Romeinen 14
Ds. W. Arkeraats | Geen reacties | 28-08-2009| 11:00
Vraag
Ik las vandaag Romeinen 14 en vroeg me af of dit alleen toepasbaar is op het eten en drinken, of op nog meer zaken, zoals het dragen van hoeden in de eredienst, dragen van broeken voor vrouwen... etc.
Antwoord
Beste vragensteller,
De vraag, die je me voorlegt, is heel begrijpelijk. Paulus lijkt in Romeinen 14 een aantal dingen behoorlijk te relativeren. Wil hij daardoor soms een aantal onverkwikkelijke discussies voorkomen? En dan spitsen we onze oren. Want wij raken ook nogal eens in dingen verwikkeld, waar we niet uitkomen. Spanning onder elkaar, verwijdering zelfs, we weten wat er uit voort kan komen. Maken we van bepaalde bijzaken niet vaak een h??fdzaak? Is die vraag op z’n plaats, als we de woorden van Romeinen 14 tot ons door laten dringen?
Allereerst stellen we de vraag: waar gaat het om in dit hoofdstuk? Uitleggers geven verschillende antwoorden, maar er is toch een duidelijk lijn te trekken. In de gemeente van Rome had men een probleem: mag je alles eten? Misschien denken we: nou én? Maar toch was het een serieuze vraag. Sommige gemeenteleden dachten aan de joodse spijswetten. Moest je die niet naleven, ??k als je christen was geworden? Moest je dus bepaalde vleessoorten laten staan? Anderen dachten aan de gewoonte dat de vleesverkopers het vlees dat ze leverden eerst aan de afgoden gingen wijden. Kon je dat dan wel met een vrij geweten kopen en eten? Nu waren er twee opvattingen: de één zei: ik eet alles. Ik weet, dat ik de Heere toebehoor en als ik soms vlees zou eten dat aan de afgoden is gewijd, dan verandert er voor mij niets. Dat heeft geen negatieve invloed op mijn verhouding met God. Maar anderen zeiden: Ik heb daar strijd mee. Ik kom er toch mee in het donker, als ik dat vlees zou eten. En die beperkten zich dan tot groente, om geen ‘risico’ te lopen.
Paulus noemt de één een sterke, de ander een zwakke. Dat laatste is niet denigrerend, hoor! En dan gaat Paulus de gemeenteleden op het hart drukken dat zoiets niet tot verwijdering mag leiden. Een sterke, die niet zoveel last heeft van aanvechtingen, moet niet op een ‘tobberd’ neerzien en omgekeerd mag er geen sprake zijn van veroordeling.
Nu is het voor ons de vraag: hoe moet je zoiets actueel maken? Laat ik proberen het met een voorbeeld duidelijk te maken. Denk aan internet. Moet je daar nu gebruik van maken? Of niet? Een herkenbare vraag. Je kunt zeggen: natuurlijk wel. Want als ik ermee bezig ben, heeft het geen invloed op mijn verhouding met God. Een ander zegt: Ja maar er komt zoveel doorheen, wat aan de ‘afgoden gewijd’ is; het heeft een negatieve invloed op mijn geestelijk leven. Ik maak er geen gebruik van. Elk voorbeeld gaat mank, maar ik hoop dat ik op deze manier wat kan verduidelijken. Je kunt dus beiden de Heere willen dienen, terwijl je op bepaalde punten toch een andere koers volgt.
Nu die andere dingen, die je noemt: de hoed in de kerkdienst, het dragen van broeken, enz. Daar ga ik nu niet inhoudelijk op in, dat zou te ver voeren. Maar ik zou bij de discussie hierover niet Romeinen 14 ter sprake brengen. Afgezien van vele uitlegkundige vragen is ten aanzien van de ‘hoofdbedekking’ duidelijk dat Paulus heel resoluut spreekt. Dat lezen we in 1 Korinthe 11. Daar zegt Paulus niet: Maak maar een keuze en veroordeel elkaar niet. Nee, daar brengt hij zelfs de engelen te berde. Natuurlijk is hier veel meer over te zeggen, maar dat valt buiten het bestek van dit antwoord.
Het gaat om het directe antwoord op je vraag en dan zeg ik duidelijk: je kunt je rond allerlei uiterlijke dingen niet zomaar op Romeinen 14 beroepen. Hoe onbelangrijk het soms lijkt, het is toch allemaal een biddende doordenking van de woorden van de Bijbel waard.
Dat neemt niet weg, dat ik van harte hoop, dat we alleréérst de Heere met ons hart mogen dienen. Dan worden we bewaard voor vormendienst, maar hebben we er ook begrip voor, dat we toch ook in onze uiterlijke verschijning iets mogen uitdragen. En verder hoop ik, dat gesprekken hierover in liefde gevoerd mogen worden. Hoe gemakkelijk ontstaat er een sfeer, die de tere omgang met God in de weg staat.
Veel vreugde in het onderzoek van Gods Woord toegewenst!
Ds. W. Arkeraats
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Arkeraats
- Geboortedatum:09-08-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hardinxveld Giessendam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus