Na de dood herkenning
Ds. P. J. den Admirant | Geen reacties | 25-04-2008| 00:00
Vraag
Laatst werd bij ons in de hervormde gemeente in Bodegraven gepreekt over de ontmoeting die Jezus op de berg had met Mozes en Elia. Daarbij gaf de dominee een opvallende uitleg aan het feit dat Petrus deze twee HERKENT, zonder dat hij ze ooit gezien heeft. Voor de predikant is dit een bewijs dat er na de dood herkenning is. Ik heb dat nagezocht op internet. Ik kom veel uitleg tegen, maar niet deze. Hoe kijkt u aan tegen deze uitleg?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Het lijkt inderdaad een opvallende uitleg die deze predikant gaf t.a.v. dit bijbelgedeelte. Uiteraard kunnen we niet zeggen dat we dit direct uit dit bijbelgedeelte kunnen aflezen. Toch gebeurt dit wel vaker. Ik denk b.v. ook aan de gelijkenis van “de rijke man en de arme Lazarus” (of andersom!). De rijke man herkent Abraham. Ook al is het een gelijkenis, het blijft een opvallende trek.
In het gedeelte van de verheerlijking op de berg lezen we niet dat Mozes en Elia zich aan de discipelen voorstellen. Er was blijkbaar herkenning. Op grond van dit soort gegevens veronderstellen we dat er in de hemel herkenning is. De grote vraag is echter wel of het gaat om een herkenning en een weerzien zoals we elkaar op aarde gekend hebben. Trouwens, ook de discipelen hebben Mozes en Elia in die zin nooit gekend. Daarom voel ik veel voor de gedachte dat er weliswaar herkenning is, maar anders dan we nu elkaar kennen.
Ooit zei een predikant het zo: we (dat wil zeggen: de gelovigen) zullen elkaar allemaal kennen. Alle gedachten over hoe het straks in het Koninkrijk van God zal zijn, blijven speculatief. Voor zover het ons niet duidelijk vanuit de Schrift is geopenbaard blijven veel dingen toch iets onzekers houden. We kunnen gissen, maar we kennen de uitdrukking: gissen doet missen. Daarom zou ik zelf nooit stellige uitspraken willen doen over zaken waar de Schrift geen aanleiding toe geeft om zo stellig te spreken.
Nog twee opmerkingen:
1. Ik kan de behoefte aan herkenning wel begrijpen. Wij leven hier als familie en kennen vriendschapsbanden. Die zouden we voor geen goud willen missen. Maar één ding weten we zeker: het leven in het koninkrijk van God overtreft alle verwachtingen en zal veel rijker zijn dan we ons kunnen voorstellen. Daarom, zelfs als er geen directe herkenning is, is dat geen gemis!
2. Wat het meest belangrijke is, is dit: de kinderen van God zullen Gods aangezicht zien, zegt Openbaring 22. En in hoofdstuk 7 staat dat het Lam hen zal weiden. Dat is het allerbelangrijkste. Laten we ons op die toekomst richten en God bidden dat wij -gewassen door het bloed van Christus- een plaat zullen ontvangen in Zijn Koninkrijk.
Ds. P. J. den Admirant
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. J. den Admirant
- Geboortedatum:05-12-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
In 2020 met emeritaat.