ook geroepen tot het priesterambt(denk maar aan Zacharias!). Na de offerdienst mag elke priester het volk zegenen. Wanneer er geen offer is, dan is er geen vergeving en dan valt er ook niets te zegenen. De zegen heeft dus een duidelijk priesterlijk karakter!
In dat spoor zie ik het als een voorrecht dat wij als predikers aan het eind van de dienst de gemeente gezegend mogen heenzenden in de wereld van alledag.
Ds. H. van Oostende
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. van Oostende
- Geboortedatum:29-11-1936
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. van Oostende is overleden op 18 mei 2014.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als de predikant zegt: "Ga heen in vrede en ONTVANGT de zegen van onze God" en vervolgens (op een mooie en welgemeende manier!) de gemeente de zegen WENST, is er dan wel sprake van zegenen?
Het komt op mij weleens over als hetzelfde als ik mijn neefje zag dat hij een rol snoep van me krijgt. Vervolgens hou ik die rol voor zijn neus en zeg: "Moge deze rol snoep jouw deel zijn, moge deze rol snoep je maag vervullen en je verzadiging geven". En vervolgens steek ik de rol weer in mijn zak.
Mijn neefje zal dan zeggen "Hallo, je wenst me heel wat moois toe, maar je zou me die rol GEVEN!"
Als een predikant de zegen meegeeft, dan KRIJG je toch de zegen? Dan mag een predikant toch ook zeggen: "De genade van onze God IS en blijve met u!"?
Op het moment van zegenen ZEGENT God de gemeente. Dat "IS met u" betekent niet dat iedereen een zegen voor de eeuwigheid meekrijgt, maar wel dat God zegenend meegaat de week in! En dat "BLIJVE met u" ziet dan op de bede dat heel de gemeente mag behoren of mag GAAN behoren tot de gemeente die zalig wordt.
Ik laat me graag corrigeren wanneer nodig.
hp1976@live.nl