(...) Maar ik mocht dat door genade zeker weten, al kon ik het niet begrijpen, z...
Ds. A. de Lange | Geen reacties | 02-01-2008| 00:00
Vraag
Ik heb zo veel moeite om mijn gevoel, gewaarwording in mezelf, in overeenstemming te brengen met mijn geloof. Ruim een jaar geleden mocht ik met alles wat in mij is Hem aanbidden, vervuld zijn met Zijn liefde er was niets anders dan Jezus voor mij gekruisigd. Nu lijkt alles zoveel verder af te staan, beleef ik het niet meer. Komt weer die vreselijke twijfel boven. Toen was de strijd; is het wel voor mij? Maar ik mocht dat door genade zeker weten, al kon ik het niet begrijpen, zo'n liefde. Nu denk ik was dat wel echt? Ik klamp me vast aan Zijn beloften en weet dat Hij niet liegen kan, maar dit geloven is zo zwaar, zo weinig tot Zijn eer, zo alsof ik het zelf doe, het geeft geen vrede, blijdschap. Hoe nu verder?
Antwoord
In het boekje “Rondom de Enge Poort” vertelt C. H. Spurgeon van een man die in een donkere nacht verdwaalde en -naar hij meende- terecht kwam bij de rand van een afgrond. Elk ogenblik dacht hij daarin te vallen. Wat deed hij? Hij greep zich vast aan een tak van een oude boom. En daar hing hij uren lang, bang dat hij, als hij zou loslaten, te pletter zou vallen. Tenslotte kon hij het niet langer volhouden, liet de tak waaraan hij hing los, en viel...Op een enkele meters onder hem zich bevindende met mos bedekte glooiing. Hij had zich dus gerust veel eerder kunnen laten vallen. “Laat alles los, behalve Christus, en laat u vallen.” Laat alles los, behalve Christus, en laat je vallen. Dat zou ik graag tegen je willen zeggen.
Een jaar geleden heeft God je zoeken naar zaligheid en zekerheid omgezet in het weten dat het ook voor jou is. Zijn Woord kwam naar je toe. Zijn Geest werkte in je en alles werd anders. Je werd vervuld met Zijn liefde en alles in je mocht Hem aanbidden. Jezus Christus en die gekruisigd was het voor je. Nu, een jaar later, zit je ermee dat je het niet meer beleeft zoals toen. In het gebrek aan die beleving van toen voel je je als een drenkeling, die het hoofd boven water probeert te houden door zich aan Gods beloften vast te klampen. Maar je vindt het wel erg zwaar. Je vraagt je zelfs af, of je het wel volhoudt. Weet je wat ik denk? Dat je het niet zult volhouden. En weet je wat zo rijk is: dat je het ook niet hoeft vol te houden. Laat maar los, geef het maar op. Laat je maar vallen. Op Christus. Niet je geloof in Hem, niet je ijverig proberen te wandelen in Zijn wegen en je proberen vast te houden behoudt je, maar Christus doet het. Hij Zelf. En Hij Die, gemachtigd door de Vader en bevestigd door de Heilige Geest, je vorig jaar een hart gaf dat zich helemaal in Hem verloor, is nu nog steeds degene die je behoudt en redt.
Wat was je vorig jaar toen Christus en Die gekruisigd het voor je werd? Een zondaar die volledig door genade behouden moest worden. Wat ben je nu een jaar later? Nog steeds een zondaar die door genade behouden moet worden. Zeker, je bent ook een mens die wetenschap gekregen heeft van de opzoekende liefde van God. In Christus heb je niet minder dan de aanneming tot kinderen verkregen (Gal. 4:5). Maar je kon vorig jaar en je kunt nu niet leven bij wat je in jezelf hebt. Je moet het helemaal hebben van Christus die je behoudt, en die je door Zijn Geest bearbeidt. En Christus Jezus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. Gisteren was Hij een volkomen Zaligmaker en vandaag nog. Hij is de Hogepriester Die altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. Daarom is Hij degene die ook volkomen kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan. Ik zou je willen adviseren om de hele Hebreeënbrief maar eens te lezen. Die brief aan wankelmoedige christenen, die Christus hebben leren kennen, maar dreigen af te vallen. Wat is de eigenlijke bemoediging, aansporing en verzekering voor hen? Dat Christus zijn werk deed, doet en blijft doen! Daarom is het voor ons: Laat ons met vrijmoedigheid toegaan, tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
Hoe zou het komen, dat je momenteel niet beleeft, wat je een jaar geleden wel beleefde? Ik denk aan een paar mogelijkheden:
1. Onze menselijke ervaring en beleving is wisselend en kan een ‘topbeleving’ maar voor een tijdje blijven beleven. Dat is ook zo als jonge mensen verkering krijgen. Ook al houden ze na een jaar nog wel van elkaar en is het zelfs verdiept, de eerste heftige beleving is weggeëbd. Ze kunnen er nog wel eens met heimwee naar terug verlangen, maar ze hoorde bij het eerste begin.
2. De Heilige Geest geeft mensen die pas tot geloof zijn gekomen soms een duidelijke en intense ondervinding en beleving van wie God in Christus voor hen is. Daarmee wil Hij hen zegenen op het gebied van zekerheid en duidelijkheid. Ondertussen is die ondervinding niet hetgeen waar het om gaat. Nu hebben wij mensen soms wel de neiging om juist op die ondervinding onze aandacht te richten, en daar ons hele geloofsleven om te laten draaien. Om dat te voorkomen onthoudt de Heilige Geest ons dan een tijd die beleving die ons zo aangenaam was. En we worden ertoe gedrongen om ons te richten op het Woord van God, te geloven in de trouw van God en te pleiten op de beloften van God.
3. Een tijd waarin de zoete beleving van nabijheid van God minder aanwezig is, is een tijd waarin we op onszelf worden teruggeworpen. We zien hoe zwak, hoe afhankelijk, hoe zondig, hoe ongelovig we zijn, hoe gauw we de moed en het vertrouwen kwijt kunnen zijn. Dat is heel verootmoedigend. En heel heilzaam.
4. Het is mogelijk dat er in het leven bepaalde zonden of zondige patronen zijn geslopen die tussen de Heere en ons komen. Bij de één is het een trotse geest, bij de ander een extreme hang naar mooie kleren, bij nog weer een ander een egoïstische neiging om anderen die hulp nodig hebben te vergeten en vooral met jezelf bezig te zijn. En dan heb ik het nog niet eens over die uitingen van kennelijke ongehoorzaamheid aan verschillende van Gods geboden, waarvoor een kind van God van zichzelf nooit te goed is. Zolang we onze zonden niet als (opnieuw) als zonden gaan zien, belijden en loslaten kunnen we de nabijheid van de Heere niet ontvangen en beleven.
Hoe je eigen situatie precies is, weet ik niet. Maar blijf leven bij Gods Woord. Zoek Zijn aangezicht in het gebed. En besef dat geloven ook vertrouwen is. De Heere vertrouwen op Zijn Woord. De Heere vertrouwen in Zijn trouw. Nee, ik zeg niet dat je moet vertrouwen. Dat is inderdaad zwaar. Ik zeg dat je het mag vertrouwen. Dat is licht. Zing het nog maar eens een keer voor jezelf: “De Heere is zo getrouw als sterk, Hij zal Zijn werk voor mij volenden. Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden.” Ps. 138 : 4
Oldebroek,
Ds. A. de Lange
Een jaar geleden heeft God je zoeken naar zaligheid en zekerheid omgezet in het weten dat het ook voor jou is. Zijn Woord kwam naar je toe. Zijn Geest werkte in je en alles werd anders. Je werd vervuld met Zijn liefde en alles in je mocht Hem aanbidden. Jezus Christus en die gekruisigd was het voor je. Nu, een jaar later, zit je ermee dat je het niet meer beleeft zoals toen. In het gebrek aan die beleving van toen voel je je als een drenkeling, die het hoofd boven water probeert te houden door zich aan Gods beloften vast te klampen. Maar je vindt het wel erg zwaar. Je vraagt je zelfs af, of je het wel volhoudt. Weet je wat ik denk? Dat je het niet zult volhouden. En weet je wat zo rijk is: dat je het ook niet hoeft vol te houden. Laat maar los, geef het maar op. Laat je maar vallen. Op Christus. Niet je geloof in Hem, niet je ijverig proberen te wandelen in Zijn wegen en je proberen vast te houden behoudt je, maar Christus doet het. Hij Zelf. En Hij Die, gemachtigd door de Vader en bevestigd door de Heilige Geest, je vorig jaar een hart gaf dat zich helemaal in Hem verloor, is nu nog steeds degene die je behoudt en redt.
Wat was je vorig jaar toen Christus en Die gekruisigd het voor je werd? Een zondaar die volledig door genade behouden moest worden. Wat ben je nu een jaar later? Nog steeds een zondaar die door genade behouden moet worden. Zeker, je bent ook een mens die wetenschap gekregen heeft van de opzoekende liefde van God. In Christus heb je niet minder dan de aanneming tot kinderen verkregen (Gal. 4:5). Maar je kon vorig jaar en je kunt nu niet leven bij wat je in jezelf hebt. Je moet het helemaal hebben van Christus die je behoudt, en die je door Zijn Geest bearbeidt. En Christus Jezus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. Gisteren was Hij een volkomen Zaligmaker en vandaag nog. Hij is de Hogepriester Die altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. Daarom is Hij degene die ook volkomen kan zalig maken degenen die door Hem tot God gaan. Ik zou je willen adviseren om de hele Hebreeënbrief maar eens te lezen. Die brief aan wankelmoedige christenen, die Christus hebben leren kennen, maar dreigen af te vallen. Wat is de eigenlijke bemoediging, aansporing en verzekering voor hen? Dat Christus zijn werk deed, doet en blijft doen! Daarom is het voor ons: Laat ons met vrijmoedigheid toegaan, tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
Hoe zou het komen, dat je momenteel niet beleeft, wat je een jaar geleden wel beleefde? Ik denk aan een paar mogelijkheden:
1. Onze menselijke ervaring en beleving is wisselend en kan een ‘topbeleving’ maar voor een tijdje blijven beleven. Dat is ook zo als jonge mensen verkering krijgen. Ook al houden ze na een jaar nog wel van elkaar en is het zelfs verdiept, de eerste heftige beleving is weggeëbd. Ze kunnen er nog wel eens met heimwee naar terug verlangen, maar ze hoorde bij het eerste begin.
2. De Heilige Geest geeft mensen die pas tot geloof zijn gekomen soms een duidelijke en intense ondervinding en beleving van wie God in Christus voor hen is. Daarmee wil Hij hen zegenen op het gebied van zekerheid en duidelijkheid. Ondertussen is die ondervinding niet hetgeen waar het om gaat. Nu hebben wij mensen soms wel de neiging om juist op die ondervinding onze aandacht te richten, en daar ons hele geloofsleven om te laten draaien. Om dat te voorkomen onthoudt de Heilige Geest ons dan een tijd die beleving die ons zo aangenaam was. En we worden ertoe gedrongen om ons te richten op het Woord van God, te geloven in de trouw van God en te pleiten op de beloften van God.
3. Een tijd waarin de zoete beleving van nabijheid van God minder aanwezig is, is een tijd waarin we op onszelf worden teruggeworpen. We zien hoe zwak, hoe afhankelijk, hoe zondig, hoe ongelovig we zijn, hoe gauw we de moed en het vertrouwen kwijt kunnen zijn. Dat is heel verootmoedigend. En heel heilzaam.
4. Het is mogelijk dat er in het leven bepaalde zonden of zondige patronen zijn geslopen die tussen de Heere en ons komen. Bij de één is het een trotse geest, bij de ander een extreme hang naar mooie kleren, bij nog weer een ander een egoïstische neiging om anderen die hulp nodig hebben te vergeten en vooral met jezelf bezig te zijn. En dan heb ik het nog niet eens over die uitingen van kennelijke ongehoorzaamheid aan verschillende van Gods geboden, waarvoor een kind van God van zichzelf nooit te goed is. Zolang we onze zonden niet als (opnieuw) als zonden gaan zien, belijden en loslaten kunnen we de nabijheid van de Heere niet ontvangen en beleven.
Hoe je eigen situatie precies is, weet ik niet. Maar blijf leven bij Gods Woord. Zoek Zijn aangezicht in het gebed. En besef dat geloven ook vertrouwen is. De Heere vertrouwen op Zijn Woord. De Heere vertrouwen in Zijn trouw. Nee, ik zeg niet dat je moet vertrouwen. Dat is inderdaad zwaar. Ik zeg dat je het mag vertrouwen. Dat is licht. Zing het nog maar eens een keer voor jezelf: “De Heere is zo getrouw als sterk, Hij zal Zijn werk voor mij volenden. Verlaat niet wat Uw hand begon, o Levensbron, wil bijstand zenden.” Ps. 138 : 4
Oldebroek,
Ds. A. de Lange
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. de Lange
- Geboortedatum:06-03-1960
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief
198 artikelen
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties