De afgelopen tijd ben ik heel erg bezig met geloof. Ik voel steeds meer en vaker...
Ds. A. Huijgen | Geen reacties | 21-06-2008| 00:00
Vraag
De afgelopen tijd ben ik heel erg bezig met geloof. Ik voel steeds meer en vaker dat mijn zonden, mijn schuld vergeven moet worden omdat ik anders niet voor God kan verschijnen. Ik heb al heel vaak geprobeerd om een dag goed te doen, maar iedere keer weer merk ik dat ik val. Dat ik iets niet durf of iets juist niet laat. Als ik dan bid om vergeving is het alsof ik rust krijg, maar dan vraag ik mezelf achteraf heel vaak af of ik die rust inderdaad wel heb gehad. Als ik de Bijbel lees staan er zulke mooie teksten in: Die dorst heeft die kome en Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Hier kan ik ontzettend veel troost uit halen. Maar ik ben steeds weer aan het twijfelen, is het voor mij? Beeld ik mezelf niets in. Ik ben begonnen in een boekje van Bunyan: “Komen tot Christus”. Hier werd ik ineens stil gezet bij de uitverkiezing en dat maakt mij bijna wanhopig. Mijn schuld kan niet vergeven worden als ik niet uitverkoren ben. Maar toch staat er in de Bijbel ook dat de Heere geen lust heeft in het verloren gaan van de goddelozen en er staat ook dat wij onze zonden mogen belijden en dat de Heere Jezus weet wat wij meemaken, alhoewel Hij Zelf nooit in de zonde is gevallen. Daar probeer ik me aan vast te houden, maar tegelijkertijd lijkt de Heere nu verder weg dan ooit. Ik heb het idee dat ik nu meer zonde doe dan ooit tevoren.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Wat een levensgrote vraag: hoe worden mijn zonden vergeven? Je geeft aan dat je daar mee bezig bent, bidt om vergeving, ook wel eens rust vindt in het gebed, maar dat je je dan toch afvraagt of dit nu de echte vergeving van zonden is. Met name Bunyans boek “Komen tot Jezus Christus” heeft je in verwarring gebracht.
Laat ik bij dat laatste mogen beginnen. Ik ken dat boek vrij goed, en ik ben de tel kwijtgeraakt van het aantal mensen aan wie ik het cadeau heb gedaan. Je loopt er tegen aan dat er in dit boek over de uitverkiezing gesproken wordt; je wordt er zelfs bijna wanhopig van. De uitverkiezing is een moeilijk thema, en het is niet gemakkelijk dat zo via een e-mail te behandelen. Maar laat me het zo zeggen: Gods verkiezing is alleen een bedreiging als je meer vertrouwen stelt in de mens (jezelf) dan in de Heere. Als je denkt dat je met je eigen keus beter af bent dan wanneer de Heere kiest, dan is de uitverkiezing bedreigend. Maar juist als je ontdekt -en ben je misschien bezig om dat te ontdekken?- dat je eigen keuzes zo zwak zijn, dat je een zondaar bent en dat je jezelf niet kunt reinigen van je zonde - wat is het dan heerlijk dat er in Gods Woord staat dat de Heere Zelf de Zijnen opzoekt en verzamelt. Dan val ik er namelijk helemaal tussenuit, hoef ik niets mee te brengen, maar mag ik Gods pure genade ontvangen. Wie “verkiezing” zegt, zegt eigenlijk “genade”. En heb je die genade nou nodig, pure genade, dus zonder enige bijdrage van jezelf?
In gedachten hoor ik je “ja maar” zeggen. “Laat het zo zijn dat verkiezing genade betekent, maar als ik nou niet tot de uitverkorenen behoor?” Als je ’t zo stelt, begin je toch aan de verkeerde kant: bij Gods verborgen raad. Wij kunnen niet in het boek des levens kijken om te zien wie er verkoren is - en dat hoeft ook niet. We moeten ons houden wat God van zichzelf heeft laten zien, geopenbaard, in de Heere Jezus Christus. Gods verkiezing is verkiezing in Christus. En Christus nodigt: “Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.” Die uitnodiging méént Hij! Wie die roep hoort, mag komen, moet zelfs komen tot Christus. En, zeker, degenen die komen zullen, zijn degenen die de Heere te voren verkoren heeft -maar dat weten ze zelf niet, of zeker niet altijd- je kijkt immers naar de Heere Christus die je roept.
Je schrijft dat je het gevoel hebt dat je meer zonde doet dan ooit tevoren. Als dat komt omdat je verslapt in je levenswandel, is Gods Woord glashelder: dan moet je breken met die zonde. Maar mogelijk ben je niet meer zonde gaan doen, maar besef je je zonden juist meer doordat je méér leest over de zondeloosheid van de Heere Christus en je juist in dat licht je eigen zonden meer ziet. Dan kan dat juist heel nuttig zijn, om je te leren om helemaal niet meer op jezelf te steunen, maar je zonder iets achter houden, over te geven aan de Heere Jezus Christus. Vaak neemt de Heere alles uit handen en overtuigt Hij me ô van mijn zonde dat ik er helemaal van overtuigd raak dat er van mij uit geen weg naar de zaligheid meer is. Zo maakt de Heere plaats voor zichzelf, zodat ik niet voor 90 procent me aan de Heere toevertrouw, maar me helemaal aan Hem verlies - tot Zijn eer en tot mijn redding.
Daarom: belijd je zonden aan de Heere, zie af van jezelf en verlaat je geheel en al op de Heere Christus. Pleit op Zijn Woord: “Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen”. Als je jezelf dan kent, is het ook geen bedreiging meer, maar evangelie, wat er voor staat “Al Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen” (Joh. 6:37).
’t Is een lang antwoord geworden. Hopelijk vind jij het ook een antwoord op je vraag. Lees verder in Bunyans boek, maar vooral: lees biddend het Woord van God. Zoek de Heere en leef.
Met vriendelijke groet,
Ds. A. Huijgen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Huijgen
- Geboortedatum:16-11-1978
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Genemuiden-Zwartsluis
- Status:Inactief
Bijzonderheden: