Gestraft om de zonden van hun vader

Ds. H. Korving | Geen reacties | 07-02-2008| 00:00

Vraag

In het tweede gebod staat: “...Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen.” Tevens vinden we in de Bijbel verschillende keren dat het nageslacht gestraft wordt om de zonde van de vader. Bijvoorbeeld het eerste kindje van David en Bathseba om hun overspel, ook al was er hoop voor het kindje. In Ezechiël 18 vers 4 staat echter: “...de ziel die zondigt, die zal sterven.” Een ieder is dus verantwoordelijk voor zijn eigen zonden. Toch worden mensen gestraft om de zonden van hun vader. Kunt u mij uitleggen hoe dat dan zit?


Antwoord

Beste vraagsteller,

Bedankt voor je duidelijke vraag. Het lijkt er inderdaad op dat er een spanning zit tussen de twee bijbelteksten die je aanhaalt. Ik wil proberen er een beknopt antwoord op te geven.

Uitgangspunt is: ieder is verantwoordelijk voor zijn of haar zonden. Daarbij komt: de zonden hebben (soms) een duidelijk effect op het nageslacht. Wie zondigt, moet bedenken dat hij een slecht voorbeeld geeft aan zijn kinderen en nageslacht.

Bij het tweede gebod is het ‘bezoeken’ van de zonden tot in het derde en vierde geslacht niet een soort onafwendbaar noodlot, een straf die zonder aanzien des persoons wordt voltrokken aan het nageslacht,  maar een ernstige bedreiging van de Heere, om ons van het zondigen terug te houden. Die bedreiging is wel serieus. Maar het kan niet zo zijn dat een godvrezend kind van een goddeloze vader als het ware de straf van zijn vader (mede) zou moeten dragen, zonder dat God aan dat kind genade  bewijst. Wel kan ook een godvrezend kind mede te maken krijgen met de nasleep of de effecten  van de zondige levenswandel van ouders of voorgeslacht.

In 1 Koningen 14 kunnen we lezen hoe de blinde profeet Ahia aan (de vrouw van) koning Jerobeam moest vertellen dat de Heere het kwaad over het huis van Jerobeam zal brengen.
Alleen hun zieke kind Abia zal in een graf begraven worden omdat in hem iets goeds voor de Heere gevonden wordt. In deze geschiedenis zie je twee lijnen: aan de een kant dat de zonde en haar gevolgen (= ook de straf) zo ernstig is dat God haar bezoekt tot in het nageslacht; anderzijds dat het verschil maakt hoe personen uit dat nageslacht tegenover de Heere en Zijn dienst staan.

Ten aanzien van het kind van David en Bathseba is het nog maar de vraag of het voor het kind een straf was dat het moest sterven. Zonder de ellende van deze wereld gezien te hebben mocht het ingaan in de eeuwige vreugde. Het was wel voor David en Bathseba een straf, die overigens nog met liefde vermengd was.

Calvijn merkt op bij het tweede gebod dat wanneer God de zonde bezoekt aan het nageslacht, ermee bedoeld wordt die kinderen die de goddeloosheid navolgen. Dat zij dat doen kan overigens weer het gevolg zijn dat God het licht van Zijn vriendelijk aangezicht en de genademiddelen heeft weggenomen vanwege de zonde van de vader, zodat diens nageslacht daar ook van verstoken is. Ondertussen zijn ze dan dus zelf verantwoordelijk.

Wie zondigt, zondig nooit voor zichzelf alleen. Dat moet ieder zich realiseren. Daarom staat die ernstige bedreiging in het tweede gebod. En ook die lieflijke belofte.

Het gaat in het tweede gebod om de eigenwillige godsdienst. Hele concreet: als vader en moeder ontrouwe zijn in de dienst van God, is het niet vreemd dat de kinderen er ook niet voor gemotiveerd zijn en dat de kleinkinderen helemaal van de kerk afhaken. Zo werkt de zonde door in het nageslacht.

Andersom geldt het ook: wat een zegen om het van jongs af aan geleerd en in het voorbeeld van je ouders en voorgeslacht gezien te hebben, dat de dienst des Heeren een liefdedienst is. Dat zou onder beding van Gods zegen aanstekelijk kunnen werken. God werkt in de lijn der geslachten. Ook dan geldt trouwens de persoonlijke verantwoordelijkheid, want niemand wordt zalig omdat hij een bekeerde opa had. Maar die opa kan wel gebruikt worden als een wegwijzer die de jongeren leidt in het spoor van de gehoorzaamheid.

Iemand zei eens ten aanzien van het tweede gebod: in het straffen telt God tot twee of drie, in het betonen van Zijn barmhartigheid telt Hij tot duizend.

Ik hoop je vraag op deze manier een beetje beantwoord te hebben.

Hartelijke groeten,
Ds. H. Korving
 

Dit artikel is beantwoord door

Ds. H. Korving

  • Geboortedatum:
    01-12-1954
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Urk
  • Status:
    Actief
199 artikelen
Ds. H. Korving

Bijzonderheden:

Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.

Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.

En kijk/luister:

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Iedereen in de hemel

Met een christelijke vriendin had ik het over vergeving van zonden, de hemel en het eeuwige leven. We bleven zitten met een vraag/meningsverschil. Zij dacht dat in principe iedereen in de hemel kan ko...
1 reactie
07-02-2014

Het evangelie begrijpen

Hoe kan ik het Evangelie aannemen, Jezus aannemen, als ik het niet begrijp? Jezus voor mij gestorven terwijl ik nog niet eens bestond. Voor mijn zonden gestorven terwijl ik elke dag nog steeds zondig....
Geen reacties
07-02-2023

Gemeenschap lukt nog niet zo

Het is misschien een rare vraag, maar ik zit er wel mee. Wij zijn net getrouwd en het hebben van gemeenschap lukt nog niet zo. Misschien maak ik me druk om niks. De penis van mijn man blijft bij het h...
4 reacties
07-02-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering