Hoe vaak krijg ik het niet te horen: Je moet... Op de een of andere manier word ...
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 31-03-2009| 00:00
Vraag
Hoe vaak krijg ik het niet te horen: Je moet... Op de een of andere manier word ik van dit kleine zinnetje bij voorbaat al recalcitrant. Je moet inleveren, je moet je kamer opruimen , je moet een rok aan, je moet een hoed op, je moet, je moet, je moet. Maar van wie eigenlijk? Wie kan mij verplichten iets te doen? Kijk... mijn ouders zijn mijn ouders. En die hoor ik te eren. Dat is duidelijk. God moet ik eren. Dat is duidelijk. Eigenlijk is God de enige Die tegen mij kan zeggen: je moet. Maar wat moet ik dan met al die andere mensen die hun eigen regels opstellen met: je moet? Vroeger kreeg ik op school te horen: je moet je haar afknippen! Oja van wie? Van school! Wat heeft school daar mee te maken? Je zit hier op school dus je moet je aanpassen aan de regels hier. Heb ik gekozen voor die school? Nee! Hebben mijn ouders gekozen voor die school? Ja... maar eigenlijk door gebrek aan beter. Allemaal zinloze regeltjes die wij hebben verzonnen. En waarom? Ik denk dat wij die zinloze regeltjes hebben voor twee redenen. 1. Door die zinloze regeltjes laten wij anderen denken en beslissen voor ons. Het moet van de regels, dus doen we het. Dit is erg eenvoudig. Je hoeft zelf nergens over na te denken, dat laat je anderen voor je doen. Dit vind ik een zeer slechte ontwikkeling, want als wij niet zelf nadenken over onze beslissingen, dan dragen wij automatisch ook niet de consequenties van onze daden. 2. Zolang wij ons bezig houden met zinloze regeltjes , hoeven we ons niet bezig te houden met dingen die echt belangrijk zijn. Ben ik een kind van God? Veel mensen denken dat als je daar “ja” op kan antwoorden dat je dan ineens een heleboel dingen moet. Zelf heb ik ervaren dat dit juist niet het geval is. God zegt niet: je moet.... maar wil jij voor Mij...? Dat is iets heel anders. God heeft ons tijdens de schepping een vrije wil gegeven. Hierdoor zijn wij geen robots die precies doen wat God zegt. Nee hij heeft ons gemaakt met een vrije wil en daarom geeft hij ons de mogelijkheid om zelf dingen te beslissen. Moet je dus ‘hoog’ bekeerd worden? Moet God nog iets speciaals voor jou doen voordat je een kind van God mag zijn? Gelukkig niet. Ik heb wel eens het idee dat wij een soort Jezus ‘extra’ willen. Ja, Hij is gestorven aan het kruis, ook voor mijn zonden, maar Hij moet toch nog iets speciaals voor mij doen, want ik moet nog iets speciaals ervaren (in mijn hart). Dit vind ik echt een super erge gedachte. Jezus Offer was genoeg. Genoeg voor jou, genoeg voor mij en genoeg voor iedereen. Het enige dat Hij wil is dat wij Zijn Offer aannemen. Dat wij Zijn Genade willen aannemen... meer niet. Ga nu eens aan de slag. Volg niet meer klakkeloos alle regeltjes op, maar denk eens na wat je doet en wat de gevolgen zijn...
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Ik hoor deze ‘vraag’ minder als vraag dan als een overtuiging die gelanceerd wordt. Aangezien ze ingezonden is naar het vragenpanel van het Refoweb, vraagt ze om een antwoord en dat zal ik proberen te geven.
Ik weet natuurlijk niet of ik de intentie van je schrijven juist inschat. Maar ik versta het zo, dat je wilt zeggen dat een christen zich voor zijn christelijke handel en wandel voor de opdracht geplaatst moet zien om in vrijheid aan de hand van God en Zijn woord te bepalen wat hem te doen staat, en zich niet te buiten moet gaan om allerlei (menselijke) regeltjes te willen houden. Met die gedachte kan ik instemmen. Ik wil er graag voor de schrijver en voor anderen die het lezen een paar overwegingen bij maken.
1. De Bijbel is er bepaald niet karig in om ons voor het persoonlijk leven, voor het godsdienstig leven, voor ons gedrag tal van concrete regels aan te reiken. We vinden ze zowel in het Oude als het Nieuwe Testament in groten getale. Als zodanig hoeven wij geen vijand van voorschriften en regels te zijn in ons gezinsleven en in ons kerkelijk leven. Wie denkt dat hij zonder kan, moet zich nog maar een keer bedenken. “Wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle...”
2. De apostel Paulus waarschuwt de Galaten voor het gevaar om als christen in een nieuwe wettische sfeer te raken, door zich aan gebruiken en regels te onderwerpen. In de grond van de zaak doet zo’n onderwerping niet anders dan een onvoldoende geven aan het werk van Christus en Gods genade door Hem. Dan zegt de apostel: “Staat dan in de vrijheid waarmee Christus u heeft vrijgekocht en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.” Gal. 5 : 1.
3. We moeten goed onderscheiden tussen duidelijke geboden en voorschriften vanuit het woord van God en gewoonten, regels en tradities die wij mensen als een invulling van onze christelijke gehoorzaamheid zelf ontworpen hebben. Die gewoonten, regels en tradities kunnen best heel goed bedoeld zijn, heel goed werken, en in een bepaalde situatie zegen afwerpen. Maar ieder christen heeft de verantwoordelijkheid en de vrijheid om zelf te overwegen hoe hij het beste zijn christen-zijn invulling kan geven.
Voor zulke situaties is het woord uit Rom. 14 : 5 richtinggevend: “Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.” Dat betekent niet, zoals er nog wel eens van gemaakt wordt: iedereen moet het zelf maar weten. Het betekent: Ieder moet de zaak eerlijk overwegen, voor Gods aangezicht brengen, alle facetten en gevolgen van het wel of niet doen van iets doordenken, en er dan voor Gods aangezicht een beslissing in nemen. Dan wordt het een ‘gewetenskwestie’. Dan ga je niet op een ram-koers. Dan blijf je je evenmin altijd maar aanpassen aan mensen met een sterke stem, die zeggen dat iets moet.
Individualisme is in dezen niet de bedoeling. Onder christenen is het wel de bedoeling dat je in eenheid met elkaar kunt leven. De oude aanwijzing is van toepassing: “In hoofdzaken eenheid, in bijzaken vrijheid, in alles de liefde.” En dat laatste vraagt met name veel aandacht!!
4. We kunnen dankbaar zijn dat God ons niet in elke tijd het laat meemaken dat we als eenling bekeerd worden en zelf moeten uitvinden hoe een christelijke levensstijl er nu uitziet. Het is een zegen dat we de Bijbelse en de kerkgeschiedenis hebben om door geleid te worden. Het is een zegen dat we deel uitmaken van een christelijke gemeente die een spoor gaat, dat we tot het onze mogen maken. En die gemeente bewaart ons dan ook vaak voor uitglijden. Want het is toch maar waar, dat, al zijn we als vrije mensen geschapen, we door de zonde gebonden mensen zijn geworden. En christenen kunnen tot hele vreemde dingen komen als ze de ruimte krijgen. Er zijn voorbeelden genoeg van.
5. Een leven volgens de regels die anderen gesteld hebben lijkt wel veilig, maar kan ook heel onchristelijk maken op bepaalde punten. De Farizeeën hadden en hielden zoveel regels; niet minder dan 613. Maar hun levenswijze maakte wel dat zorg voor weduwen en andere armen erbij in schoot. Die benadeelden ze zelfs. En ze vonden het heel normaal. Onbarmhartige mensen waren ze. De liefde was zoek.
Het punt waar het in ons leven om draait is inderdaad, dat we in mogen zien en ervan mogen leven, dat Christus en Zijn offer alles voor ons mogen betekenen. En Christus is ons dan niet alleen tot rechtvaardiging maar ook tot heiliging geschonken. Als Hij het maar echt voor ons mag zijn! Zo’n leven wensen we elkaar toe, zolang als we hier op aarde zijn. Dan zullen we merken dat Hij ons hart hoe langer hoe meer inneemt. We worden steeds nederiger. Nauwer voor onszelf en ruimer voor een ander. En dan zijn regels niet zo’n groot probleem meer.
Oldebroek, ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief