Bezorgd zijn en zorgen
Ds. B.J. van Vreeswijk | 1 reactie | 19-10-2009| 10:00
Vraag
Ik leef in de overtuiging dat de Heere voor ons zorgt. Dat heeft Hij ook meermalen laten blijken. Via onze werkgevers wordt er pensioen opgebouwd. De vraag is of dat voldoende is over 31 jaar (of 33 als het 67 jaar wordt). We hebben een periode gehad dat er absoluut geen geld over was om daar in te investeren. Dat is nu iets anders. Toch vind ik het moeilijk om dat te doen. Ik wil de Heere niet voor de voeten lopen. We zijn wel verzekerd, niet omdat ik de Heere niet vertrouw te helpen in nood, maar omdat het gewoon verstandig is. Kunt u hier iets over zeggen?
Antwoord
Beste vragensteller,
We maken graag onderscheid tussen bezorgd zijn en zorgen. Bezorgd zijn is een uiting van wantrouwen en gebrek aan vertrouwen. Dat is ongeloof en dus zondig. Zorgen is je verantwoordelijkheid nemen en die dingen doen die van ons verwacht mogen worden. Daaronder valt het afsluiten van deuren, het plaatsen van een hek bij de sloot, het dragen van passende kleding tegen de kou, enz.
Als je de geldmiddelen hebt mag je dan sparen voor een auto die vervangen moet gaan worden? Ik denk van wel. Nu we leven in een tijd van ouderdomspensioen en bedrijfspensioen moeten we dan zelf nog investeren?
Het lijkt mij een vraag die staat op de rand van bezorgd zijn en zorgen. Ook telt mee of bij sparen voor een oudedagsvoorziening de druk op het inkomen erg groot wordt. Zo ja, dan lijdt de vrijgevigheid aan goede doelen en aan de kerk daaronder. Luxe ten koste van... Dat lijkt me niet goed.
Ik reik je gedachten aan zonder een uitspraak te doen. Weeg zelf je motieven en je positie. Het is schriftuurlijk om te zeggen: Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.
Wijsheid toegewenst,
Ds. B. J. van Vreeswijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B.J. van Vreeswijk
- Geboortedatum:23-08-1947
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. van Vreeswijk is overleden op 01-03-2010Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De Here Jezus vermaande zijn discipelen te letten op de raven, als voorbeeld van onbezorgdheid: “Kijk naar de raven: ze zaaien niet en oogsten niet, ze hebben geen voorraadkamer en geen schuur, het is God die ze voedt” (Lucas 12:24). Dit in tegenstelling tot de rijke dwaas. Zijn voorraadkamers en schuren waren niet groot genoeg om zijn oogst op te slaan, en hij maakte zich druk met het bouwen van nog grotere (v. 16-21).