Demonie of verslaving
Ds. H. Veldhuizen | 4 reacties | 04-12-2009| 12:30
Vraag
Demonie of verslaving? Ik ben een jonge vrouw van 29 jaar. Ik heb een probleem waarvan ik bang ben dat het demonisch van aard is. Ik geloof in de Heere en in Zijn offer voor mij. Ik wil heel graag heilig voor Hem leven. Ik verlang ernaar om met dwangmatige zonden te breken, maar ik kom er niet los van. Het is een eetverslaving (bij perioden) en daarmee gepaard gaand meestal zelfbevrediging. Ik voel me dan zo sterk tot beide zonden aangetrokken en weet dat het mij helemaal in de macht heeft. Ik ben veel aan het lezen over bevrijding, van Neil Anderson bijvoorbeeld, maar ik kom er toch niet uit. Wat moet ik bidden en hoe verloopt zo’n genezing? Natuurlijk bij ieder mens weer anders wellicht maar is het abrupt over of een geleidelijk proces? Op de momenten dat ik in de zonde val, doe ik dit heel bewust en daardoor wordt ik ook heel bang dat ik geen kind van God ben. Ik kan mezelf later niet begrijpen dat ik het kon doen. Ik voel me vaak dagen onrustig en meestal zijn het 'buien’ die een dag of 3/4 duren. Het is al wel minder en minder vaak dan vroeger. Is dat dan toch een genezingsproces? Maar het is zo walgelijk. Wie ben ik nu voor de Heere? Zo'n slappeling en huichelaar! Wanneer heb ik er vergeving van ontvangen? Mijn hart is in zo'n tijd ook zo hard en koud. Ik voel niets om te bidden en te bijbellezen. Daarom ben ik bang dat het demonisch is, hoewel ik daar helemaal niet graag aan wil denken. Wie kan mij concrete tips geven over hoe ik hiervan los kom?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vriendin,
Bedankt voor je vraag. Je hebt heel eerlijk geschreven over de, zoals je zegt, dwangmatige zonden waar je maar zo moeilijk mee kunt breken: je eetverslaving en daarmee gepaard gaand meestal zelfbevrediging. Je bent bang dat die verslavingen demonisch van aard zijn, hoewel je daar aan de andere kant niet graag aan wilt denken. En je vraagt om concrete tips hoe je ervan los kunt komen.
Om met dat laatste te beginnen: ik kan natuurlijk wel zeggen: “breek ermee, nu direct”, maar dat is nu juist je probleem. Toch ben ik aan de andere kant heel blij dat je schrijft dat je in de Heere en Zijn offer voor je gelooft en dat je graag heilig voor Hem wilt leven. Maar als je dan weer in je verslavingen valt, twijfel je of de Heere er wel voor je is en of je wel een kind van Hem kunt zijn. Je voelt je dan zo’n slappeling en huichelaar en denkt dat er voor jou geen vergeving is. Maar zou dat niet voor elke ware christen gelden, beste vriendin? Heeft niet elke christen de strijd tegen haar of zijn eigen zonden? Bij de een, zoals bij jou, is dat verslaving, bij een ander is het weer iets anders. Daarmee wil ik je zonden niet bagatelliseren. Maar ik moet denken aan Paulus, die in Romeinen 7 schrijft: “Het goede dat ik wil, doe ik niet; het kwade dat ik niet wil, dat doe ik.” Is het zo bij jou ook niet?
Je schrijft namelijk dat je het niet zómaar doet. Je doet het wèl bewust, dat is trouwens met de meeste verslavingen zo. Maar aan de andere kant doe je het niet zómaar, laten we zeggen in onverschilligheid, dat de Heere je óp dat moment niets meer kan schelen, want dan zou je je daarna niet onrustig en walgelijk voor de Heere voelen en een slappeling en huichelaar, zoals je schrijft. Iemand die niets om de Heere geeft, schrijft dat niet. Je zou kunnen zeggen: je hebt door je steeds weer in je verslavingen terugvallen een mishagen aan jezelf en moet je voor God verootmoedigen, zoals het doopformulier zegt. Ook dàt schrijft Paulus in Romeinen 7, als hij zegt: Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen? (vs. 24). Maar toch is hij een kind van God en zegt hij: Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere (vs. 25). Dat wil zeggen, lieve vriendin: Je mag steeds in je worstelen en strijden weer naar de Heere Jezus leren zien, met al je strijd en het steeds weer van jezelf verliezen. En je mag bidden of Hij je opnieuw (voor de zoveelste keer! Maar geldt dat niet voor elke christen?) wil vergeven, en of Hij je door Zijn Heilige Geest wil helpen de zonden te overwinnen en een geheiligd leven te leiden. Dus: geef de moed niet op, en geef, met Gods hulp, de strijd niet op. En als je in het geloof naar de Heere Jezus ziet, zul je steeds meer ervaren: Hij gaat wassen, meer worden, ik minder (Johannes 3:30).
Nu is je andere vraag of je verslavingen niet demonisch van aard zijn. Je hebt veel gelezen over bevrijding e.d., je noemt de naam van Neil Anderson, maar toch wil je daar niet aan denken. Ik denk dat je daar gelijk in hebt. Ik ben met zaken als “demonie en bevrijding” heel erg voorzichtig. In onze tijd wordt dat, mede onder invloed van allerlei Amerikaanse bewegingen, heel erg naar voren gehaald, maar ik vind daar weinig of niets van in de Bijbel. Je vindt in de Bijbel wel mensen die van de duivel of demonen bezeten zijn (je kent die geschiedenissen in het evangelie zelf wel), maar let er maar op: je vindt daar geen verwijzingen naar bepaalde zonden e.d., of dat mensen gebonden of bezeten zijn omdat ze zich hebben ingelaten met ernstige zonden. Je hoort dat Jezus, als Hij duivelen/demonen uitwerpt, ook niet zeggen! Ik denk bij bezetenheid veel meer aan mensen die ernstig psychisch gestoord zijn, waarbij overigens de psychische gestoordheid wel een invalspoort voor de duivel kan zijn. Denk aan de bezetene van Gadara (Markus 5): een ernstig gestoord iemand, waarvan de duivel misbruik maakt zodat de man een gevaar voor anderen en voor zichzelf is.
Ik zeg er meteen iets bij: Wel heeft een verslaving iets demonisch in dié zin: de duivel heeft er schik in als hij mensen in zonden en/of verslavingen ziet vallen. Eigenlijk wil hij ons allemaal aan de ‘verslaving’ hebben, of heter: we zijn dat ook: mensen, die van nature slaaf van de zonde zijn. Daarom spreken we concreet wel eens van de alcoholduivel, of seksduivel of, als ik aan jou denk, de vreetduivel. Maar dat is wat anders dan demonie. Het is struikelen en vallen, met (bij jou) de bede en begeerte om door de Heere opgericht en verlost te worden.
En er is nog iets: Waar komt die verslaving van jou vandaan? Ik ken jouw omstandigheden niet, maar op een gegeven moment is, denk ik, de verslaving opgekomen en gegroeid. Soms kan dat zijn doordat iemand als kind te weinig of geen basisvertrouwen heeft meegekregen of doordat er iets in het jonge leven gebeurd is. Soms door sterke minderwaardigheidsgevoelens (wat vooral bij meisjes veel kan voorkomen) of door een leegte in iemands leven. Het kan (je vindt het toch niet erg dat ik dat zeg?) bij jou zijn dat je graag een goede vriend zou willen hebben, met het vooruitzicht van een huwelijk. (Ik maak uit je mail op dat je ongetrouwd bent.) Zo’n leegte wordt dan, zonder dat je dat zelf wilt, ’gevuld’ door prikkels die de verslaving teweeg brengt. En dan ben je na een of meer dagen weer vreselijk teleurgesteld in jezelf. Misschien zou je eens heel sterk over jezelf kunnen nadenken: of er bij jou sprake is van te weinig basisvertrouwen, minderwaardigheidsgevoelens, faalangst, of een bepaalde leegte. En dan proberen te zeggen: Ik mag er ook zijn, met mijn minderwaardigheidsgevoelens, mijn zwakheid, enz. Ik denk aan het zwaar gehandicapte misvormde meisje (35 jaar), altijd in een rolstoel gezeten, die me eens vroeg: “Ik mag er toch ook zijn?” Ik heb gezegd: “Jij mag er natúúrlijk zijn, we zijn blij dat je er bent en met wie je bent.” Of dat meisje van 19 jaar, met allerlei pukkels, waardoor ze een hevig minderwaardigheidsgevoel had. Ze kwam er met Gods hulp en veel liefde van mensen doorheen!
Nu vraag je om concrete tips. Dat is niet zo makkelijk, want ik ken je niet. Maar ik zal een aantal dingen noemen:
1. Geef niet op je strijd te strijden! Vergeet daarbij het gebed niet. Dat zul je ook niet doen, maar ik zeg het er toch extra bij. Geef ook niet op om te geloven dat de Heere er ook voor jou is om je te helpen.
2. Verdrijf de ‘leegte’, als die er misschien bij je is en waarover ik hierboven schreef. Zoek, als je die niet hebt, een vriendenkring, bijvoorbeeld van de gemeente waartoe je behoort, of via een zangkoor of andere kring of vereniging. Het verzet je gedachten niet alleen, maar je krijgt ook mensen om je heen.
3. Waarom zou je je verslavingen niet aan een paar vertrouwde vrienden/vriendinnen, die biddend en helpend om je heen willen staan, vertellen? Ik begrijp best dat dat niet gemakkelijk is. Maar als het echt christenvrienden zijn, zullen ze zichzelf kennend, op geen enkele wijze boven je staan, omdat ze weten van eigen zwakheden en zonden. Eigenlijk zou dat in de christelijke gemeente veel méér moeten gebeuren, zoals Jakobus het zegt: “Belijdt elkaar de misdaden en bidt voor elkaar” (Jak. 5:16). Is de christelijke gemeente niet bij uitstek de plaats waar men bidden en helpend om elkaar heen dient te staan? Het moeten overigens niet teveel vrienden zijn, want gemakkelijk kan een geheimhouding worden doorbroken. Drie vriendinnen of vrienden is al heel wat. Ik weet uit de pastorale praktijk van iemand die alcoholverslaafd was en er op deze wijze helemaal bovenuit kwam. En van een ander die een groot seksueel probleem had, die ook door enkele biddende christenvrienden geholpen en gesterkt werd.
4. Zoek, als het bovenstaande voor jou geen begaanbare weg is of blijkt, professionele hulp. Deze kan je ook helpen om de eventuele oorzaken van je verslavingen op te zoeken en je verder te helpen. Ik denk daarbij natuurlijk aan chrístelijke professionele hulp, zoals Eleos of Gliagg De Poort. Adressen kun je op Internet vinden. Eventueel verwijst men je naar andere verantwoorde hulpverlening.
5. Ik beantwoordde op Refoweb al eerder een vraag die vergelijkbaar is met de jouwe. Je kunt dat antwoord onder het kopje “Eetstoornis en geestelijke strijd” op Refoweb vinden. De persoon die met de vergelijkbare verslaving zat maar er bovenuit kwam, schrijft daarin een aantal adviezen waarop ik inhaak met de woorden: “Tenslotte geef je een aantal dringende adviezen mee aan mensen die zich in jouw verhaal herkennen: Zoek hulp, schrijf je, liever gisteren dan vandaag. Bedankt voor die adviezen! Ze zijn heel waardevol.” – Nu, wat ik daar schrijf geldt ook jou.
Beste vriendin, van harte hoop ik dat je wat met mijn antwoord kunt. Geef sterke en zegene je.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Zie de nood mensen!
mag ik je bemoedigen? Als jij met je hart gelooft en met je mond getuigt, en dat doe je, van je geloof in de Heere Jezus en in Zijn Offer voor jou, dan ben jij een kind van God. Dat zeg ik niet, dat zegt God Zelf in de Bijbel.
Nu wil God niet dat Zijn kinderen in gebondenheid leven, maar in vrijheid en voor Hem. Dat is ook jouw verlangen. Wat mooi dat jouw verlangen overeenkomt met Gods verlangen.
Je hebt gelezen in de boeken van Neil Anderson en je komt er niet uit. Dan kan, dat hoor ik vaker. De vraag is dan: wat moet ik doen? Hoe 'werkt' het?
Ik zou zeggen: laat je helpen door mensen die op dit terrein ervaring hebben opgedaan. Ik heb hierin zelf ook van dichtbij geweldige wonderen van God mogen zien en meemaken. Mensen die vrijkomen doordat Gods kracht in hun leven zich openbaart, en de macht van de boze verbroken wordt. Niets wazigs of geheimzinnigs, maar heel concreet. En waar in hun levens waarheid wordt dat Jezus Overwinnaar is. En dat Hem gegeven is ALLE macht in hemel en op aarde.
Belijdt dan je zondige verdorven wil, het eigen ik dat zo verkeerd wil doen.
Bid en praat met een vriendin op de momenten dat je het nodig hebt, je zal merken dat je wil veranderd en wordt vervuld met de vrede van God... niks geen dwang.
Bid dat je weet wat het resultaat zal zijn al je doorgaat, weer schuldgevoel, dat is niet wat je echt wilt.
Bid en mediteer op zo'n moment over de mensen/kinderen die omkomen van de honger en dorst, God zal je wil tot besef doen komen.
Sterkte, Johan.