Verhaal Ark van Noach klopt

prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 15-06-2009| 16:06

Vraag

Onlangs hoorde ik Maarten het Hart spreken over de Ark van Noach. De strekking was helder. Volgens het Hart klopt het verhaal niet alleen al vanwege de logistieke problemen die Noach gehad moest hebben.  Hoe staat u er tegenover? Hier onder staat de tekst van zijn betoog. “Van elk rein diersoort nam Noach zeven paartjes mee en van de onreine één paartje. Hoeveel reine diersoorten er zijn is vanuit de Bijbel niet te bepalen, maar zelfs als we van elke diersoort één paartje in de Ark onderbrengen, betekent dat dat er twee maal vijf miljoen, is tien miljoen dieren in de Ark zaten. Gegeven de bijbelse afmetingen van die Ark is dat totaal uitgesloten. Die Ark zou dan ongeveer vijftigduizend keer zo groot hebben moeten zijn. Maar goed, laten we ons eens even voorstellen dat je ruim vijf miljoen paartjes inlaadt in zo’n Ark. Stel dat je per paartje één minuut nodig hebt om ze aan boord te krijgen. Op een dag laad je dan in zestien uur, in het donker kun je uiteraard moeilijk laden, krap duizend paartjes in. Organismen die niet vrij bestaan, maar in of op een ander organisme leven. Noach en zijn vrouw en zijn drie zoons en drie schoondochters zaten dus onder de schaamluizen, de platjes en de lintwurmen. Sterker nog, er zijn ongeveer tweehonderd specifiek op de mens parasiterende organismen. Die zaten dus ook allemaal in de Ark. Op of in Noach en zijn familieleden. Ja, ho, maar als jij zo’n tweehonderd parasieten mee moet nemen met acht mensen, heb je per mens vijfentwintig parasieten op je lijf of erin. Ze zijn niet allemaal gevaarlijk, maar de meeste wel en als je vijfentwintig parasieten herbergt, dan word je binnen de kortste keren doodziek.”


Antwoord

Beste vraagsteller,

Het is bedroevend dat Maarten ’t Hart zijn Bijbelkennis vooral gebruikt om de Bijbel aan te vallen. Waarom vermeldt hij geen mogelijke oplossingen? Er is genoeg hierover gepubliceerd. In dit antwoord beperk ik me tot het werk van John Woodmorappe, Noah’s Ark: A Feasible Study, 1997. Dit werk is samengevat in Don Batten, e.a. “Hoe bestaat het!” (Utrecht, 2009), hoofdstuk 13.

God bracht alle 'basissoorten' landdieren naar Noach om gered te worden van de zondvloed.  Hij schiep een aantal verschillende diersoorten met veel variatiemogelijkheden, zij het binnen zekere grenzen. De nakomelingen van die verschillende soorten zouden, met uitzondering van mensen, nu in veel gevallen vertegenwoordigd worden door een grotere groep dan wat we tegenwoordig een soort noemen. In de meeste gevallen zullen die soorten die afstammen van een individuele soort, in onze tijd binnen een groep vallen die moderne biologen aanduiden met het woord genus (geslacht; meervoud: genera). Woodmorappe komt uit op een totaal van 8.000 verschillende genera, inclusief de uitgestorven geslachten. Dit betekent dat er ongeveerd 16.000 dieren aan boord moesten. Maarten ’t Hart gaat onnodig uit van alle hedendaagse biologische soorten en komt daardoor tot absurde getallen.

Hoe pasten al die grote dinosauriërs in de ark? Allereerst waren er van de 668 veronderstelde genera slechts 106 die, als ze volgroeid waren, meer dan tien ton wogen. Vervolgens zegt de Bijbel niet dat de dieren volgroeid moesten zijn. De grootste dieren werden wellicht vertegenwoordigd door 'tieners’ of misschien nog jongere exemplaren.  Het is misschien verrassend, maar volgens de rangschikking van Woodmorappe zou de meest voorkomende grootte van alle dieren in de ark waarschijnlijk die van een kleine rat zijn, terwijl slechts 11 procent veel groter dan een schaap geweest zou zijn.
 
De afmetingen van de ark waren 330 x 50 x 30 el (Gen. 6:15); dat is ongeveer 137 x 23 x 13,7 meter, dus het volume was 43.200 kubieke meter. Wanneer de dieren gehuisvest waren in kooien met gemiddelde afmetingen van 50 x 50 x 30 centimeter, dan zouden de 16.000 dieren slechts 1200 kubieke meter in beslag nemen. Zelfs al hadden er één miljoen insectensoorten aan boord moeten gaan, dan was dit geen probleem geweest, want zij hebben maar weinig ruimte nodig. Dit laat nog steeds ruimte over voor voedsel voor Noachs gezin, voor 'uitloopruimte' voor de dieren en voor lucht. Insecten zijn echter niet inbegrepen in de betekenis van de Hebreeuwse woorden (waarmee vee en kruipend gedierte aangeduid wordt), dus wellicht hoefde Noach ze niet in de ark mee te nemen.

Aan boord van de ark is waarschijnlijk ook samengeperst en gedroogd voedsel geweest, alsook veel geconcentreerd voedsel. Misschien voedde Noach het vee hoofdzakelijk met graan, samen met wat hooi voor de vezels. Woodmorappe heeft berekend dat het totaalvolume voor voedselopslag slechts 15 procent van het totaalvolume van de ark zou uitmaken. Drinkwater zou minder dan 10 procent van het totaalvolume bedragen.

Hoe kon Noachs gezin elke dag de uitwerpselen van duizenden dieren verwerken? De hoeveelheid werk kon op vele manieren geminimaliseerd worden. Mogelijk waren er aflopende vloeren of kooien met spleten in de vloer, zodat de mest daardoor kon vallen en wegspoelen; er was immers genoeg water voorhanden! Een andere verwerkingsmogelijkheid is vermicompost: composteren met behulp van wormen. De aardwormen konden dan ook als voedsel voor de dieren gebruikt worden. Een heel diepe onderlaag kan soms tot een jaar ongemoeid gelaten worden zonder dat ze ververst hoeft te worden. Absorberend materiaal, zoals zaagsel, houtkrullen en met name turfmolm, zou het vochtgehalte omlaag kunnen brengen en daarmee ook de stank verminderen.

Het werk van Woodmorappe geeft suggesties voor antwoorden op tal van vragen die op kunnen komen. We weten niet precies hoe Noach en de zijnen de genoemde problemen hebben opgelost, maar ‘technisch’ gezien, zijn er heel wat mogelijkheden.

http://www.answersingenesis.org/get-answers/topic/noahs-ark
http://www.scheppingofevolutie.nl (vraag over de ark)

Prof. dr. M. J. Paul
 

Lees meer artikelen over:

Noachzondvloed
Dit artikel is beantwoord door

prof. dr. M.J. Paul

  • Geboortedatum:
    13-03-1955
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oegstgeest
  • Status:
    Actief
270 artikelen
prof. dr. M.J. Paul

Bijzonderheden:

-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Verliefd op een ander

Ik ben al jaren verliefd op een jongen die al samenwoont met zijn vriendin. Ik kan hem niet uit mijn hoofd zetten en zie hem nog best vaak. Ik heb zelf wel een vriend, al twee jaar, maar ik kan die en...
1 reactie
15-06-2011

Supralapsarisme

Beste ds. W. Pieters. Hoe is het supralapsarisme te rijmen met 1 Timotheüs 2:4 ("God wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen")?
1 reactie
15-06-2012

Verlangen om bij God te horen

Aan iemand van Ger. Gem. Ik weet niet meer goed hoe ik verder moet. Ik ben een zondaar en ik ben God kwijt. Ik ben verloren. Ik vind de wereld niet meer belangrijk. Als ik in de kerk zit, heb ik zo'n ...
4 reacties
15-06-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering