Mijn schoonouders zijn van de Ger. Gem. Ik kom zelf niet van deze kerk af; ben h...
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 07-11-2008| 00:00
Vraag
Mijn schoonouders zijn van de Ger. Gem. Ik kom zelf niet van deze kerk af; ben hervormd. Mijn schoonmoeder is meteen al vanaf het begin een lastige vrouw geweest. Had en heeft nog steeds commentaar op van alles: broek is niet goed, tv niet, enz. Ik mag bij mijn schoonmoeder niet in huis komen omdat ik een broek draag. Alleen een rok is goed. Zij komt bij mij thuis in het zwart. Oké, dat is haar keus en ik zeg er niks van, maar vindt wel dat ze mij ook moet accepteren. Dit doet ze niet. Ze zeurt altijd en geeft rotopmerkingen. Ik heb gewoon -en vergeef me dat ik het zeg- afkeer gekregen van haar en de Ger. Gem. Ze gaat aan het avondmaal en doet niks anders dan roddelen en slecht praten over mensen. Dit vindt ik heel erg en ik heb zoiets: als het zo door gaat hoeft het contact helemaal niet meer. Mijn man heeft wel eens met haar gepraat maar het helpt niks. Hoe hier mee om te gaan?
Antwoord
Het contact tussen jezelf en je schoonmoeder is slecht. Jullie zijn ook tamelijk verschillend. Zij heeft een tamelijk wettische inslag. Jij hebt dat juist niet. En dat botst. Hoe moet je hiermee omgaan?
Ik ben in ieder geval blij dat je wel met de gedachte speelt om het contact te verbreken, maar dat je dat niet zomaar wilt doen. Ik zou zeggen: doe het ook niet. Zeker ook voor je man niet. En als je kinderen hebt of zou krijgen ook voor hen niet. Beter een verhouding van omgang die wat spanning met zich meebrengt dan geen omgang.
Het beste zou het wezen als je eens een middag met je schoonmoeder om tafel zou gaan zitten en het echt helemaal kon uitpraten. Maar ik vrees dat je niet zo gemakkelijk met je schoonmoeder praat. Ligt dat aan haar? Of ook aan jou? Vanuit wat je schrijft vermoed ik dat je zult zeggen: dat ligt aan haar. Ik vermoed dat je schoonmoeder niet iemand is, met wie je makkelijk een gesprek kunt voeren als je anders dan haar denkt.
Laat ik toch proberen wat begrip voor je schoonmoeder bij je proberen te kweken. Ze heeft een sterk wettische inslag. Daarmee heeft ze het voor zichzelf niet makkelijk. Ze stelt ook hoge eisen aan zichzelf. Al gaat ze aan het avondmaal, toch zal ze voor zichzelf vaak met het idee lopen dat ze tekort schiet. Daarbij heeft ze de gedachte dat ze de hoge eisen die ze aan zichzelf moet stellen ook moet stellen aan degenen die bij haar horen. Kennelijk heeft dat tot gevolg dat ze jou als vrouw van haar zoon dus ook benadert met de hoge eisen. Zo moet ze dat gewoon. Vervolgens hebben wettische mensen nogal eens de neiging oordelend over anderen te denken en te spreken. De Heere Jezus leert hen het tegendeel: “oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt”, maar ze doen het toch.
Hoe moet je met haar omgaan? Het beste zou het zijn als jullie beiden de verzen van Romeinen 12 in praktijk mogen brengen:
9 De liefde zij ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede aan.
10 Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een den ander voorgaande.
11 Zijt niet traag in het benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient den Heere.
12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
13 Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid.
14 Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet.
15 Verblijdt u met de blijden; en weent met de wenenden.
16 Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven.
17 Vergeldt niemand kwaad voor kwaad. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle mensen.
18 Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen.
19 Wreekt uzelven niet, beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt de Heere.
20 Indien dan uw vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen.
21 Wordt van het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.
Als jullie dat beiden zouden mogen doen, wat zou je verhouding dan anders worden. Maar waarschijnlijk kun je dat niet met je schoonmoeder afspreken. Nu, probeer dan zelf de houding van deze verzen te praktiseren. Probeer haar op een liefdevolle manier te benaderen, ondanks dat je een dergelijke houding van haar kant niet ervaart. Probeer goed voor haar te zijn als schoondochter. Stapel dan zo maar kolen vuur op haar hoofd...
Ondertussen moet het wel zo zijn dat ouders niet meer voor hun getrouwde kinderen menen te moeten beslissen. Ook al is het fijn als kinderen openstaan voor hun ouders en dingen met ze willen bespreken. Geef ook maar gerust op een duidelijke en rustige manier aan, dat je graag goed met elkaar wilt omgaan, maar dat je wel de ruimte wilt om zelf met je man te beslissen over hoe je leeft.
Als het voor je schoonmoeder een sterk punt is dat je een rok draagt als je haar bezoekt - dan zou ik daar zelf geen breekpunt van maken en een rok aandoen.
Waar haal je de kracht vandaan om als christen te leven en dingen te doen op de manier die de Bijbel je voorhoudt? Die kracht ontvang je van God zelf. Ik zou zeggen: wees er voor jezelf ook veel mee bezig: dat je zondaar bent, dat je Christus als je Zaligmaker nodig hebt, en dat je Gods Geest nodig hebt om je te sterken voor een christelijke levenswandel. Als de moeilijke omgang met je schoonmoeder maakt dat je de Heere meer nodig hebt, zit er toch nog een zegen in!
Oldebroek, ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief