Vrucht niet opmerken
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 23-02-2008| 00:00
Vraag
Gisteren hoorde ik een preek over de brief aan Thyatire. Deze gemeente wordt geprezen om haar geestelijke groei. De dominee merkte daarbij op dat zij daar verbaasd over geweest zijn. "Wij? Geestelijke groei?". Hij zei dat Gods volk niet de eigen vruchten zag. Dat baseerde hij ook op Mattheüs 25: "Wanneer hebben wij U te drinken gegeven?" Ik vond dat toch een beetje apart.
Ik hoor het ook wel vaker. Ik weet ook wel dat de vrucht niet uit jezelf komt. Dat alle vrucht uit Christus is. Maar is het echt zo dat alleen anderen dat merken en jijzelf niet? Niet om daar zelf iemand mee te worden, maar om God te danken dat Hij je veranderd heeft. Graag zou ik hier onderwijs over ontvangen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagstel(st)ler,
Enkele weken geleden heb ik in de Waarheidsvriend (de rubriek 'Bijbeltekst Begrepen') een vraag beantwoord die ging over ‘verzekerd worden’ uit de vruchten van het geloof. Omdat die vraag nagenoeg identiek is aan de vraag die u stelt, volsta ik met het antwoord dat ik in genoemd blad op de gestelde vraag heb gegeven, in de hoop, dat dit ook voor u een antwoord is, waarmee u kunt instemmen.
In de Heidelberger (zondag 32, antwoord 86) lezen we, dat Christus, nadat Hij ons met Zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft, ons ook door Zijn Heilige Geest tot Zijn evenbeeld vernieuwt, opdat wij ons met ons ganse leven Gode dankbaar voor al Zijn weldaden bewijzen en Hij door ons geprezen worde.
En dan volgt er nog iets. ‘Daarna ook, dat elk bij zichzelf van zijn geloof uit de vruchten verzekerd zij....’ Met andere woorden: de vruchten die het geloof voortbrengt, versterken in de harten van de gelovigen het besef, dat zij geen huichelaars zijn en dat hun geloof geen ijdel verhaal is, maar waarheid van binnen. En zo krijgen zij dan ook zelf van God uit te horen, wat de gemeente van Thyatire hoorde: ‘Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste’ (Openbaring 2:19).
Om dat laatste gaat het mij nu in mijn antwoord op de gestelde vraag. De vruchten die uit het geloof opbloeien, geven de gelovigen ook zekerheid, dat zij de Heere toebehoren. Ze worden er van binnen warm door. Ook de Dordtse Leerregels spreken zo. Zie Dordtse leerregels, V.10, waar we lezen, dat ‘de zekerheid van de volharding niet uit enige bijzondere openbaring voortkomt, buiten het woord om, maar uit het geloof aan de beloften van God...en uit het getuigenis van de Heilige Geest die met onze geest getuigt, dat wij kinderen van God zijn; maar tevens uit de ernstige en heilige oefening van een goede consciëntie en van goede werken. En in Dordtse leerregels, V.13 wordt van de gelovigen gezegd, dat zij, wanneer zij uit hun vallen in de zonde weer worden opgericht, een veel groter zorg hebben dan ooit, om de wegen des Heeren vlijtig waar te nemen..., ‘opdat zij, daarin wandelende, de verzekerdheid van hun volharding zouden mogen behouden...’.
Wie in het geloof Jezus mag zien als zijn Redder, die mag ook zichzelf zien als een geredde. Gods kinderen mogen ook weten ‘de dingen die hun van God geschonken zijn’ (1 Kor. 2:12). Dat weten zij door de Geest van God die hen gezalfd heeft en verzegeld (2 Kor. 1:21 vv). Daarom kan ook Johannes schrijven: ‘En hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren’ (1 Joh. 2:3). En: ‘Wij weten, dat wij overgegaan zijn van de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben...’ (1 Joh. 3:14). Dat laatste is nooit iets om zich over op de borst te slaan. Het is iets dat spontaan geschiedt. Vandaar Matth.25: 37 en 44 (‘Heere, wanneer...?’).
Maar dan mag er ook in het geloof zekerheid van onze verkiezing zijn. In verbondenheid met Hem zien we het -tot onze verwondering- , dat God zo goed was om ons tot inkeer te doen komen, ons uit de wereld te trekken, ons in de armen van Christus te drijven en om ons te leren hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Of zoals de Dordtse Leerregels het zeggen (in 1.12): ‘Van deze hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing ter zaligheid worden de uitverkorenen te zijner tijd... verzekerd..., als zij de onfeilbare vruchten der verkiezing, in het Woord van God aangewezen, ... in zichzelf met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen’ (2 Kor. 13:5). En dan worden genoemd: ‘het ware geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid, enz.’.
Maar wie ben ik om dit van mijzelf te zeggen? Soms ben ik geestelijk zo leeg en koud. Soms lijk ik meer op een klein kind, dat heel erg op zijn tenen moet staan en dan nog net niet in de spiegel kan kijken. De spiegel hangt te hoog en ik ben te klein. Welnu, zou je in zo’n geval dan maar niet het beste kunnen doen wat Petrus deed, toen zijn Meester aan de zee van Tiberias hem naar zijn liefde vroeg? Wat kon Petrus die Jezus tot driemaal toe verloochend had, toen anders zeggen dan: ‘Heere, Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb?’ (Joh. 21:17). Om het zo te ervaren, dat de Meester je als een klein kind op de arm neemt. Zodat je toch in de spiegel kunt kijken. En wat zie je dan? Je kijkt in de liefdevolle ogen van de Meester en ziet tegelijk, hoe jouw ogen gaan stralen. Hij laat ons ‘het aanschijn zien van een verzoende God, voor elke godvruchtige zoeter dan het leven’ (Dordtse leerregels V, l3).
Ds. C.den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'