Is er bij God voor mij wel vergeving?
B.S. van Groningen | Geen reacties | 11-03-2008| 00:00
Vraag
Soms ben ik van mening dat er geen vergeving voor me is. Ik lees dat met name in het Oude Testament. Op een zekere dag las ik Samuel 2:25. Met name het zondigen tegen Heere veroorzaakte bij mij dat ik wat wanhopig werd. Ik trok uit deze tekst de conclusie dat er mogelijk voor mij geen vergeving zou zijn. Ik heb wel eens van een dominee gehoord dat er voor het zondigen met opgeheven hand geen vergeving was. Als je opzettelijk gezondigd hebt, is er dan geen vergeving? Mijn vraag tenslotte luidt: Is er bij God voor mij wel vergeving?
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Ik wil proberen jouw vraag te beantwoorden. Eigenlijk leent deze vraag zich niet voor een schriftelijke beantwoording. Waarom niet? Bij zulke ingrijpende vragen zie ik graag iemands gezicht en wil ik reageren op jouw vragen en gelaatsuitdrukking.
De tekst staat trouwens in 1 Samuël 2:25. Ik wil beginnen bij een gedeelte van jouw vraag: het zondigen tegen God veroorzaakt wanhoop. Hier wil ik onderscheid in maken: wanhopen aan de Heere of wanhopen aan jezelf. Wanneer de Heere jou je zonden laat zien, ga je wel wanhopen aan jezelf, maar nooit aan Hem. Hij wil juist dat je door de kennis van je zonde, je ellende de toevlucht neemt tot de Enige Verlosser en Zaligmaker de Heere Jezus Christus. Het zondigen met opgeheven hand in het Oude Testament, kun je wellicht vergelijken met de uitdrukking zonde tegen de Heilige Geest. En die zonde is onvergeeflijk. Maar elke zonde, die je bewust doet, hoeft nog niet de zonde tegen de Heilige Geest te zijn. Wie daar bang voor is, wie daarmee worstelt, heeft die zonde niet gedaan. Iemand, die deze zonde bedreven heeft, komt daar nooit op terug, gaat zonder enige indruk verloren. Er zijn zoveel opzettelijke zonden, maar die mag je niet rekenen tot de onvergeeflijke zonden. De zonde tegen de Heilige Geest is niet alleen zondigen tegen Gods wet, maar ook tegen het Evangelie. Een bijbelgedeelte hierbij is Matth. 12:22-32; al zegt de Heere Jezus niet dat de farizeeërs deze zonde hebben gedaan, Hij laat dat enigszins in het midden. Over het algemeen wordt hier bedoeld: het toeschrijven aan de duivel, wat alleen Gods en Christus’ werk is, door de Heilige Geest. Bewust het werk van God, voor het werk van de duivel houden.
Alleen een kerkmens kan zondigen tegen de Heilige Geest, dat is waar. Wanneer iemand kennis heeft van de waarheid en daarna toch willens en wetens, dwars tegen alle beter weten in, gaat zondigen, met de satanische bedoeling om Christus Zelf naar de kroon te steken en het bloed der verzoening onrein te achten. Dat is wel de zonde tegen de Heilige Geest. Wanneer deze zaken niet ten diepste je hart vervullen, dan is er voor jou genade en vergeving in het allesreinigende bloed van de Heere Jezus. Kaïn zei dat zijn misdaad te groot was voor vergeving. Dat is Gods genade te klein achten. Hij kan, en wil en zal in nood, zelfs bij het naad ‘ren van de dood: volkomen uitkomst geven. Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt van alle zonden, behalve die ene... Wij mogen toch niet wijzer zijn dan God?
Werkzaamheden omtrent jouw eeuwige staat, komen niet voor wanneer je deze vreselijke zonde bedreven hebt. Heb acht op jezelf, breng je niet in gevaar, en vooral: laat de onderlinge bijeenkomst niet na, waar de ruimte van zaligheid van Gods kant ruim en rijk wordt gepredikt. Zoekt dagelijks Zijn aangezicht. Een slordig leven, zet de deur open naar de invallen van de aartsleugenaar van de beginne. Wie zijn zonde belijdt en laat, zal barmhartigheid geschieden.
Je hebt verzoening nodig door dat allesreinigende bloed van Gods lieve Zoon. Voor een moordenaar aan het kruis was nog genade en ook voor Paulus, als de grootste der zondaren. Weet je wat onze kwaal is? Wij willen geen zondaar zijn. En dan hebben we ook geen Borg nodig voor onze schuld. Dat ligt niet aan de Heere, niet aan die tekst uit 1 Samuël, maar aan jou en mij. Een bekend gezang zegt het zo mooi: Jezus neemt de zondaars aan, roept die troostwoord toe aan allen. Bid of de Heere je zondaar maakt voor Hem, dan zal ook jouw gebed zijn of worden: O, God, wees mij de zondaar of zondares genadig. En weet je wat dat het wonder wordt? Door Hem alleen? De schuld uws volks hebt G ‘uit Uw boek gedaan, ook ziet Gij geen van hunne zonde aan.
Vraag, bedel, smeek om genade, want bij de HEERE Heere, zijn uitkomsten, zelf tegen de dood. Het ligt niet aan Hem, als jij verloren gaat. Dat is 100 procent eigen schuld, maar ’t is 100 procent genade, wanneer naar jou omziet, in gunst en niet in wraak, want dan is de hitte van Zijn gramschap geblust. Waar? Op Golgotha! Het is volbracht? Voor wie? Voor goede mensen, nette mensen, rechtzinnige mensen? Nee, voor goddelozen en misdadigers. En dat willen wij niet zijn, maar dat leert de Heere ons wel. Maar ook dat andere: Ik voor u, voor jou, daar gij/jij anders de eeuwige dood had moeten sterven. Luther noemde het een zalige ruil.
Met hartelijke groet,
B. S. van Groningen
Dit artikel is beantwoord door
B.S. van Groningen
- Geboortedatum:25-04-1951
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Hendrik-Ido-Ambacht
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Oud-godsdienstleraar Wartburg College, docent Cursus Godsdienst Onderwijs (Bijbelkunde) en ouderling.