Kan het zijn dat je demonisch belast bent, maar toch voelt en mag weten dat je e...
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 25-10-2008| 00:00
Vraag
Kan het zijn dat je demonisch belast bent, maar toch voelt en mag weten dat je een kind van God bent? Kunt u dit onderbouwen vanuit de Bijbel?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Laten we beginnen met de term “demonisch belast”. Daaronder verstaan we dat iemand onder invloed van demonen staat, maar dat kan in geringe mate tot zeer ernstige mate zijn. In het eerste geval kan iemand nog vrij normaal functioneren, maar in het laatste geval is er sprake van “bezetenheid”, en dan is dat nauwelijks mogelijk.
Uit het Nieuwe Testament kunnen we opmaken dat er verschillende gradaties zijn van demonische gebondenheid. Terwijl Lukas 8:26-39 spreekt over een man, die door vele geesten is bezeten en door hen naar eenzame plaatsen wordt gedreven, lezen we in Lukas 13:10-16 over een vrouw in een synagoge, door de Heere Jezus een dochter van Abraham genoemd, die reeds achttien jaar door satan verkromd was en zich niet kon oprichten. Ze komt wel (wekelijks?) naar de synagoge. Ook in het slot van Markus 1 is sprake van zo’n man. In die twee laatste situaties is er geen sprake van bezetenheid, maar van gebondenheid of gedemoniseerd zijn, dat wil zeggen dat ze onder invloed staan van een demon en in bepaalde aspecten van hun leven belemmerd worden om vrij te functioneren.
Sommigen hanteren een iets andere formulering en noemen dit “een houvast van boze geesten in een mens, in een of andere mate.” In de praktijk van het pastoraat is deze definitie goed bruikbaar. We komen vaker mensen tegen die op een of op enkele terreinen van hun leven gebonden zijn, dan mensen die totaal en voortdurend onder invloed van een demon staan.
In dit opzicht is het opmerkelijk dat M. F. Unger, een bekende Amerikaanse oudtestamenticus, die zeer kritisch stond ten opzichte van de pinkster- en charismatische beweging, in zijn klassieke werk “Biblical Demonology” (1963) nog van de stelling uitgaat dat christenen geen demonen in zich kunnen hebben, maar later hierop terugkomt. Vanuit de praktijk van zijn pastoraat en door reacties en ingezonden brieven op zijn eerdere boek, verdedigt hij in zijn “What demons can do to saints” (1991) de opvatting dat christenen zeker demonen in zich kunnen hebben. Hij geeft voorbeelden van christenen die zeer actief zijn in geestelijk werk en daarin tot grote zegen zijn voor anderen, maar toch in bepaalde aspecten gebonden waren en uiteindelijk daarvan bevrijd worden.
De Londense predikant Martyn Lloyd-Jones, die bewust in de traditie van de puriteinen wilde staan, gaf op diverse manieren aan dat de eigen traditie op tragische wijze de macht van boze geesten heeft onderschat. Hij heeft veel preken over Efeze 6 gehouden en daarin ook meermalen aandacht gevraagd voor de werken van de satan, omdat de christen de strijd niet heeft tegen vlees en bloed, maar tegen de boze machten.
De hedendaagse verschijnselen van het demonische kunnen onderscheiden worden in twee groepen. De eerste is “oppressie”, onderdrukking, of “satanische aanvallen”. Er is zeer veel literatuur over het leven van de heiligen in de kerkgeschiedenis die aangeeft dat er satanische tegenwerking is. Het aantal voorbeelden hiervan wordt steeds algemener in onze tijd. Lloyd-Jones ontmoette eens iemand met veel ervaring die in een gemeente als predikant beroepen was en dit beroep had aangenomen. Vanaf dat moment werd de predikant zeer hevig gekweld door depressiviteit, terwijl hij dit eerder niet meegemaakt had. De bevestigingsdienst kon hierdoor niet doorgaan. Toen Lloyd-Jones hem ontmoette, verkeerde hij reeds dertien maanden in deze conditie; gedurende al die tijd had hij niet gepreekt in de gemeente die hem unaniem verkozen had. Hij werd behandeld door een vooraanstaand psychiater en kreeg zware medicijnen, maar de situatie werd steeds erger en hij kreeg ook neigingen tot zelfdoding. Toen Lloyd-Jones de diagnose stelde van demonische oppositie kon de predikant dat eerst niet geloven, maar nadat hij het erkende, werd hij snel beter en kon hij ook weer preken.
Het volgende voorbeeld betreft een gediplomeerde verpleegkundige die in Zuid-Amerika prachtig werk onder de Indianen deed en ook lange tijd een afwezige arts verving. Toen ze bij haar zuster in Londen op bezoek was, werd ze geïntroduceerd bij een meisje dat hulp nodig had. De moeder van dit meisje was een spiritiste. De verpleegkundige hielp het meisje, maar werd zelf vrij plotseling depressief en wilde ook niet meer terug naar het zendingswerk. Ook dit schaart Lloyd-Jones onder de voorbeelden van demonische tegenwerking en hij schrijft: “Ik heb de ervaring dat dit soort situaties het meest voorkomt onder predikanten, zendelingen en evangelisten.”
In mijn boek “Occulte machten en bevrijding” (uitg. Groen te Heerenveen) ga ik hier verder op in.
Terugkomend op de vraag: er zijn bijbelse aanwijzingen, maar die geven geen compleet beeld. In relatie met de praktijk zien we echter duidelijke lijnen. Wanneer je zelf iets ervaart van demonische belasting, of bij gelovigen in je omgeving, verdiep je hier dan in, met name in de manieren waarop we van die gebondenheid verlost kunnen worden. Er is overwinning door het bloed van Christus! Hij wil niet dat Zijn kinderen gebukt blijven gaan onder een dergelijke occulte belasting. Hij heeft de geestelijke wapenrusting gegeven in Ef. 6, met de bedoeling dat wij die zullen hanteren.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: