Geliefde ds. A. Simons. Nu mocht ik door Gods voorzienigheid iets van u lezen (....
Ds. A. Simons | Geen reacties | 20-05-2008| 00:00
Vraag
Geliefde ds. A. Simons. Nu mocht ik door Gods voorzienigheid iets van u lezen. Hoewel het een duistere tijd is, waarin het werk Gods haast niet meer gezien wordt, zijn er toch nog knechten die van God geleerd, bekeerd en geroepen zijn. Dominee, u stelt het begin van het geestelijk leven aan het einde der wet, en het begin in Christus. Hoevelen leren dat in deze dagen niet meer en leggen het begin van het geestelijk leven in de overtuiging van zonde? Ze leren de veronderstelde wedergeboorte gelijk Kuijper en leggen de grond van hun wedergeboorte in het eerste stuk, het stuk der ellende. Maar de waarachtige bekering bestaat uit drie stukken en in de orde van Gods Woord. En gelijk de grote apostel Paulus ons zegt, begint het geestelijk leven met de kennis van Christus, en onder die kennis moeten we verstaan de vergeving der zonden. En vele bekommerde zielen die geen kennis hebben aan de liefde Gods in Christus zijn in de orde van Gods Woord niet wedergeboren en niet gerechtvaardigd. Mijn zekerheid ligt in Christus en nergens anders. Want ik ben, gelijk Paulus zegt, gans vleselijk, verkocht onder de zonde en daarom kan ik het bij die eerste man niet meer houden, want die man is geestelijk. Maar daar lag zijn kracht van de apostel Paulus: ik ben vleselijk, want daarom had hij die lieve Heere Jezus zo nodig. Want Hij kon God alleen nog danken door Hem, die de Banier draagt boven tienduizend. Ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou, Gal 2;19. Wet en evangelie wordt in deze dagen vermengd, waardoor Rome teruggekomen is in de meeste afgescheiden gemeenten. Ds. Fraanje heeft al gezegd dat er een tijd aan gaat komen dat ze een wedergeboorte buiten de Heere Jezus hebben en in die tijd leven we. De Heere zegene uw bediening en stelle het nog tot een rijke zegen in de verkondiging van die Ene Naam onder den Hemel gegeven tot Zaligheid.
Antwoord
Geachte briefschrijver,
Wat moet ik voor antwoord geven op uw getuigenis? Eindig niet in een mens. Hij stinkt naar de zonde. Ik ben het van harte met u eens dat het evangelie zo verdonkerd is. Het is waar wet en evangelie wordt vermengd. Vermengde zondaren; half heilig en half goddeloos. Nee, nee... geen recht van de wet en van het evangelie. Zomaar even een paar woorden: Sinai dondert... Sinai is een verterend vuur. Sommigen hebben hun tenten opgeslagen onder aan de berg. Ze wonen daar. Ze zijn ook niet van plan om weg te gaan. Ze voelen zich thuis onder de vuurspetter van Sinai. Ze klagen wat en kreunen. Verder komen we niet. Kan ook niet. Het lijkt ootmoedig maar het is hoogmoedig.
De wet maakt ook niet levend. Nooit en nooit. De wet maakt de zonde levend, maar nooit de zondaar (Rom. 3:20/7:7/7:8/7:9). Mensen onder aan Sinai, hopen en hopen. Ze hopen dat het straks meevalt. Maar het valt niet mee. Ze zullen vergaan met al hun ernst en benauwdheid. Ze hebben geleefd in de dood en door de dood. En toch nooit gedood. Ze kunnen nog leven met de wet (Gal. 2:19). Arme mensen... ze begrijpen niet wie God is (Rom. 10:4). Ze hebben wel een wettische ijver maar het is de dood. De wet is gegeven opdat de zonde meerder worden (Rom. 5:20/Rom.7:5). Als ze dit zouden begrijpen dan stortte heel hun wereld in een. Ze menen dat de wet de zonde tempert, de zonde beteugelt. Doordat ze minder zonde doen hopen ze de zaligheid te bereiken. Het is allemaal werkheiligheid. De wet laat juist de zonde zien. Sterker nog, zet zelfs aan tot zonde (Rom. 5:20/Rom. 7:5). Niet omdat de wet niet goed is maar omdat wij totaal niet deugen (Rom. 7: 7/1 Kor. 15:56). We zijn verdorven tot op onze botten (Rom. 3:19). Toch moeten we rechtvaardig voor God zijn willen we God zien.
Ja, niet meer door de wet, maar door het evangelie. Het evangelie laat Gods rechtvaardigheid zien (Rom. 1:17). Een rechtvaardigheid waarmee we voor Gods rechtvaardigheid kunnen bestaan. Een schenkende rechtvaardigheid om niet. Geschonken waardoor ik voor God rechtvaardig ben. Niet bij wijze van spreke, maar werkelijk. In Christus waarlijk rechtvaardig voor God. Door het geloof alleen (Rom. 4:4). Vriend, dit is de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze. Een andere leer weet ik niet en wil ik niet. God wordt verheerlijk in Zijn eigen werk. U en ik aan de kant. Ik en u uit het zicht. Maar in Christus komt de zondaar weer in zicht. O nee, geen zondaar, maar een rechtvaardige. Ja, in zijn eigen oog een goddeloze. Dat blijft hij. Maar niet in Christus voor God. Als een nieuw schepsel. Zelfs volmaakt voor God in Christus door het geloof (Kol. 2:10). God laat de goddeloze niet alleen door het geloof gerechtvaardigd worden, maar ook door het geloof leven (Hab. 2). Ik zou wel door willen gaan, want dit is het leven. Wie de Zoon heeft die heeft het leven (1 Joh. 5:12). Het eeuwige leven. U te kennen, de enige en de waarachtige God en Jezus Christus die Gij gezonden heeft.
Ik ken u niet. Is ook niet belangrijk. Als God u maar in Christus kent. God zegene u.
Uw dominee A. Simons, Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: