Dominee, laat uw baard groeien
Ds. H. Liefting | Geen reacties | 02-04-2009| 00:00
Vraag
Aan ds. Liefting. Ik heb uw antwoord gelezen over mannen- en vrouwenkleding. Ik ben het er mee eens, maar heb nog een vraag. Ik ben trouwens niet de vraagsteller.
Vaak krijg ik het argument voorgeworpen dat een vrouwenbroek wezenlijk anders is dan een mannenbroek. En Deuterenomium 22 spreekt over mannenkleed en vrouwenkleed, dus zou een vrouw wel een vrouwenbroek aanmogen. Volgens mij klopt dat argument niet, maar waarom niet weet ik niet. En ik weet dus ook niet wat ik er tegen in brengen moet. Overigens vind ik dat je als meisje soms nog beter een lange broek kan dragen dan een superkort rokje. Een meisje met lange broek aan doet mij niets, terwijl een meisje met een heel kort rokje wel verkeerde gevoelens in mij naar boven roept.
En wat uw laatste opmerking betreft: Wanneer u er voor bent dat reformatorische mannen hun baard laten groeien(en er zit zeker iets in) waarom begint u daar zelf niet mee? Men zegt altijd: Verbeter de wereld en begin bij je zelf. Niet als verwijt bedoeld, maar dat kwam bij mij op toen ik die opmerking zag staan onder uw pasfoto waar een gladgeschoren man op staat.
Een jongen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Geweldig, vooral die laatste vraag! En die heb ik natuurlijk zelf uitgelokt.
Maar laat ik beginnen met de eerste. Ik denk dat het argument van de ‘vrouwenbroek’ op zich juist is, mits het dan ook maar een échte vrouwenbroek is! En niet zo’n spijkerbroek of i.d., waarbij het verschil miniem is.
Er is echter meer aan de hand. In onze cultuur hebben we binnen de gereformeerde gezindte een ‘gedragscode’ om het onderscheid tussen man en vrouw o.a. te laten uitkomen door als vrouw een rok te dragen. Het dragen van een z.g. vrouwenbroek roept bij velen vervreemding op. Het geeft bij velen zelfs aanstoot. Bovendien kan er heel gemakkelijk een stuk wereldgelijkvormigheid achter schuilgaan.
Ik weet echter uit eigen ervaring dat de praktijk met tienerdochters weerbarstiger is dan de theorie. En dat kleding ook iets zegt over iemands identiteit. Over wie we zijn. En als je nu als puber bijv. nog volop op zoek bent, en kerk en geloof je nog weinig zeggen, dan kunnen regels over kleding veel weerstand oproepen. Dan houden we als ouders ze christelijke ‘gedragsregels’ voor die ze als zeer knellend zullen ervaren. En waarvan ze de waarde absoluut niet inzien. Zouden we onze kinderen dit soort regels, die niet tot het wezen van het geloof behoren, niet beter in liefde kunnen voorhouden, dan dwingend voorschrijven? We krijgen door wettische regels wat het uiterlijk betreft, ook snel allerlei mooie vormen, waar het leven niet achter schuilgaat. Het kunnen verkapte goede werken zijn om een beetje mee te werken aan de genade. En stiekem te denken dat we al een beetje op de goede weg zijn. En heiliger zijn dan die ander. Waar innerlijke het leven doorbreekt, zal dat aan de buitenkant zichtbaar worden!
Jaren geleden hebben we tijdens onze vakantie in Paderborn eens een kerkdienst meegemaakt van een Russisch-Duitse gemeente. Alle vrouwen droegen lange rokken, hadden lang haar en hadden een eenvoudige hoofdbedekking, in de vorm van een hoofddoekje. En alle mannen hadden kort haar en droegen een baard. Het maakte op mij diepe indruk. We zagen sommigen uit die gemeente diezelfde week in de stad. Je haalde ze er meteen uit. Vooral ook hun soberheid en ingetogenheid! Er straalde iets van af. Het was een getuigenis op zich!
En dan jouw vraag over uitdagend in een rok gekleed gaan. Daar kunnen we kort over zijn. Laat de dames die dit doen eens nadenken over al die verkeerde gevoelens -al die zonden!- die ze hiermee gemakkelijk bij het mannelijk geslacht kunnen oproepen! Daar zijn ze mede schuldig aan!
Tenslotte jouw vraag over die baard: je hebt helemaal gelijk! Het liefst zou ik hem niet meer afscheren. Het is echter wel de vraag of het verstandig zou zijn. Ook dit behoort niet tot de kern van het geloof, maar tot de z.g. ‘adiafora’, de dingen van de rand. En dingen van de rand, die we als wet opleggen, kunnen erg afleiden van de hoofdzaak. In mijn eigen kring zou het vervreemding oproepen. Met het gevaar dat mijn preken minder zouden uitwerken.
We hebben in de gereformeerde gezindte al zoveel verdeeldheid en verwarring, dat ik die hierdoor niet nog groter zou willen maken. Zulke dingen moet je ook nooit zomaar doorvoeren, zonder eerst een stuk bezinning op gang te brengen.
Na de droevige en pijnlijke scheuring in 2004 hebben we vooral nodig wat in Hand. 9 : 31 staat: “De Gemeenten dan, door geheel Judea, en Galilea, en Samaria, hadden vrede, en werden gesticht; en wandelende in de vreze des Heeren, en in de vertroosting van de Heilige Geest, werden vermenigvuldigd.”
Ds. H. Liefting, Delft
Naschrift redactie: ds. Liefting heeft in 2022 de daad bij het woord gevoegd :-)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Liefting
- Geboortedatum:21-02-1952
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Gouda
- Status:Actief
Bijzonderheden:
In 2017 met emeritaat.