De Heere verhardde de harten van de knechten en de farao
Ds. A.J. Schalkoort | Geen reacties | 24-03-2009| 00:00
Vraag
Ik heb een vraag over Exodus 10. Daar staat in vers 1 dat de Heere de harten van de knechten verhard had, en dat van de Farao. In vers 7 staat echter dat de knechten zeiden: laat het volk toch gaan om hun God te dienen. Zij gaven dus wel toe en Farao niet. Hoe kun je zo toegeven als je verhard bent, en waarom gaf Farao dan niet toe tot met de tiende plaag?
Antwoord
Hoe zit het met de verharding van de harten van Farao en zijn knechten? Allereest moeten we oppassen voor de gedachte dat Farao niet anders kon omdat de Heere zijn hart verhardde. Hij is als koning zelf verantwoordelijk voor wat hij doet. En hij gaat daarin steeds verder omdat hij geen gehoor wil geven aan de God van Israël. Hij stelde de vraag: Wie is de Heere dat ik Hem gehoorzamen zou? Het gaat van kwaad tot erger met Farao. Zijn knechten zien op een gegeven moment dat tegen deze God te vechten geen zin heeft. Ze vrezen het ergste als Farao zich blijft verharden. En dan geeft Farao gedeeltelijk gehoor door Mozes de vrijheid te geven om de Heere te dienen, maar op Farao’s voorwaarde. Er is dus geen sprake van een volledig zich onderwerpen aan de Heere. Vandaar dat het gaat met Farao en zijn knechten zoals het gaat. De Heere zal tonen dat Hij heerst als Opperheer door straks Farao en al zijn volk in de Rode zee te verdrinken. Daardoor zal de Naam van de Heere ook verheerlijkt worden in de ondergang van Zijn vijanden en in de redding van Zijn volk uit de slavernij.
Het is alles heenwijzing naar de wederkomst van de Heere Jezus Die dan rechtvaardig zal oordelen. Hebben we ons verhard tegen Hem of hebben we Hem leren kennen als onze Zaligmaker?
Ds. A. J. Schalkoort
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.J. Schalkoort
- Geboortedatum:05-10-1948
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant