Aan ds. C. A. van der Sluijs (...) Ik ben erg benieuwd waaruit blijkt dat bepaal...
Dr. C. A. van der Sluijs | Geen reacties | 20-05-2008| 00:00
Vraag
Aan ds. C. A. van der Sluijs. In een antwoord van u over het kopen van een broodje op zondag stuitte ik op de laatste alinea: "Het is een misvatting te denken dat we de geboden van God zoveel mogelijk kunnen houden en dat God ons daarna misschien nog genadig zal zijn. Dit is in wezen rooms. De Reformatie leerde ons op grond van de Schrift dat we totaal verdoemelijk zijn voor God en tegelijkertijd uit genade en door het geloof geheel en al vrij van schuld en straf in onze Heere Jezus Christus." Ik ben erg benieuwd waaruit blijkt dat bepaald gedrag Rooms zou zijn. Wellicht kunt u dit punt nog verder uitleggen en onderbouwen. Bij voorbaat dank.
Antwoord
Beste andere vraagsteller,
De vaderen zeiden het al: de paap zit in ons hart! Altijd zijn we geneigd tot een bepaalde vorm van werkheiligheid. Schuldig aan één gebod is schuldig aan alle geboden. En schuldig aan Gods geboden is nooit voor een bepaald groter of kleiner percentage maar altijd voor 100 procent. Bij Rome heeft men de doopgenade ontvangen als een ingestorte genade en men moet dit nu zo veel mogelijk waar gaan maken in het alledaagse leven. Wie zijn best doet, wordt door God geholpen (helpende genade). In het oordeel van God zal dan blijken wat we er van gemaakt hebben.
Zonder genade doen we in de gereformeerde gezindte zo veel mogelijk. Meer kan een mens niet doen, zeggen we dan. Maar wij kunnen niets doen wat voor God kan bestaan! En dan gaat het over alle geboden. Maar wat moet een mens dan? Niets! Om zo uit genade en door het geloof zalig te worden. Zodoende bevinden we ons zonder genade in een onmogelijke positie. Deze bevinding leidt tot waarachtige bekering.
Dus er zoveel mogelijk van maken omdat je gedoopt bent, is rooms! Wat moet ik dan doen, vroeg iemand aan Kohlbrügge. U moet niets doen zei Kohlbrügge. Maar, zei die ander, toen de stokbewaarder vroeg: wat moet ik doen om zalig te worden? kreeg hij als antwoord: “Geloof in de Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden”. Welnu, zei Kohlbrügge, doe dát dan!
Wist u, beste andere vraagsteller, dat we daarom de Heidelbergse Catechismus hebben om vandaag (meer dan ooit te voren) te leren dat we zonder genade in wezen altijd nog rooms zijn en doen? Dit is best even schrikken! Deze schrik des Heeren moge u/jou tot bekering leiden (2 Kor. 5 : 11).
Met vriendelijke groet,
Ds C. A. van der Sluijs
Dit artikel is beantwoord door
Dr. C. A. van der Sluijs
- Geboortedatum:14-09-1942
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: