Christus is schuldovernemende Borg
Ds. M.A. Kuyt | Geen reacties | 22-01-2008| 00:00
Vraag
Christus zien is weten dat er een schuldovernemende Borg is. Christus kennen is weten dat er een schuldovernemende Borg voor mij is. Christus geopenbaard aan de ziel is weten dat de Borg mijn schuld heeft overgenomen. Kan iemand hier iets meer over zeggen? Bovenstaande tekst las ik van de week ergens, maar weet er geen raad mee.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
De onderscheiding tussen Christus zien, kennen, geopenbaard-worden komt uit het taal-eigen van de bevindelijk-gereformeerde kring. Met deze onderscheiding wordt aangegeven dat het leren kennen van Christus op een bepaalde (schematische) wijze verloopt. Soms wordt gewezen op Hebreeen 11:13, waar we lezen van de OTische gelovigen dat zij de belofte van verre hebben gezien, geloofd en omhelsd. Daarin is een bepaalde voortgang te ontdekken. Van zien naar omhelzen (toeëigenen).
Op zichzelf is het niet verkeerd dat er een bepaalde voortgang wordt getekend in het leren kennen van Christus als schuldovernemende Borg. Niet alles wordt op één dag geleerd. Zeker in het vroegere gezelschapsleven vertelden de gelovigen (waaronder vele bekommerden en zoekers) wat zij van de Heere mochten ontvangen. De meeste konden niet duidelijk aangeven dat zij Christus zich hadden toegeëigend in het geloof maar zij hadden wel (op afstand) werkzaamheden met de beloofde Christus. Ze zagen Hem als het ware van verre maar konden (of durfden) niet te naderen tot Hem uit vrees dat zij zich iets zouden toeëigenen wat hen niet toekwam. Dat kan met karakter te maken maar vaak heeft dat ook te maken met bepaalde theologische vooronderstellingen.
Wanneer we (met de Dordtse Leerregels) belijden dat Christus alleen voor de Zijnen, die Hem van de Vader gegeven zijn, is gestorven (particuliere verzoening) wordt door sommigen daaruit de conclusie getrokken dat op grond hiervan niet een ieder die de Heere zoekt de hand mag leggen op de belofte en zich een kind van God kan noemen. Alleen degenen die persoonlijk weet hebben van zonde en schuld (door de zaligmakende bediening van de Heilige Geest) worden getrokken tot het Lam en kunnen (en willen!) Hem niet anders meer dan uit de hand van de Vader ontvangen. Zij nemen niet maar ontvangen. Op het moment dat de Zoon van God geopenbaard wordt aan het schuldverslagen hart wordt de schuld overgenomen door het Lam. En mogen degenen die deze ervaring kennen door middel van hun schuldovernemende Borg gerechtvaardigd voor de Vader treden. Hun schuld is verzoend. Deze ervaring is door sommigen gestandaardiseerd als de enige juiste.
Daarmee overschrijden we echter de grenzen van de Schrift. Ook onze belijdenisgeschriften spreken niet op deze gestandaardiseerde wijze over het kennen van Christus. Zij drukken zich veel soberder uit. Ze leggen de nadruk op de kern van het zaligmakend geloof. En dat is: kennen en vertrouwen.
Ik denk aan wat Zondag 7 zegt over het geloof. Het ware geloof bestaat uit kennen en vertrouwen. Het ware geloof richt zich niet op een ervaring in het hart van de mens en ook niet op de werkingen van de Geest in de mens maar richt zich op de vaste belofte van God in Zijn Woord geopenbaard en ons verkondigd (met de oproep om te geloven). De nadruk ligt niet op het geopenbaard-worden van Christus aan de ziel (dat is heel subjectief) maar op de openbaarmaking van Christus in het verkondigde Evangelie (objectief). Het is reformatorisch om deze lijn vast te houden. Anders bouwen we teveel op het werk van de Geest in de mens in plaats van het werk van Christus voor de zondaar. De Geest verzegelt Zijn eigen werk. Daarom zullen wij op Christus moeten zien. Gelovig zien is Hem kennen zoals Hij Zich openbaart in Zijn Woord en ook aan ons hart (dat laatste noemt de Schrift verzegeling met de Heilige Geest).
De onderscheidingen zien, kennen en geopenbaard-worden kunnen hun nut bewijzen als zij omschrijven hoe Christus Zich meer en meer bekendmaakt aan de zondaar en geven Gods genade alle eer maar dat heeft alleen zin als de zondaar reeds tot Christus gekomen is. Dan is er opwas in de genade en kennis van Hem Die Zich openbaart. Wanneer we de Heere zoeken in ons gemis dan moeten we ons niet laten ophouden door allerlei onderscheidingen die in latere tijd zijn gemaakt (hoe goedbedoeld ook) maar ons direct wenden tot Christus Die Zichzelf openbaart in het Evangelie. Wie Hem omhelst in het geloof zal daarin meer en meer bevestigd worden.
Ds. H. J. Hegger heeft (n.a.v. een briefwisseling in het RD over de “rechtvaardigmaking in de vierschaar van de consciëntie”) hierover een verhelderend boekje geschreven met als titel Christus, mijn Rechter en mijn Redder (uitgeverij Frits Hardeman, Ede). Een geschikt boekje voor hen die worstelen met allerlei vragen rondom “zien is nog geen hebben” enz. Het boekje is bij veel chr. boekhandels tweedehands te verkrijgen.
Hartelijke groet,
Ds. M. A. Kuyt, Huizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kuyt
- Geboortedatum:17-04-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijk en Aalburg
- Status:Inactief