Je hoort wel eens dat als het een waar werk van God is, dan kun je vertellen van...
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 28-03-2009| 00:00
Vraag
Je hoort wel eens dat als het een waar werk van God is, dan kun je vertellen van een crisiservaring. Dan wordt het gans buiten hope. Als je dit niet hebt meegemaakt in je leven, dan mag je vrezen dat het niet het ware werk van God is. Kan iemand vertellen wat hiermee bedoeld wordt en of het bijbels is?
Antwoord
Je vraag is een vragen naar de bekering. Anders gezegd: het is een vragen naar het ingrijpen van de Heere waarme de Heere een zondig mens tot zijn kind maakt. We kunnen ook zeggen: waarmee de Heere een geestelijk dode zondaar levend maakt. Dat werk Gods als het ingrijpen van de genade van de Heere is voor jou en mij onmisbaar. Tenzij een mens wederomgeboren wordt, hij kan en zal het Koninkrijk der hemelen niet zien (Johannes 3:3) dus het Koninkrijk Gods niet binnen gaan (Johannes 2:5). Anders gezegd: we kunnen niet sterven zoals we geboren zijn. Nodig dat de Heere in jou en mijn leven ingrijpt.
Wat komt er het eerst als de Heere in een mensenhart gaat werken? Hij leert zijn zonden en ellenden zien, hij krijgt zijn schuldbrief thuis. Een mens leert dan zien dat hij verloren ligt op de rand van de hel. Dat is een crisiservaring die al Gods kinderen, in meerdere of mindere mate, krijgen te doorleven. Dan wordt ervaren de schrik des Heeren. Aan jouw kant wordt het dan onmogelijk om zalig te worden. Anders gezegd: de zaligheid is dan een buiten hope. Een zondaar loopt in zijn ellendestaat en krijgt zichzelf over voor het oordeel van de Heere.
Waar in het hart voor de kennis van de zonde geen plaats is, is ook geen plaats voor de Heere Jezus. Zeker, het ene kind van God zal meer de zonde kennen dan de andere. De mate van de zondenkennis maakt de Heere uit. Daarom is de weg van het ene kind van God naar de Heere Jezus dieper dan de weg van een ander kind van de Heere. Hij laat bij elk van zijn kinderen zo veel van de zonde zien, dat het uit drijft naar de Heere Jezus. Het geldt; ken uw ongerechtigheid, want die is groot. En de Heere doet het zo groot zijn dat er plaats komt voor de Heere Jezus. Zij die dan daarom de Heere mogen kennen weten daarom uit welke schuld ze zijn verlost. Het ware werk van de Heere maakt eerlijk over de zonden, en , op Gods tijd eerlijk over de genade.
Ik lees in Romeinen 3:10: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één. Maar ook lees ik in 1 Johannes 1:9: Indien we onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig dat hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid. Wanneer belijden we de zonden? Als we deze kennen!
Ik bekende o Heere, aan u oprecht mijn zonden, ik verborg geen kwaad dat in me werd gevonden, maar ik beleed na ernstig overleg, mijn boze daän, Gij naamt die gunstig weg (Psalm 32).
Vraag maar veel om het ware werk van de Heere van genadekennis en zondenkennis. In psalm 32:3 lees ik van een crisiservaring: Toen ik zweeg werden mijn beenderen verouderd in mijn brullen den ganse dag. Lees ook eens Psalm 116:3 en 4. Kort gezegd: wie door de Heere binnen de zaligheid gezet wordt, wordt er eerst buiten gezet. Wie nog nooit er buiten gezet is, kan ook niet binnen gezet worden. Wie niet om hulp roept (crisis!) krijgt geen hulp. Maar op het rechte noodgeschrei doet de Heere grote wonderen. Dan worden hellevegen hemelgangers. Wie zich in die crisiservaring voor de hel over krijgt, komt er niet. Dat alleen al is die crisiservaring waard! Wonder van de Heere!
Ik bid je Gods zegen toe.
Hartelijke groet,
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief