Een ban in het leger
Ds. H. Liefting | Geen reacties | 02-04-2008| 00:00
Vraag
Wat is de betekenis van “een ban in het leger” (Jozua 7) ? Wanneer kan/moet ook vandaag gezegd worden dat iets of iemand een “ban” is.
Antwoord
A) Jericho wordt veroverd. En Jozua houdt het volk uitdrukkelijk voor dat op alles van Jericho de ban van de Heere rust. Dat betekent dat alles bestemd is voor de Heere. Het goud en zilver en koper is voor de tempel, maar de stad zelf moet met vuur worden verbrand. Die is onrein, onheilig. En een ieder, die zichzelf iets daarvan toeeigent, zal ook onder de ban komen. Onrein en onheilig worden. En omdat zo iemand onderdeel is van het volk, zal daardoor het hele volk onder de ban komen. En dan is er inderdaad één persoon -Achan- die zich daar niet aan houdt, en zichzelf verrijkt met dingen uit Jericho: een Babylonische mantel, 200 sikkelen zilver en een gouden tong. Hierdoor komt ook hij onder de vloek, de ban, van Jericho terecht. Wordt hij onrein. Waarom mocht dit nu niet? Omdat Achan op weg naar Kanaän iets wil meenemen dat onrein is. Dat onheilig is. Dat onder de vloek ligt. Hij wil zowel God dienen als de mammon. Zijn hart heeft hij ten diepste gezet op de dingen van de wereld. Die Babylonische mantel kwam uit het gebied dat Abraham moest verlaten. En dat goud en zilver behoorde aan de Heere.
B) De lijn doortrekkend naar onze tijd: we komen terecht onder de ban van de Heere wanneer we ons iets toe-eigenen dat ons niet toekomt. Als we alleen maar bezig zijn met de schatten van deze wereld, zonder bezig te zijn met de dingen van Gods Koninkrijk. De wereld en haar volheid is van de Heere, en niet van ons. Wat kunnen we bezig zijn met werken, ploeteren, zwoegen, eten, drinken, materie, zonder rijk te zijn in Christus. Dan zal het ons eenmaal als Achan vergaan. Velen willen wel op de smalle weg gaan, maar ze willen het liefst alles van de brede weg meesjouwen. Ook allerlei onreine en onheilige dingen. Op gebied van media, muziek, lectuur, enz., enz. Goed om ook ons eigen leven en ons staan in deze wereld kritisch te bekijken. Zijn we werkelijk pelgrims op weg naar het hemels Kanaän? Of zijn we alleen maar meelopers, bezet door de dingen van de wereld? In de ban van de wereld?
Maar dan nog hoeft het geen verloren zaak te zijn. Ten diepste zijn we allemaal als Achan terecht gekomen onder de vloek. In de onreinheid. In de ban van het verkeerde. Door de zonde van de Achan uit het Paradijs: Adam. Hij eigende zich iets toe, wat hem niet toekwam. Gode zij dank kwam er echter een tweede Adam. Hij heeft de vloek van de eerste Adam, en de eerste Achan, over Zich heen laten komen. Opdat onreinen en onheiligen alsnog gereinigd en geheiligd zouden kunnen worden. Maar dan moeten we wel sterven aan al dat aardse. Dat vleselijke. Dat onreine. Het kruis erin! Om te leven uit Zijn genade!
Ds. H. Liefting, Delft
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Liefting
- Geboortedatum:21-02-1952
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Gouda
- Status:Actief
Bijzonderheden:
In 2017 met emeritaat.