Ik heb al een tijd lang heel veel angsten in mij. Vaak zit ik met de dood in ged...
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 19-02-2008| 00:00
Vraag
Ik heb al een tijd lang heel veel angsten in mij. Vaak zit ik met de dood in gedachten. Ook ben ik bang voor de dingen die om mij heen gebeuren. De krant kan ik niet lezen, daar word ik erg onrustig van. Ik ben bang om te sterven. Ik ben nu begin twintig. Hoe vaak ik al gedacht heb: "Nu is er in ieder geval al een kwart van mijn leven om". Tot een sterfgeval toe (enkele jaren geleden) was ik bijna nergens bang voor. Sinds dat sterfgeval ben ik ook erg bang in het donker of om alleen te zijn in een huis. Ik geef er tot nu toe nog niet aan toe, omdat ik niet wil dat de angsten mijn leven beheersen, maar ik vind het eerlijk gezegd wel zwaar. Wat vind u dat ik moet doen? Is het verstandig om de hulpverlening in te gaan? Aan de andere kant ben ik ook wel erg met geestelijke zaken (bekering) bezig. Komt het hieruit voort? Of gaat het om het niet juist verwerken van mijn verdriet? Ik weet het eerlijk gezegd niet meer. Ik wil graag serieus leven, maar niet met angsten. Ik denk dat mijn verhaal wat door elkaar loopt. Ik weet niet zo goed hoe ik het anders moet formuleren. Alvast hartelijk bedankt.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Het is goed dat je je vraag gesteld hebt. Hoewel ik het niet zo gemakkelijk vindt om hem te beantwoorden. Dat komt omdat ik je niet ken. Waar kom je vandaan, hoe ben je grootgebracht, waren er bepaalde gebeurtenissen in je leven die het leven zo angstig voor je maken? Enz. Je hebt veel angsten, schrijf je, je zit vaak met de dood in gedachten, je bent bang voor de dingen die om je heen gebeuren, de krant kun je niet lezen omdat je daar zo onrustig van wordt, en je denkt vaak: ik ben begin twintig, er is al een kwart van mijn leven voorbij (en nu vul ik het zelf verder in): je hebt geen zekerheid van het geloof, je zou willen dat je wist dat God er voor je was en dat je kon leven in een vast geloof in Hem en in de Heere Jezus Christus, maar dat is er niet.
Mag ik eens een paar dingen zeggen? In de hoop dat ik je wat kan helpen en je in ieder geval wat gedachten kan meegeven. Ik begin maar met de krant. Heel begrijpelijk dat je moeite hebt om die te lezen. De krant brengt veel ellende die er in de wereld is bij je in huis: oorlog, geweld, ongelukken, mensen die lijden, rouwadvertenties, enz. Dat is natuurlijk niet altijd zo; er staan ook veel andere dingen in de krant. Maar de moeiten en ellende komen het meest op je af. Toch, dat moet ik je eerlijk zeggen: al lees je geen krant, zo is het leven! Het uitnemendste van het leven is moeite en verdriet, zegt Psalm 90. Al lees je nooit een krant, je vindt dezelfde dingen in de Bijbel. Maar, dat zeg ik er meteen bij: je vindt in de Bijbel ook andere dingen. Je vindt dat er een God is, die ons leven in Zijn handen wil nemen, je vindt er in dat de Heere Jezus in de wereld (laten we maar zeggen: van de krant) kwam, om die wereld te redden. Wat niemand zou doen, deed Hij. Zijn Jezus’ woorden niet (Het waren een van Zijn eerste woorden): “Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe” (Johannes 3:16). “Een iegelijk die in Hem gelooft”: wat is dat ruim. Daar kan de grootste zondaar bij. Of zit je tegen dat woord ‘gelooft’ aan te kijken? Liggen daar je vragen? Ik kom daar zo op terug. Nu zeg ik alvast tegen je: Ik zou wensen dat je dat geloof mag hebben, waardoor je je helemaal weet over te geven aan de Heere en aan Zijn genade in de Heere Jezus Christus.
Het tweede dat ik wil zeggen heeft daar meteen mee te maken: Je bent bang om te sterven. Je denkt vaak: een kwart van mijn leven is al voorbij. Dat is waar. Ik denk weer aan Psalm 90: We vliegen daarheen. Als je jong bent lijk je te kruipen, maar al gauw loop je en even later vlieg je. Je begrijpt wat ik daarmee bedoel. Voor jou komen, als je aan de dood denkt, de angsten boven, zoals (denk ik) wat Psalm 116 (berijmd) zegt: “Ik lag gekneld in banden van de dood?”. Als dat zo is: Heb je, beste vriend(in) ook verder naar die Psalm gekeken, hoe de dichter eruit komt? Alleen door te zien op Wie de Heere is in Zijn grote genade en hulp.
Ik denk namelijk dat jouw bang-zijn vooral te maken heeft met het geloof. Je bent veel met geestelijke zaken bezig, schrijf je, en je noemt dan even tussen haakjes het woord “bekering”. Ik denk dat je steeds denkt: was ik maar bekeerd, en dat ben ik niet. Of heb ik het mis?
Beste vriend(in), wat is bekering? Heb je er wel eens op gelet dat bekering in de Bijbel altijd bekering is van heel concrete dingen? Bijvoorbeeld, als je leven slordig (geestelijk dan) is, als je tegen Gods geboden zondigt of gezondigd hebt. Dan komt het Woord van God in al zijn ernst tot je: bekeer je. Ik weet wel: als we diep in ons hart kijken is ons hele leven zonde; de wortel deugt niet. Maar daarmee mogen we naar de Heere gaan. En gaan we naar de Heere dan komt het leven van de bekering openbaar: het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Lees wat de Heid. Catechismus van de bekering zegt in zondag 33.
Ja, maar zeg je misschien: moet ik niet eerst wedergeboren zijn? Dat is waar. Maar wat is wedergeboorte? Het beginsel van het nieuwe leven dat de Heere in ons werkt. Maar hoe weet je dat de Heere dat beginsel in ons werkt of werkte? Soms kan dat heel beginnend zijn. Denk aan een heel klein kind. Dat weet niet dat het geboren is. Maar het is wel geboren, want het leeft. Zo is de wedergeboorte vooral kenbaar in het feit dat je geestelijk leeft, dat wil zeggen: gelooft in de Heere Jezus Christus en dat je in weg van Zijn beloften en geboden wilt gaan. Lees Johannes 3 eens heel goed. Als Jezus de wedergeboorte aan Nicodemus ‘uitlegt’ gaat Hij over het geloof spreken. Eén tekst noemde ik je al, vers 16. Daarvóór staan de verzen 14 en 15. Die wijzen heel sterk naar de Heere Jezus Christus. Geloven is als iemand die door de slang(en) (Genesis 3) gebeten is, zien op de aan het kruis verhoogde Koperen slang, de Heere Jezus Christus. En dat is ook het leven van de wedergeboorte. Of, zoals de engelse prediker Spurgeon eens zei: “Het enige punt in mijn bekering was gelegen is het feit dat ik niets anders te doen had dan naar Jezus te zien.” Dat zou ik ook tegen jou willen zeggen.
Ik denk ook aan de woorden van een van de Erskines: “Als de bedreigingen en veroordelingen van de Schrift op je af komen, overdenk dan eens de beloften; de beloften in de Schrift zijn meer dan de bedreigingen en veroordelingen.” Je zou ook kunnen denken aan de Doop. Ik neem aan dat je als kind gedoopt bent en dat je formulier om de Heilige Doop te bedienen kent. Lees eens wat dat formulier in het dankgebed (de Dankzegging) zegt. Draag je, als je gedoopt bent, ook geen teken en zegel (!) van Gods verbond? Zou je niet met je zorgen, angsten en zonden tot die belovende God gaan? Hij is er, ook voor jou.
Nu vraag je: Is het verstandig om de hulpverlening in te gaan? Dat is voor mij een moeilijke vraag om te beantwoorden, omdat ik, wat ik aan het begin schreef, je omstandigheden niet ken. Het kan zijn dat je als kind bijvoorbeeld te weinig basisvertrouwen hebt meegekregen. Denk aan een doktersjas: als de dokter van onderen verkeerd begint te knopen, komt hij bovenaan verkeerd uit. Zo is het ook als een kind (jij misschien in dit geval) in de jonge jaren te weinig basisvertrouwen kreeg. Het kan ook zijn dat in de kerk altijd de donkere kanten van de prediking op je afkwamen (zeg maar: de veroordelingen en bedreigingen) en dat je de ‘lichtende’ kanten (het Evangelie) te weinig of niet hoorde. Terwijl die lichtende kanten er ook zijn! Ik denk aan John Bunyan: hij kon, toen hij een vloeker en een drinker was, de donkere preken uit zijn jonge jaren niet vergeten. Voor hem was dat gelukkig, want dat bracht hem met berouw over zijn vloeken en drinken tot de Heere. Maar wat heeft hij daarna getuigd van de genade van de Heere Jezus Christus? In zijn boek “De Pelgrimsreis (of Christenreis) naar de eeuwigheid” vertelt hij van Christen die met een groot pak op zijn rug loopt. Hoe komt Christen van dat pak af? Als hij bij het kruis (van Christus) komt. Dan rolt het pak van zijn rug en verdwijnt het. Misschien is het dat wat voor jou vooral nodig is: dat je ziet op het kruis van de Heere Jezus Christus (de verhoogde Koperen Slang). Eigenlijk denk ik dat dat voor jou het beste zou zijn dat je een aantal goede gesprekken zou hebben met een dominee of verstandige ouderling of andere christen die je voluit mag wijzen op de lichtende kanten van het Evangelie. Misschien zou je dat eerst moeten doen, voordat je eventueel de professionele hulpverlening zou inschakelen. In ieder geval kan in zo’n predikant of ouderling of christen beter dan ik inschatten of professionele hulpverlening voor jou goed zou zijn.
Tot slot: Denk aan Petrus: Als hij naar Jezus ziet kan hij wandelen op de golven. Maar ziet hij op de sterke wind (en de golven) dan dreigt hij te zinken. En, wat hebben we toch een goede Heere: Als Petrus dreigt te zinken en roept: “Heere, behoud mij”, is er terstond (!) Jezus’ hand. En zijn er Jezus’ woorden: “Gij kleingelovige (hoe is het met jouw geloof?), waarom hebt gij gewankeld?”
Beste vriend of vriendin, ik hoop dat ik je wat geholpen heb. God zegene je.
Ds. H. Veldhuizen
Het is goed dat je je vraag gesteld hebt. Hoewel ik het niet zo gemakkelijk vindt om hem te beantwoorden. Dat komt omdat ik je niet ken. Waar kom je vandaan, hoe ben je grootgebracht, waren er bepaalde gebeurtenissen in je leven die het leven zo angstig voor je maken? Enz. Je hebt veel angsten, schrijf je, je zit vaak met de dood in gedachten, je bent bang voor de dingen die om je heen gebeuren, de krant kun je niet lezen omdat je daar zo onrustig van wordt, en je denkt vaak: ik ben begin twintig, er is al een kwart van mijn leven voorbij (en nu vul ik het zelf verder in): je hebt geen zekerheid van het geloof, je zou willen dat je wist dat God er voor je was en dat je kon leven in een vast geloof in Hem en in de Heere Jezus Christus, maar dat is er niet.
Mag ik eens een paar dingen zeggen? In de hoop dat ik je wat kan helpen en je in ieder geval wat gedachten kan meegeven. Ik begin maar met de krant. Heel begrijpelijk dat je moeite hebt om die te lezen. De krant brengt veel ellende die er in de wereld is bij je in huis: oorlog, geweld, ongelukken, mensen die lijden, rouwadvertenties, enz. Dat is natuurlijk niet altijd zo; er staan ook veel andere dingen in de krant. Maar de moeiten en ellende komen het meest op je af. Toch, dat moet ik je eerlijk zeggen: al lees je geen krant, zo is het leven! Het uitnemendste van het leven is moeite en verdriet, zegt Psalm 90. Al lees je nooit een krant, je vindt dezelfde dingen in de Bijbel. Maar, dat zeg ik er meteen bij: je vindt in de Bijbel ook andere dingen. Je vindt dat er een God is, die ons leven in Zijn handen wil nemen, je vindt er in dat de Heere Jezus in de wereld (laten we maar zeggen: van de krant) kwam, om die wereld te redden. Wat niemand zou doen, deed Hij. Zijn Jezus’ woorden niet (Het waren een van Zijn eerste woorden): “Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe” (Johannes 3:16). “Een iegelijk die in Hem gelooft”: wat is dat ruim. Daar kan de grootste zondaar bij. Of zit je tegen dat woord ‘gelooft’ aan te kijken? Liggen daar je vragen? Ik kom daar zo op terug. Nu zeg ik alvast tegen je: Ik zou wensen dat je dat geloof mag hebben, waardoor je je helemaal weet over te geven aan de Heere en aan Zijn genade in de Heere Jezus Christus.
Het tweede dat ik wil zeggen heeft daar meteen mee te maken: Je bent bang om te sterven. Je denkt vaak: een kwart van mijn leven is al voorbij. Dat is waar. Ik denk weer aan Psalm 90: We vliegen daarheen. Als je jong bent lijk je te kruipen, maar al gauw loop je en even later vlieg je. Je begrijpt wat ik daarmee bedoel. Voor jou komen, als je aan de dood denkt, de angsten boven, zoals (denk ik) wat Psalm 116 (berijmd) zegt: “Ik lag gekneld in banden van de dood?”. Als dat zo is: Heb je, beste vriend(in) ook verder naar die Psalm gekeken, hoe de dichter eruit komt? Alleen door te zien op Wie de Heere is in Zijn grote genade en hulp.
Ik denk namelijk dat jouw bang-zijn vooral te maken heeft met het geloof. Je bent veel met geestelijke zaken bezig, schrijf je, en je noemt dan even tussen haakjes het woord “bekering”. Ik denk dat je steeds denkt: was ik maar bekeerd, en dat ben ik niet. Of heb ik het mis?
Beste vriend(in), wat is bekering? Heb je er wel eens op gelet dat bekering in de Bijbel altijd bekering is van heel concrete dingen? Bijvoorbeeld, als je leven slordig (geestelijk dan) is, als je tegen Gods geboden zondigt of gezondigd hebt. Dan komt het Woord van God in al zijn ernst tot je: bekeer je. Ik weet wel: als we diep in ons hart kijken is ons hele leven zonde; de wortel deugt niet. Maar daarmee mogen we naar de Heere gaan. En gaan we naar de Heere dan komt het leven van de bekering openbaar: het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Lees wat de Heid. Catechismus van de bekering zegt in zondag 33.
Ja, maar zeg je misschien: moet ik niet eerst wedergeboren zijn? Dat is waar. Maar wat is wedergeboorte? Het beginsel van het nieuwe leven dat de Heere in ons werkt. Maar hoe weet je dat de Heere dat beginsel in ons werkt of werkte? Soms kan dat heel beginnend zijn. Denk aan een heel klein kind. Dat weet niet dat het geboren is. Maar het is wel geboren, want het leeft. Zo is de wedergeboorte vooral kenbaar in het feit dat je geestelijk leeft, dat wil zeggen: gelooft in de Heere Jezus Christus en dat je in weg van Zijn beloften en geboden wilt gaan. Lees Johannes 3 eens heel goed. Als Jezus de wedergeboorte aan Nicodemus ‘uitlegt’ gaat Hij over het geloof spreken. Eén tekst noemde ik je al, vers 16. Daarvóór staan de verzen 14 en 15. Die wijzen heel sterk naar de Heere Jezus Christus. Geloven is als iemand die door de slang(en) (Genesis 3) gebeten is, zien op de aan het kruis verhoogde Koperen slang, de Heere Jezus Christus. En dat is ook het leven van de wedergeboorte. Of, zoals de engelse prediker Spurgeon eens zei: “Het enige punt in mijn bekering was gelegen is het feit dat ik niets anders te doen had dan naar Jezus te zien.” Dat zou ik ook tegen jou willen zeggen.
Ik denk ook aan de woorden van een van de Erskines: “Als de bedreigingen en veroordelingen van de Schrift op je af komen, overdenk dan eens de beloften; de beloften in de Schrift zijn meer dan de bedreigingen en veroordelingen.” Je zou ook kunnen denken aan de Doop. Ik neem aan dat je als kind gedoopt bent en dat je formulier om de Heilige Doop te bedienen kent. Lees eens wat dat formulier in het dankgebed (de Dankzegging) zegt. Draag je, als je gedoopt bent, ook geen teken en zegel (!) van Gods verbond? Zou je niet met je zorgen, angsten en zonden tot die belovende God gaan? Hij is er, ook voor jou.
Nu vraag je: Is het verstandig om de hulpverlening in te gaan? Dat is voor mij een moeilijke vraag om te beantwoorden, omdat ik, wat ik aan het begin schreef, je omstandigheden niet ken. Het kan zijn dat je als kind bijvoorbeeld te weinig basisvertrouwen hebt meegekregen. Denk aan een doktersjas: als de dokter van onderen verkeerd begint te knopen, komt hij bovenaan verkeerd uit. Zo is het ook als een kind (jij misschien in dit geval) in de jonge jaren te weinig basisvertrouwen kreeg. Het kan ook zijn dat in de kerk altijd de donkere kanten van de prediking op je afkwamen (zeg maar: de veroordelingen en bedreigingen) en dat je de ‘lichtende’ kanten (het Evangelie) te weinig of niet hoorde. Terwijl die lichtende kanten er ook zijn! Ik denk aan John Bunyan: hij kon, toen hij een vloeker en een drinker was, de donkere preken uit zijn jonge jaren niet vergeten. Voor hem was dat gelukkig, want dat bracht hem met berouw over zijn vloeken en drinken tot de Heere. Maar wat heeft hij daarna getuigd van de genade van de Heere Jezus Christus? In zijn boek “De Pelgrimsreis (of Christenreis) naar de eeuwigheid” vertelt hij van Christen die met een groot pak op zijn rug loopt. Hoe komt Christen van dat pak af? Als hij bij het kruis (van Christus) komt. Dan rolt het pak van zijn rug en verdwijnt het. Misschien is het dat wat voor jou vooral nodig is: dat je ziet op het kruis van de Heere Jezus Christus (de verhoogde Koperen Slang). Eigenlijk denk ik dat dat voor jou het beste zou zijn dat je een aantal goede gesprekken zou hebben met een dominee of verstandige ouderling of andere christen die je voluit mag wijzen op de lichtende kanten van het Evangelie. Misschien zou je dat eerst moeten doen, voordat je eventueel de professionele hulpverlening zou inschakelen. In ieder geval kan in zo’n predikant of ouderling of christen beter dan ik inschatten of professionele hulpverlening voor jou goed zou zijn.
Tot slot: Denk aan Petrus: Als hij naar Jezus ziet kan hij wandelen op de golven. Maar ziet hij op de sterke wind (en de golven) dan dreigt hij te zinken. En, wat hebben we toch een goede Heere: Als Petrus dreigt te zinken en roept: “Heere, behoud mij”, is er terstond (!) Jezus’ hand. En zijn er Jezus’ woorden: “Gij kleingelovige (hoe is het met jouw geloof?), waarom hebt gij gewankeld?”
Beste vriend of vriendin, ik hoop dat ik je wat geholpen heb. God zegene je.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
244 artikelen
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties