Schaatsen op zondag
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 31-01-2009| 00:00
Vraag
Opgegroeid in een klein refo-dorpje in het katholieke gedeelte van Nederland, waar we gewend waren om niet op zondag te schaatsen. Nu wonen we in de Alblasserwaard, toch de Biblebelt van Nederland, en we staan compleet paf dat heel veel (vooraanstaande) kerkmensen op het ijs staan op zondagmiddag. Als we zeggen dat we dat niet gewend zijn wordt er laconiek gereageerd: “Dat komt omdat jullie op betaalde ijsbanen moesten schaatsen. Maar hier is het een vorm van ontspanning. In plaats van een stukje wandelen op zondag, schaatsen we hier een uurtje.” We vinden dit best moeilijk, want er zit een kern van waarheid in.
Zijn wij dan erg wettisch of hoe moeten we hiermee omgaan? Een rondje wandelen of fietsen of zondag, daar hebben we zelf geen problemen mee, maar schaatsen lijkt toch iets anders of kijken we er hier helemaal verkeerd tegenaan?
Antwoord
Beste lezer,
Dit behoort nu typisch tot de punten waar altijd verschillend tegenaan gekeken zal worden. Vooropgesteld: Gods Woord vult niet alles tot in detail in, ook niet als het gaat over de invulling van de rustdag. In dat kader gaat een Schriftgedeelte als Romeinen 14 spreken. Enerzijds laat Paulus zien dat er in dingen waarover Gods wet geen directe aanwijzing geeft een stuk gewetensvrijheid is, ten overstaan van de Heere (vers 6 en 12). Daarom moet je elkaar op bepaalde 'kleinere' punten niet oordelen (vers 13). “Voor wie iets onrein is, voor die is het onrein” (vers 14).
Anderzijds geldt: je moet aan je broeder geen aanstoot of ergernis geven, want dan zondig je tegen de liefde. De vrijheid van een christen is dus een begrensde vrijheid (vers 13 en 15). Bij het onderhavige punt zou ik ook willen wijzen naar zondag 38 van de catechismus. Opmerkelijk is (en het is heel fijn aangevoeld door de opstellers!) dat bij de uitleg van het vierde gebod niet een hele lijst van dingen wordt genoemd die op de rustdag niet mogen, maar dat positief geformuleerd wordt wat de Heere op deze dag wèl van ons vraagt.
Wie daar serieus en biddend “werk van maakt” komt aan allerlei andere dingen niet meer toe! Zou hier niet een manco liggen in de zondagsbeleving van menigeen?
Ten slotte: ik herinner mij hoe ik als jongen aan mijn (Godvrezende) vader eens vroeg waarom een bepaalde zaak op zondag niet mocht. Zijn antwoord vergeet ik niet. “Och jongen, de Heere heeft van alle dagen er één apart gesteld voor Zijn dienst. Daar heeft Hij Zijn heilzame bedoeling mee gehad. Laten wij nu alles doen om deze dag maximaal te heiligen.”
Helemaal in de lijn van zondag 38: concentreer je op het positieve, dan kom je aan heel wat andere vragen niet eens meer toe.
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: